Over Boeken. Over Amsterdam. Over Kreta. Over metaaldetectie & amateurarcheologie, the good and the sad, katten & allerlei hersenspinsels. Maar vooral over boeken.
donderdag, december 27, 2007
Vierkante dingen
Die vierkante dingen.
Maar toen was er de baan. En de baan slokt me op. Voor vriendje probeer ik me goed te houden en kook ik zelfs nog wel eens. Maar als vriendje bij een vriendje blijft hangen blijft mijn avondmaaltijd beperkt tot een snee brood met ham en een hete peper (ja ik heb vreemde eetgewoonten). Wanneer ik geen energie heb om een blik mais op te warmen en zelfs het nieuws op tv onverteerbaar is, dan blijkt dus dat lezen niet meer lukt. Mij niet meer lukt.
Ik zie ze nog wel hoor. Die makers van die vierkante dingen.
Als je je eens wilt vergapen aan bekende schrijvers bezoek dan cafè Schiller op het Rembrandtplein. Daar zit bekend schrijvend Nederland zich lam te zuipen.
Het cafè bevindt zich om de hoek van mijn werk en soms sleep ik me erheen om mijn mineralentekort met een glas wijn aan te vullen.
En dan gaap ik in de gezichten van bijvoorbeeld de immer vriendelijke Martin Bril (daar volgt ooit nog wel eens een spannend eerlijk verhaal over stammend uit mijn Prometheus-tijd), AFTH van der Heijden en nog veel meer anderen.
Ik zat er vanmiddag nog even en er was zowaar een boekpresentatie. Ik herkende bekende schrijver na bekende schrijver.
Maar door de vermoeidheid bleven hun namen ver in mijn geheugen begraven.
'Kijk daar heb je...eeee...hoe heet hij nu ook alweer, he verdorie, er staat een interview met hem in de laatste uitgave van het tijdschrift Boek.'
en 'Hey...daar staat die schrijver van die goede columns. Met dat lange haar. He, je kent hem wel, Pfeiffer ofzoiets. Ilya? Ischa? Wacht, ik weet het wel!'.
Het is slecht met mij gesteld. Boeken zijn vierkante dingen geworden en schrijvers ken ik niet meer van naam.
Ik ben toe aan vakantie.
zondag, november 18, 2007
De electronische sigaret
Sinds een maand rook ik electronisch.
Dit is een speciaal bericht voor alle sceptici: dit is de uitvinding van de eeuw!
Greep ik in het begin ook nog naar de analoge sigaretten, nu taal ik er niet meer om.
Wat is de electronische sigaret?
Het is een klein bouwpakketje, bestaande uit een atonomizer, een oplaatbare batterij en een nicotine ampul. Door aan de nicotine ampul te zuigen, activeer je de batterij en verhit de atonimizer de lucht die je door miniscule gaatjes in de batterij naar binnen lurkt. De nicotine vloeistof veranderd in een weldadige damp die verdomd veel op normale rook lijkt.
Behalve dan als je zo slim bent geweest om de Supersmoker te kopen. In dat geval train je enkel je wangspieren om een klein beetje rook te inhaleren die smaakt naar verbrande panty.
Inmiddels is mijn broer ook overgestapt op de E-Sigaret. Bij hem is het uitgegroeid tot een hobby. Verschillende soorten E-sigaretten, ampullen in dertig verschillende soorten smaken en sterkten. Dit weekend was ik bij hem op bezoek en hebben we een heerlijk avondje allerlei smaken uitgeprobeerd. Vanille bleek een succes.
Ondanks dat ik nu alleen nog maar nicotine en natuurlijke smaakstoffen inhaleer, het geweldig smaakt, ik niet meer stink en mijn longen niet meer vervuil, blijven veel mensen om me heen roepen: 'Ik geloof er niet in!', 'Ik houd het bij mijn sigaret' en 'Dit kan niet werken!'
Geloof me.
Het werkt.
Voor meer informatie over de verschillende soorten E-sigaretten: bezoek de FAQ en vandaaruit ook het www.e-sigaret.nl Forum!
Sylvia Plath - Letters home
While I am very happy here and have many too many invitations to accept even half, all my acquaintances are at the same ' historical stage' in knowing, and it takes only much time to achieve anything like the deep and vital friendships I left behind me at home. Everyone here is so 'new' and untriend. "
Sylvia Plath's letters home - November 14, 1955
woensdag, november 07, 2007
Drama queen leest Kafka
* Een nieuwe baan, nieuw ritme, nieuwe mensen, onzekerheden, veel leren en boven dat alles nog hard werken ook. Het vergt wat van een mens. Dit mens dan. Heel erg langzaam begin ik te wennen aan het nieuwe ritme en het gebruiken van mijn hersenen. Het gebruik daarvan was bij Prometheus nogal gelimiteerd. Driehonderd keer per dag de telefoon opnemen met hetzelfde riedeltje vraag niet zoveel van je verstandelijke vermogens. Ik ben van mening dat in de acht maanden dat ik daar als receptioniste werkzaam was er beduidend meer hersencellen zijn afgestorven dan normaal. Hersencellen die ik nooit meer terug zal krijgen; Margriet Sitskoorn zal het er waarschijnlijk niet mee eens zijn.
* De nieuwe baan begint steeds leuker te worden. Ik zit op mijn plek, maak dagelijks rare dingen mee, en dat heb ik nog wel het meest gemist. De soap opera die onderdeel van het leven behoort te zijn. Leven in de brouwerij. En het leukste ervan is dat je om half zes de knop kan omzetten en het vervolg wacht tot morgen. Ach ja, drama queen in hart en nieren.
* Sinds twee weken rook ik elektrisch. Na drie mislukte stoppogingen lijkt dit een geweldig alternatief te worden. Om het nog maar niet hebben over alle aandacht die ik krijg wanneer ik aan mijn dampende ballpoint zit te lurken. Voor de singles: dit is hét device om benaderd te worden. Ga hiermee in een bar staan en je wordt belaagd door vreemden.
M. moet ze met horden van me weghouden. Helaas geen illusies voor mij, men komt toch echt voor de elektronische sigaret... Toch?
* En omdat ik het niet kan laten, een heel fout nummer uit de jaren '80 om even nostalgisch door de kamer te huppelen.
zondag, oktober 21, 2007
Soms denk ik terug aan al die zorgeloze jaren, waarin werk bijzaak was, ik avond na avond ging stappen en het nooit regende.
Mijn trip naar Kreta bevestigt mijn herinnering. Mijn leven daar bestond uit vrienden, wijntjes in de zon, werken was voor de lol in plaats van voor de cash (die was er namelijk nauwelijks) en alle grotemensenverantwoordelijkheden waren mij vreemd.
Ik heb dat proces heel erg lang kunnen uitrekken. Dertien jaar. Geen ongeluksjaren.
Nu doe ik het allemaal. Om kwart voor zeven gaat de wekker. Om kwart voor acht zit ik op de fiets. Met donker ga ik de deur uit en tegen de tijd dat het weer gaat schemeren kom ik afgepeigerd thuis.
Wanneer ik opper moeite heb hieraan te wennen kijken mensen mij verbaasd aan en zeggen: ‘welcome to the real world’.
Dat is het ja. Ik heb de afgelopen jaren niet in een echte wereld geleefd, maar in een droomwereld.
En het was goed.
Ik doe mee met de grote mensen. Op mijn drieëndertigste begin ik te lopen waar mijn oude klasgenoten dertien jaar geleden al rondstruinden.
donderdag, september 13, 2007
Olympia International Vakantiereizen failliet
- Na een korte inwerkperiode bij Content vlieg ik vanmiddag voor twee weken naar Chania. Kan ik alle informatie die ik over me heen heb gekregen op me in laten werken. Ik moet nog erg veel leren voor ik mijn nieuwe job naar behoren kan uitoefenen. Ik sta nu nog een een beetje aan de zijlijn te kijken hoe de anderen het aanpakken en kan haast niet wachten om zelf aan de gang te gaan!
- Tussen de bedrijven door las ik twee boeken: 'Spoetnikliefde' van Murakami en 'In Koele Bloede' van Truman Capote.
Met Murakami heb ik een vreemde relatie. Zijn schrijfsels raken me, de stukken die ik lees lijken daarna wel op mijn netvlies gebrand, toch moet ik me erdoor heen zien te worstelen. Ik had het met 'Norwegian Wood' en ook met 'Spoetnikliefde'. Ik kan hier niet direct een verklaring voor vinden.
'In Koele Bloede' van Capote overtrof mijn verwachtingen. Een literaire thriller, een waargebeurd verhaal, een journalistiek werk, een deur in de geest van moordenaars, het is het allemaal. Vooral het beeld dat hij schetst van de Killers blijft je lang bij. Iemand kan van literatuur houden, prachtig schilderen en toch op een avond een gezin uitmoorden. Het zijn déze dingen die elk weldenkend mens niet kan begrijpen, en om de één of andere reden graag wil begrijpen.
- Ik hoop over twee weken met een flinke koffer vol boeken weer naar Nederland te kunnen terugkomen om de boekenkast hier dicht te spekken. Tot snel!
maandag, augustus 27, 2007
Casanova over de vloer
In de weken voor de verhuizing (pand wisselen met de Boekerij/Meulenhoff) kwamen er regelmatig mensen het pand op de Herengracht 507 bekijken.
Het was op een heel normale dag, het regende een beetje en het beeldscherm van de computer flikkerde, toen er wederom een groep mensen binnenkwam om het pand te zien.
Zoals ik al zei was er geen vuiltje aan de lucht. Geen indicatie dat er iets stond te gebeuren.
De postbode had net de post gebracht en vertelde me dat hij zijn gouden ketting in Griekenland had gekocht en dat hij dat weekend Braadworst had gegeten, net over de grens in Duitsland.
Ook dat was normaal.
De net binnengetreden mensen zouden een rondleiding van onze hoofdredacteur krijgen. Ze verzamelden zich bij de receptie.
De nogal enthousiaste postbode liep naar buiten en zwaaide nog drie keer. Onderwijl ging de telefoon en ik hoorde mezelf opnemen met mijn vaste riedeltje. De directiesecretaresse opende de deur van haar kamer.
Op de achtergrond gaf de hoofdredacteur een speech aan de bezoekers.
En toen gebeurde het.
In het tumult, tijdens de laatste groet van de postbode en het openzwaaien van de deur van de secretaresse hoorde ik de redacteur onmiskenbaar zeggen: “Giacomo Casanova
Ik schreef al eerder over mijn zoektocht naar Casanova
Casanova
Dit betekende niet alleen dat Casanova
Vanaf dat moment werd elke kamer een mysterie. Zou dit haar slaapkamer zijn geweest? Zou hier een receptie hebben plaatsgevonden?
Ik kan U vertellen, dit nieuws maakte mijn laatste loodjes bij Prometheus een heel stuk lichter!
Bron afbeelding: http://www.allposters.com/-st/Auguste-Leroux-Posters_c88224_.htm
vrijdag, augustus 24, 2007
Nieuwe baan!
De gesprekken waren confronterend. IQ/testen. Persoonlijkheidstesten. Indringende vragen.
Bij het eerste gesprek trilde mijn stem van de zenuwen.
Daarnaast werd ik erg enthousiast over de arbeidsvoorwaarden en het opleidingstraject dat ze aanboden.
Gelukkig werd ik binnen een week uitgenodigd voor een tweede, en een dag later, voor een derde gesprek.
Bij dat laatste gesprek zat ik strak in het pak, haren opgestoken, make-up tot in de puntjes verzorgd. Zelfvertrouwen zou ik uitstralen! Professionaliteit!
Dit ging goed, totdat het zweet uit mijn handen letterlijk over de tafel heen begon te gutsen. Je handen vervolgens onder de tafel verstoppen is nooit een goed idee, dus ik maakte mijn excuses (‘een beetje nerveus’) en probeerde het zo onopvallend mogelijk van de tafel af te vegen.
Maandag drie september begin ik als consulent in een speciale tak, namelijk een vestiging die gespecialiseerd is in anderstaligen. De internationale markt in Amsterdam dus, bedrijven die op zoek zijn naar iemand die een buitenlandse taal vloeiend spreekt.
Een extra stimulans voor me om mijn talenkennis bij te spijkeren en bij te houden!
dinsdag, juli 17, 2007
De favoriete boeken van Hafid Bouazza
Deze fascinatie neemt inmiddels een volledige boekenplank bij mij thuis in beslag. Boeken over boeken.
Werkelijk interessant vind ik het wanneer geliefde schrijvers over hun favoriete boeken schrijven of vertellen. Ik kan het ook niet laten om auteurs of recensenten met deze vraag lastig te vallen. Zo onthulde Pieter Steinz dat '1984' van Orwell zijn lievelingsboek was. Ik was de gehele dag in mijn nopjes en wilde dit nieuws met de wereld delen. Dat de wereld daarop zat te wachten leek me vanzelfsprekend.
Een van de beminnelijkste schrijvers die bij Prometheus worden uitgegeven is Hafid Bouazza. Winnaar van de Gouden Uil en de Amsterdamprijs voor de Kunsten. Romanschrijver, dichter en vertaler. Taalkunstenaar en levensgenieter.
Én niet te beroerd om mij zijn favoriete boeken top-5 toe te mailen! Dus hierbij...
De favoriete boeken van Hafid Bouazza:
"Bij hoge uitzondering hieronder mijn top vijf, niet in hiërarchische vorm.
Lolita, Vladimir Nabokov. Een boek dat schoonheid en wreedheid combineert en altijd zal blijven shockeren, niet alleen vanwege het thema maar ook vanwege de ondraaglijke schoonheid en humor.
Alf layla wa layla, Duizend-en-Een-Nacht. Weliswaar niet een boek in één deel, maar toch een boek. De beste verhalen zijn niet Ali Baba, of Aladdin of de sprookjes, maar de volksvertellingen. Een labyrint waarin ik mijn leven lang zal blijven dolen. Dit werk was de oorzaak dat ik klassiek Arabisch ging leren. De vertaling van Richard van Leeuwen is gruis vergeleken bij de amethist die het werk is.
Earthly Powers, Anthony Burgess. Niet alleen het boek met de meest memorabele beginzin (It was the afternoon of my eighty-first birthday and I was lying in bed with my catamite when Ali came in to announce that the Archbishop had come to see me. En even later: I was smoking a cigarette which should have been post-coital but was not.) Een bij de lurven grijpend verhaal over de onmogelijkheid van liefde en de aard van kwaad en daarmee van goed: en vol humor.
Metamorfosen, Ovidius. Een wereld van metamorfosen en metaforen; een paleis van vertellingen; een gaard van reëel gevoelde en beschreven goden en godinnen. Never leave home without it.
Venus and Adonis, Shakespeare. Erotiek op zijn meest iconografisch en daardoor (de incarnatie van het woord) zo vleselijk.
Short Stories, Bernard Malamud. Melancholie en humor en details die een spijker in het hart slaan."
Hafid, mijn dank is groot!
vrijdag, juli 06, 2007
Einde oefening
Ik wist het al geruime tijd. Ik wil geen telefoniste meer zijn. Zelfs niet bij een uitgeverij.
Met steeds meer tegenzin sleepte ik de papierbakken naar buiten, schreef ik de manuscripten uit en herhaalde ik driehonderd keer per dag: ‘Uitgeverij PBO, goedendag met Debora, wat kan ik voor U doen?’
Toen ik er kwam werken dacht ik mijn droombaan gevonden te hebben. Ik verwachtte zinderende gesprekken te voeren met beroemde schrijvers. Eindeloze discussies over literatuur met collega's. En mijn baas zou zien dat ik meer in mijn mars had, mij binnen mum van tijd promoveren naar een andere afdeling en niets zou mijn carrière binnen de boekenwereld meer in de weg staan.
De praktijk bleek anders. De schrijvers liepen de deur niet plat. De meeste gesprekken met beroemde schrijvers bleven beperkt tot: ‘Ja meneer Bril, ik verbind U door’ en mijn collega’s hadden het veels te druk om gezellig met de receptioniste over literatuur te babbelen.
En die promotie bleef ook uit.
Dat was ook mijn voornemen.
Het liep anders.
Er gebeurden een aantal onbeduidende dingen die maandagochtend. Ik probeerde een Tl-lamp te verwisselen die onder mijn handen in duizend stukjes uiteen knapte waardoor ik onder de splinters zat.
Ik las in een memo dat er na de verhuizing geen receptie meer zal zijn, maar dat de receptioniste bij de directiesecretaresse op de kamer geplaatst zal worden.
Ik nam de telefoon op en kreeg het wrange gevoel in de film Groundhog day terecht te zijn gekomen.
‘Ik heb nog een mededeling. Ik verhuis niet mee naar het nieuwe pand half augustus.’
zondag, juli 01, 2007
De Magiër
Ik heb er niet één van gelezen.
In het huisje waar we verbleven trof ik een dik boek aan dat bij binnenkomst mijn aandacht trok.
Het was bijna te mooi om waar te zijn, zo blij werd ik van de flaptekst.
Deze manier van toeval-lezen heeft me altijd zeer bekoord. De jaren dat ik op Kreta woonde las ik talloze boeken op deze wijze. Boeken die ik aantrof in hotelbibliotheken. Boeken die op het juiste moment mijn pad kruisten. Ik vond het een spirituele manier van lezen. Een hand die je toegestoken wordt, een boodschap, een nieuwe ervaring.
Het boek vertelt het verhaal van een Engelse jongeman, genaamd Nicholas Urfe die een baan als leraar op een Grieks internaat aanneemt. Hij krijgt een tweejarig contract aangeboden op het eiland Phraxos.
Daar ontmoet hij na enkele weken de heer Maurice Conchis, een man met een imponerende persoonlijkheid, innemend en mysterieus.
Conchis nodigt Nicholas uit om het eerstvolgende weekend bij hem te komen logeren en vanaf dat moment staat elk weekend in teken van de villa van Conchis en de onverklaarbare stroom van gebeurtenissen die Nicholas daar overkomen. Conchis verteld stukje bij beetje zijn belevenissen aan Nicholas en zijn verhalen komen letterlijk én figuurlijk tot leven. Na de verhalen over de loopgraven ruikt Nicholas de lijkgeuren en hoort hij soldatenliederen.
Op een gegeven moment dineert zelfs de geest van de verloofde van Conchis mee en wordt Nicholas hopeloos verliefd op haar.
Net als de hoofdpersoon twijfel je als lezer over de geaardheid van de gebeurtenissen. Zijn deze van magische aard of steekt er iets anders achter?
De voortdurende twisten in het plot werpen je ook steeds in andere vertwijfelingen, en daardoor houdt het boek je in zijn macht.
De haatliefde verhouding van Nicholas Urfe met Griekenland was zo doeltreffend beschreven dat ik moest concluderen dat de auteur er heeft gewoond.
Enkel dán kan deze passionele relatie met Griekenland ontstaan, die aantrekking en afstoting met als resultaat dat een ieder die Griekenland daarna moet verlaten zich in ballingschap in zijn eigen land voelt. Griekenland is een minnares die zich niet eenvoudig laat vergeten.
Ik kwam woorden tekort.
John Fowles gaf ze me.
Middeleeuwse spookdorpen, imposante mastiekdorpen met een doolhof aan straatjes, boogjes en gangetjes. Opa’s en oma’s die je in die straatjes aanhouden voor een kort gesprek, een knuffel, of om een bloem in je haar te steken. Zo veel lieve mensen.
Velden vol mastiekbomen, olijfbomen en oleanders. Ruige bergketens omlijst door compleet verlaten stranden. Kastelen, kloosters, en om je heen niets dan helderblauwe hemel en diepblauwe zee.
Ach…Ellada…
Nu weer terug in Nederland heb ik het één en ander opgezocht over Fowles.
Hij heeft enige jaren op het kleine eiland Spetses lesgegeven, waar hij zijn fictieve eiland Phraxos op gemodelleerd heeft. Nagenoeg alle landschapsbeschrijvingen kloppen en zelfs Villa Bourani lijkt te hebben bestaan. Zou ook Maurice Conchis op een bestaand figuur zijn gebaseerd?
Griezelig dichtbij komt de fictie pas wanneer ik mijn vriend vertel dat Phraxos in werkelijkheid Spetses was, en John Fowles daar les heeft gegeven op een jongensinternaat …
Blijkt dat de vader van mijn vriend daar op school heeft gezeten. Zo ongeveer in de periode dat Fowles er les gaf.
U begrijpt dat ik mijn schoonvader binnenkort ga ondervragen.
woensdag, juni 13, 2007
Mijn June
V. schreef er al over. De uitgeverij is zelfstandig geworden.
Het heugelijke feit vond plaats op mijn vrije dag en daardoor is de champagne aan mij voorbij gegaan. Er was geen taart.
II
Ik was dit weekend verzonken in het dagboek (volume 1, 1931-1939) van Anais Nin.
Verzonken als in een droom.
Het boek wekte slapende verlangens bij me op, naar vergeten ontmoetingen en verloren vriendschappen. Ik dacht terug aan mijn June, vier jaar geleden op Kreta.
Vanaf de eerste blik was er een verstandshouding en vanaf dat moment voerden we eindeloze zinderende gesprekken. We konden uren praten over boeken. Zij introduceerde Herman Hesse bij me en we spraken vol passie over Demian.
Het was een vriendschap die me vleugels gaf. Zelfs mijn meest onbegrijpelijke theorieën klonken genieus wanneer ik ze met haar deelde.
We lazen de bijbel, zochten er verborgen boodschappen in. We bezochten concerten, verslonden literaire meesterwerken en gingen direct daarna over tot het kijken van 'Friends' en andersoortig plat vermaak. We gingen paardrijden, een gedeelde droom van ons, waarbij ik moest concluderen dat ik geen natuurtalent was, zoals zij. Na één les reed ze als een volleerde cowgirl rond.
Af en toe reden we naar een kasteel met een bakje verf en kwasten in de auto en deden we daar een poging om het op canvas te vereeuwigen.
Het was een vriendschap die een relatie benaderde, een verliefdheid zonder erotiek.
We zijn inmiddels beiden teruggekeerd naar onze 'landen van oorsprong' en hebben het contact met elkaar verloren.
Lezende in het dagboek van Nin miste ik haar dit weekend verschrikkelijk.
III
Het kan soms raar lopen in het leven. Zo schrijf je over Klinkhamer en vervolgens ontmoet je hem in real life.
Er gebeuren meer onverklaarbare dingen. Ik lees Pieter Steinz en krijg hem aan de telefoon.
Martin Bril vraagt me of ik van Vlaamse origine ben, of dat hij dat gedroomd heeft.
Het leven is vol mysterie.
IV
Vannacht vliegen lief en ik naar Chios. We zullen twee weken verblijven in een nagenoeg onbereikbaar dorp genaamd 'Volissos'. Twee maal per week rijdt er een bus heen en vandaan.
Bus gemist? Dan moet je dus vier dagen wachten.
Op anderhalve kilometer afstand ligt het strand. Vanuit ons terras kijken we uit over de heuvels en ik stel me zo voor dat je niets anders hoort dan het ruisen van de wind en het geklingel van geitenbellen.
Als ik daar nog niet tot rust kom...
Ik neem uiteraard een stapel boeken mee.
V.
Bedankt voor de inspiratie voor deze log!
maandag, mei 28, 2007
Connie Palmen
Ik kreeg een bliksembezoek van twee vrienden uit Kreta, die even een rondje Europa deden. Tien dagen terug bezochten ze een bruiloft in Hongarije, vervolgens reden ze in één snik door naar Brussel, waar het circus van de ouders van mijn vriendin gestationeerd is (tot haar twintigste hing ze zelf aan de trapezes).
De dag daaropvolgend bezochten ze Parijs en Disneyworld en daarna reden ze door naar Amsterdam.
Ik geloof dat ze nu weer terug zijn in Griekenland.
Ik word al moe als ik eraan denk.
Uiteraard waren ze hoofdzakelijk geïnteresseerd in het Red-light district. Hoeren, vieze mannetjes en een sexshow in Casa Rosso als toetje. Ook hebben lief en ik ze een koffieshop laten zien. De vriendelijke man achter de toonbank liet ze even ruiken aan een bakje Hasj en Marihuana. Helemaal onder de indruk inhaleerden ze de walmen in de koffieshop om daarna verlegen te vragen: ‘zullen we ergens anders koffie gaan drinken?’
Ik had nog niet kunnen bevroeden dat ik vijftien jaar later zelf een bonte verzameling relaties achter me zou laten, die elk compleet van elkaar verschilden, me soms in duizend stukjes achterlieten, maar waarvan ik geen moment betreur en geen seconde had willen missen. Misschien heeft Connie Palmen's boek een minieme invloed gehad op de manier waarop ik ze een plaatsje gaf.
Ik bewonder Connie Palmen’s eigenschap om alles te kunnen ombuigen tot ervaring, zonder zich te laten vergiftigen door verbittering. Het is het onvermogen om te kunnen accepteren en los te laten dat zoveel mensen jarenlang stilzet terwijl het leven om hun heen zich verder ontvouwt.
Niet omdat ik moraliseerde.
Meer omdat ik een boek in stilte wil lezen, zonder dat iedereen om me heen er dood en verderf over roept. Zelfs dat dood en verderf doet me niet veel, het ligt er meer aan dat iedereen erover roept. Het verbreekt de stilte waarin ik het wil ervaren.
Wellicht neem ik het weer op als het vergeten is en het roepen verstomt.
Maar zo presenteert zij zich niet en ik geloof werkelijk dat ze is zoals ze overkomt, vriendelijk en boeiend.
Ze werd direct benaderd vanuit alle hoeken om felicitaties in ontvangst te nemen. Max Pam vertelde het boek te hebben gelezen en liet haar vervolgens nerveus achter met de mededeling: ‘Je leest nog wel wat ik ervan vond’.
In alle drukte draaide ze zich naar mij toe, lachte en schudde me de hand. Ze was de eerste (en vooralsnog laatste) auteur die mij - de receptioniste - een hand toestak.
Bij de tafel met wijn aangekomen kon ik over de hoofden van de bekende Nederlanders nog net Connie Palmen aanschouwen.
Na mijn vierde wijntje nam Cees Nooteboom het eerste exemplaar in ontvangst en sprak Connie Palmen haar dankbetoog uit.
Ik werd overvallen door gevoelens van verliefdheid. Verliefdheid op mevrouw Palmen, op de literatuur en op de wijn.
Het laatste zal ongetwijfeld een bescheiden invloed hebben gehad op het gelukzalige gevoel dat me overviel.
maandag, mei 14, 2007
Moordende schrijvers
De eerste Nederlandse prozaschrijver die een moord beging was Johannes Bartholomeus Ferdinand van Gog; In 1775 schreef hij zijn ex -Anna Smitshuizen- zijn laatste lugubere smeekbede. Om het effect van zijn laatste liefdesbrief te vergroten, had hij zijn bloed als inkt gebruikt. De brief had echter niet het beoogde effect. Korte tijd later bracht hij haar door messteken om het leven. (Brief is online te lezen, zie bronnen).
Denk maar eens aan William Burroughs (foto). In 1951, tijdens een dronken spelletje Russische roulette, schoot hij 'per ongeluk' zijn echtgenote door het hoofd. Hij heeft hiervoor slechts 13 dagen gezeten. In zijn boek 'The naked lunch,' wijdde hij er een hoofstuk aan.
In het jaar 2000 was er oproer in Nederland toen de schrijver Richard Klinkhamer gearresteerd werd voor de moord op zijn vrouw.
De schrijver Otto Veenhoven gebruikte in 2003 zijn tweede boek, 'Sunny Home', om de moord op zijn stiefvader op te biechten. Hij had voor de zekerheid 48 jaar gewacht met het op de markt brengen van zijn boek, zodat de moord verjaard was.
Een feit is dat de dood altijd blijft doorschemeren in de werken van moordende schrijvers.
Je kunt je tot een boek aangetrokken voelen vanwege het verhaal, om de stijl, of een combinatie van beiden. Hoe moreel verantwoord is het echter om de perverse herinneringen van een moordenaar als voedsel voor de geest binnen te krijgen? Er bestaat immers geen manier zo effectief om gedachten te delen, als een boek. In hoeverre besmet deze schrijver onze gedachten met de zijne?
Wanneer overstijgt de literaire waarde de context?
Bronnen: Essay van Marijn Meijer
zondag, mei 13, 2007
De vreemdeling - Albert Camus
De novelle verteld het verhaal van Meursault, een vrij doorsnee persoon. Door 'ongelukkige omstandigheden' (zonnesteek, gekte, domheid, slechtheid, voelde hij zich bedreigd of was het zomaar?) pleegt de man op een dag een moord. Wat daarop volgt is de rechtzitting waarbij men Meursault zwaar veroordeelt vanwege zijn nonchalante aard. Zijn gepleegde daad speelt een veel kleinere rol in het uiteindelijke vonnis. Wat hem wordt aangerekend is dat hij niet huilde op de begrafenis van zijn moeder, en de dag daarna zijn vriendin ontmoette. De boodschap van Camus is dat een ieder die het waagt op de begrafenis van zijn moeder niet te huilen en claimt niet in god te geloven, ter dood kan worden veroordeeld.
''Nu, dan moet ik dus sterven.' Eerder dan anderen, dat viel niet te ontkennen. Maar iedereen weet dat het leven niet de moeite waard is te worden geleefd. In de grond van de zaak wist ik heel goed dat het er weinig toe doet of men op dertig- dan wel op zeventigjarige leeftijd sterft, omdat in beide gevallen natuurlijk andere mannen en vrouwen zullen leven, en wel gedurende duizenden jaren. Niets was duidelijker dan dat. Ik zou toch sterven, of het nu vandaag dan wel over twintig jaar zou zijn. Wat mij op dat ogenblik een beetje hinderde in mijn redenering, was de vreselijke schok waarmee ik aan de twintig jaren dacht die ik nog zou kunnen leven. Maar ik onderdrukte een dergelijke opwelling door mij voor te stellen welke gedachten ik over twintig jaar zou hebben, wanneer het weer zo ver zou zijn. Op het ogenblik dat men sterft, is het van geen belang hoe en waneer dat gebeurt, zoveel was duidelijk.'
De als filosoof afgestudeerde Camus ontving de Nobelprijs in 1957 (zeven jaar voordat Sartre hem ontving - en weigerde. Op deze weigering kwam Sartre overigens jaren later, toen hij in financiële nood verkeerde terug).
Lang heeft Camus niet van de Nobelprijs kunnen genieten. Op 4 januari 1960 verongelukte hij op 46-jarige leeftijd met de auto. Hij was op weg naar Nederland.
In 'Het web van de literatuur' vermeldt Pieter Steinz, dat in het jaar 2000 zesduizend Fransen 'De vreemdeling' van Camus als beste boek van de twintigste eeuw verkozen.
Dit bericht verraste me. Hebben de Fransen een boek uitverkoren dat slechts 143 blz. telt?
Wij, 'nuchtere' Hollanders, kozen een (overigens ook filosofisch) boek van 901 bladzijden als onze topper aller tijden.
Pretentieus?
The hours
You know, that feeling?
And I remember thinking to myself: So, this is the beginning of happiness. This is where it starts.
And of course there will always be more.
It never occurred to me it wasn't the beginning.
It was happiness. It was the moment. Right then."
woensdag, mei 09, 2007
Liefde is een illusie
Theodor:
"Liefde bestaat niet. Liefde is niets anders dan een illusie. Ik geloof niet in de liefde."
Ik:
"U gelooft niet in de liefde? Alsof het een religie is...een God waarin U niet gelooft."
Theodor:
"Dat is een goede vergelijking. Ik geloof ook niet in God, net zomin als ik in de liefde geloof. Wanneer ik 'ik hou van jou' tegen een vrouw zeg, betekent dit iets compleet anders voor haar dan voor mij. En daardoor is het betekenisloos. Het is net zoiets als deze menukaart. Ik kan zeggen dat ik dol ben op de gehaktballen, maar misschien lus jij wel helemaal geen gehaktballen. Hetzelfde kan je zeggen over 'ik hou van jou'."
Note: Dit is mijn herinnering van het gesprek, ik heb Holman niet exact geciteerd. Voor mij was het gewoon een boeiend gesprek met een vriendelijke man die bevlogen kon discussieren, de naam Holman zei mij niets. Pas nadat ik hem de volgende dag gegoogled had begreep ik zijn cynisme.
maandag, mei 07, 2007
Bestsellers
“Ik dacht dat jij geen bestsellers las?”
Met het schaamrood op mijn kiezen beken ik…
Pardon. Wacht eens. Moet ik mij nu schamen?
Bestaat er een ongeschreven regel dat literatuurliefhebbers geen bestsellers lezen?
Is soms de definitie van literatuur bedrijven dat men niet meeloopt met de massa en boeken leest die verder door niemand gelezen worden?
En dán is het plots wel verantwoord om het te lezen.
Ik maak onderscheid. Meestal lees ik ‘hype’-boeken inderdaad jaren later. De slechte bestsellers overleven dit niet.
‘Schaduw van de wind’ van Carlos Ruiz Zafón weigerde ik te lezen. Omdat iedereen het las, en ik niet een volgend schaap wilde zijn.
Op een dag trof ik het aan in een hotelbibliotheek en nam ik het boek mee. Moet ik mijzelf nu verdedigen wanneer ik zeg dat ik ervan genoten heb? Een heerlijk boek, vol stoffige bibliotheken en duistere geheimen.
Ik lees nauwelijks Nederlandstalige bestsellers (ons landje is zo klein en de wereld eromheen zo groot) en helemaal niet wanneer ze al naamsbekendheid hadden voordat ze zogenaamd schrijver werden. Men heeft dan immers een hype gebouwd gebaseerd op een basis die niets met schrijftalent te maken heeft.
En iedereen het lezen wil.
Wat denkt U?
zondag, april 29, 2007
Pieter Steinz, de boekenalchemist
Twee boekenkasten vol boeken.
Nog twee volle in mijn ouderlijk huis en drie goedgevulde kasten op Kreta.
Elke auteur raakte ooit geïnspireerd door een andere schrijver/boek die op zijn beurt ook boeken verslond. Pieter Steinz doet in zijn laatste boek ‘Het web van de wereldliteratuur’ een poging om dit kluwen te ontrafelen.
Stel, je neemt een snufje Frankenstein en besprenkeld dat met een beetje Roald Dahl, wat krijg je dan? Juist…Tommy Wieringa’s ‘Joe Speedboot’.
Hij ziet in één oogopslag verbanden die mij compleet ontgaan. Daarom ben ik heimelijk een beetje verkikkerd op Pieter Steinz. De man is een almachtige veellezer en ik koester daar een grote bewondering voor.
Met een stem die ik van mezelf niet herkende kon ik het niet laten om mijn bewondering onder mijn receptiestoel te steken. Ik vertelde mijnheer Steinz dat ik jaren in Griekenland heb gewoond en standaard iedere vrijdagmiddag, door zon en hitte, kilometers reed om het NRC uit te laten printen. Puur en alleen om de Boekenbijlage en de schema’s van zijn hand.
In tweevoud.
In Griekenland en in Nederland.
‘Ik heb iets stoms gedaan’, zei ik.
‘Zeker over Pieter Steinz gedroomd’, was zijn antwoord.
Ook genoot ik ervan, om starend naar de meesterwerken in mijn kast, in dit naslagwerk de korte biografieën van de schrijvers na te lezen.
Als laatste gaf het me ook een leidraad om verder te zoeken. Steinz geeft uitmuntende alternatieven voor geliefde boeken.
In zijn dankwoord vroeg Wieringa zich af ‘of Steinz werkelijk al die boeken gelezen had en of die man niet moest werken.’
En dat is helemaal niet erg.
Een mens moet soms verdwalen.
Anders geraak je nergens.’
vrijdag, april 20, 2007
Smullen rond pasen in Griekenland!
En die zien er zo uit wanneer ze, samen met pens, tot 'Majeritsa' worden verwerkt. De traditionele paassoep. Smaakt net zoals het eruit ziet!
Het water loopt je in de mond!
zondag, april 15, 2007
Murakami
Ik wil niet naar mijn werk.
Het zal niemand ontgaan zijn dat de hype rondom Murakami mythologische proporties begint aan te nemen. In Japan slapen mensen met zijn boeken onder hun hoofdkussen.
In de documentaire ‘Dinner with Murakami’ verteld een psychologe dat ze door het lezen van zijn boeken haar patiënten beter ging begrijpen.
In ‘De wereld draait door’ sprak Tim Krabbé vol passie over de boeken van Murakami, hoe hij ze las en herlas en binnenkort van plan is ze weer te herlezen.
Ik was dan ook vol verwachtingen. Dacht dat dit zo’n boek was dat mijn grondvesten zou laten schudden. Daar hoopte ik in ieder geval op. Dat zijn de mooiste boeken.
De eerste helft van het boek was ik hierover zelfs een beetje verontwaardigd. Er was me zoveel beloofd door Krabbé en de wereld over Murakami en was dit het nu?
Pas in de tweede helft wist het boek me vast te grijpen en ging ik met plezier doorlezen, af en toe schaterlachend. De karakters in het boek begonnen te leven en ik heb het gevoel dat ik ze ken en begrijp. Het boek is ‘af’, een mooi liefdesverhaal, met kop en staart, waar gevoelsmatig alles aan klopt. Het is een Bildungsroman, waarin de karakters volwassen worden, of – zeer traditioneel Japans, voor de meesten van ons gelukkig ondenkbaar - dit proces afbreken door zelfmoord te plegen. Al met een al best een lekker boek.
Ik zal zeker nog eens iets van Murakami lezen, als ik het tweedehands ergens aan kan treffen. Me naar de boekhandel snellen met een kloppend hart om zijn boek aan te schaffen na de beloftes van anderen doe ik niet meer.
De belofte hield geen stand.
Ik ga vandaag, de dag voor het aanbreken van de werkelijkheid, nog even bivakkeren in de tussenzone. Genieten van het weer, op de fiets de natuur in en net doen of alleen vandaag blijft bestaan. Kop in het zand, kijken wat ik mezelf kan beloven voor de komende maanden.
Belofte maakt immers schuld.
vrijdag, maart 30, 2007
donderdag, maart 29, 2007
Polshoogte nemen
Lief gaat mee om zich ervan te verzekeren dat ik weer terugkeer naar Nederland en me niet vergrijp aan een behaarde Kretenzer.
Niet dat ik met die gedachte rondliep, maar zo af en toe vraag ik mij vol verbazing af welke reden de mensen op straat om me heen hebben om hier te blijven wonen. Of doen ze dat vrijwillig, omdat ze hier nu eenmaal toevallig al waren?
Mijn onvermogen om dit te begrijpen geeft wel aan dat deze zomer geen makkelijke rit gaat worden.
Lief doet er verstandig aan me te vergezellen.
dinsdag, maart 27, 2007
De onthulling
Wie zal de Libris literatuurprijs winnen? Wie gaat er met de pot met 50.000 euro vandoor?
En wie is die warrige maar vooral toch ook lieftallige receptionste?
maandag, maart 12, 2007
Kusjens
vrijdag, maart 09, 2007
Verliefd op het verleden
'In juni, als de lindebomen bloeien, hou ik het meest van Amsterdam. Minstens een kwartier per dag ben ik dan gelukkig, op de heenweg naar mijn werk...'s ochtends op de fiets voel ik me hogelijk bevoorrecht en schaam ik me zelfs een beetje voor het voorrecht door zo'n stad te mogen fietsen. Waar ter wereld mag er zonder enige toeganskaart en zonder restrictie door een museum gefietst worden?'
De beste manier voor mij om van een plek te gaan houden is door me in zijn historie te verdiepen. Moderne kunst en moderne architectuur beroeren mij niet snel, het is verval waar ik schoonheid in vind.
En het overleven van de tand des tijds. Iets materieels dat niet van de aardbol is verdwenen, in welke staat dan ook verkerend.
Het zal wel te maken hebben met de illusie dat niet alles zinloos en vergankelijk is.
Dat er wat blijft. Wat dan ook.
Deze liefde voor het verleden leeft sterk in me. Mijn verzameldrang, mijn liefde voor literatuur en dan met name de klassiekers, mijn strooptochten langs kastelen en ruines en mijn verontrustende aantrekkingskracht tot - het liefst stokoude - kerkhoven.
Ook in Amsterdam zoek ik naar het oude om het nieuwe te kunnen waarderen.
In diezelfde periode las ik het boek 'verliefd op het verleden', een boek dat goed aansluit op mijn ontdekkingstocht. Het is namelijk een boek dat het verleden verheerlijkt, een intense passie voor 19de eeuwse literatuur herbergt en een aantal sublieme facetten van Amsterdam naar voren brengt. Kortom, op drie niveaus een uitstekende voeding.
Marita Marthijsen is hoogleraar moderne letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Haar boek is een verzameling columns, het had een gebundelde weblog kunnen zijn. In het boek is weer een onderverdeling in vier segmenten, waarvan ik er twee fantastisch vond: 'De lust van het lezen' en 'In de krochten van het verleden' .
De namen van de onderlinge hoofdstukken zijn veelzeggend: 'Boekbevlekking', 'Boekenhypen in het verleden?', ' Verloren bibliotheken' en ' Het bourgondisch lezen'.
Tijdens het lezen van dit boek raakte ik ontroerd en enthousiast. Het zijn de boeken waar wij als mens het meest aan hebben. Boeken die aanzetten tot handelen, dromen en meer willen.
Boeken die de leeslust aanwakkeren. Daarna bevond ik mij op een zoektocht naar Piet Paaltjes 'Snikken en grimlachjes' en zag ik de wellust in Bilderdijks gedicht 'Kusjens'. Ook bracht het mij naar mijn volgende leeskeuze; Ik lees nu Frederiks van Eeden's 'Van de koele meren den doods'. Het boek is leerzaam op een niet belerende wijze.
Wist U bijvoorbeeld dat 'de Juliaanse kalender werd verfijnd door paus Gregorius XIII in 1582, die per vier eeuwen drie schrikkeldagen liet vervallen? In 1582 liet hij ter correctie ook 10 dagen in oktober verdwijnen: de dag die volgde op donderdag 4 oktober, was vrijdag 15 oktober.'
Of dit? 'Ergens in de jaren negentig kwam men erachter dat er nog een slachtoffer extra bij de 1835 doden van 1953 geteld moesten worden. Een kind was geboren in de nacht van de stormramp en diezelfde nacht, nog voordat de naam geboekstaafd stond, verdronken met zijn moeder en haar andere kinderen. Wat een gruwzame kortstondigheid van een bestaan, dat bedoeld was om uit te groeien tot een flink leven! Wat een helse smart voor een moeder die haar barenspijnen beloond zag met een beloftevol kind, en misschien nog voordat het kraambed verschoond was en het jongetje en zij gewassen waren, omkwam in de vloedgolf. Geboren om verdronken te woren.'
In de naam der liefde heb ik besloten om een tijdje in Nederland te blijven. Ik heb Chania ingeruild voor Amsterdam, maar blijf middels een navelstreng verbonden aan Kreta en weiger deze door te knippen. Mijn huisje daar houd ik vooralsnog aan.
Ondertussen doe ik mijn best om Amsterdam te omarmen.
Zodat ik misschien ooit, in de Griekse zon gezeten, met een gevoel van heimwee terug zal denken aan de Amsterdamse grachten en herenhuizen.
vrijdag, februari 23, 2007
De lezende receptioniste
Kan-mezelf-wel-voor-mijn-kop-slaan-spijt.
Dat ik als puber niet het besef had dat verder studeren later poorten zou openen.
Later was de toekomst en die bestond niet en was dus per definitie onbelangrijk.
Mijn oog was toen al gericht op Kreta en een toeristische opleiding leek me de snelste manier om er te komen.
Regelmatig wens ik dat ik een andere droom verwezenlijkt had. Een studie Nederlands, letterkunde of literatuurgeschiedenis.
Nu werk ik dan bij een uitgeverij, op de allerlaagste maatschappelijke trede binnen het bedrijf.
Ik ben er telefoniste/receptioniste.
Met enige jaloezie kijk ik naar de collega’s die in een hogere kaste zitten. Er bestaat nog maar één tree lager…als ik me buiten op de stoep aan het raamkozijn zou vastgrijpen om door het raam naar binnen te gluren.
Schrijvers zijn verbaasd wanneer ik ze herken. Dat verwachten ze van alle anderen binnen de uitgeverij, maar niet van de receptioniste.
Wanneer ik ze vertel dat ik hun boek gelezen heb zie ik consternatie.
De telefoniste leest?
Gelukkig zijn er uitzonderingen. Er bestaan leuke schrijvers. Beroemdheden die aardig en normaal zijn gebleven en graag even babbelen.
En daar doen we het voor!
zondag, februari 11, 2007
Dagboek van een steward
Op de vakantiebeurs begin januari trof ik de auteur aan in een eigen boekenstand. Hij signeerde en verkocht zijn debuut daar.
Ik had al eerder over Marten gelezen (interview in een of ander vrouwenmagazine) en omdat ik zelf in november ook gesolliciteerd had bij de KLM wilde ik zijn boek graag lezen. De wachtrij bij de KLM is zo lang dat ik in september op gesprek kan komen en zou ik uiteindelijk eventueel worden aangenomen, in september 2008 (!) kan beginnen. Voldoende gelegenheid om me voor te bereiden dus.
TM Trademark -de uitgeverij van Marten- heeft er werkelijk alles aan gedaan om dit boek het predikaat chicklit mee te geven. Welke zichzelf respecterende man koopt een boek met op de voorkant de opmerking: 'Grappig en soms shocking' (Cosmopolitan) en op de achterkant de woorden: 'Dit waargebeurde en verrassend goed geschreven boek is een must als je een carrière in de lucht overweegt.' (Viva)?
Slik. Het mag dan wel waar zijn, maar de Cosmo en de Viva?
Toch laat ik me niet zo snel afschrikken, zelfs niet door de knappe knop van Marten die op de voorkant prijkt (een blik op internet geeft ook al snel te kennen dat hij als model bijklust).
Zelf ben ik de afgelopen dertien jaar werkzaam geweest als standplaatshostess in Griekenland en voor mij was zijn boek een feest van herkenning.
Net als Marten was ik het visitekaartje van een bedrijf, die middels een glimlach de gasten verwelkomde. Ik was een onderdeel van de gebakken lucht die een reis in werkelijkheid is. Mensen betalen voor een foto in een brochure of een gevoel dat het reisburo ze meegeeft en ik moest er verdomde hard mijn best doen dat dit plaatje standhield.
Indruk en herkenbaarheid zijn erg belangrijk, daarom moeten ook de hostessen altijd onberispelijk in hun uniform gestoken zijn. Veertig graden celcius in de schaduw en toch op de luchthaven gilet aan, sjaaltje om en de voeten in dichte schoenen gestoken!
Deze uniformen zijn niet altijd even modieus of flaterend. Ik herinner me een zomer dat ik voor OAD werkte en in een kanariegeel outfit rondliep. Kanariegeel staat me niet. Volgens mij staat Kanariegeel niemand.
Dit werk is hoe dan ook uitermate verslavend. Na al die jaren wil ik nu een switch maken, maar ik zal het zeker gaan missen. Het is een 'ons kent ons' wereldje, waar buitenstaanders niet bij horen. Je geniet veel aandacht wanneer je in je uniform rondloopt. Restauranthouders, winkels, hotelbars, ze hopen allemaal dat jij je gasten naar hun toe zult verwijzen en proberen je daarom te paaien met gratis drankjes, fikse kortingen en andersoortige liefdadigheid. Dat die aandacht niet oprecht is, nam ik op een gegeven moment maar voor lief. Ik vind het namelijk prettig wanneer mensen de gehele dag aardig tegen me zijn. Prettiger dan afgesnauwd worden.
Dat krijg je al voldoende van ontevreden gasten, die je helemaal niet als vriend beschouwen maar als een middel om hun zin te krijgen.
Het werk heeft vele leuke kanten. De afwisseling, het onverwachte, de zelfstandigheid en de zonovergoten werkvloer.
De laatste jaren zijn de negatieve kanten echter zwaarder gaan wegen. Toen ik begon te werken als hostess waren er nog geen mobiele telefoons (haast niet meer voor te stellen). Nu moest ik dat rotding altijd bij me dragen en kon hij ook dag en nacht afgaan. Vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week sta je op standby. Niet fijn als je vanwege vermoeidheid op je tandvlees loopt. Ik heb wel eens op het punt gestaan hem in zee te mieteren.
De salarissen en werkvoorwaarden zijn de laatste jaren dramatisch verslechterd. Dertien jaar terug betekende een fulltime baan als hostess dat je een stuk of acht hotels onder je had in een gebied van hooguit dertig vierkante kilometer. Vorig jaar startte ik met drieënveertig hotels in een strook van honderdtwintig kilometer.
Heb je het geluk om voor een grote touroperator te werken dan loopt je contract waarschijnlijk via OSP Zwitserland en heb je dus geen recht op een uitkering wanneer je werkeloos wordt en spaar je ook niet voor je pensioen!
Omdat het een gewilde job is voor jonge meiden die er even een jaar tussenuit willen en bereid zijn te werken voor kost en inwoning, ben je zo vervangbaar als de pest. Voor jou tien anderen.
Gelukkig bestaan er nog enkele bedrijven die liever mensen in dienst hebben die wat ouder zijn en kennis van zake hebben. De touroperator waar ik de afgelopen jaren voor werkte was selectiever in zijn keuzes.
Standplaatshostessen (voor 80% vrouw, de mannen die voor dit beroep kiezen zijn grotendeels niet heterosexueel geaard) worden primair geselecteerd op uitstraling en mondigheid. Ze komen uit allerlei vakgebieden. Ik ken collega-hostessen met een wiskundige achtergrond, uit de horeca afkomstig, een ex-psychiater, een student Russisch, een DJ, en een leraar. Ik behoor tot de minderheid met mijn afgeronde toeristische opleiding.
Na dertien jaar zou ik een boek kunnen schrijven over situaties waarin ik met gasten verzeild was geraakt. Een orgie die uitmondde in een vechtpartij, plas- en poepsex op hotelkamers, ranzige ziekenhuisopnames door dubieuze artsen, een sterfgeval waarna het ziekenhuis het presteerde het verkeerde lijk naar Nederland toe te sturen, gasten die je midden in de nacht wakker bellen omdat het toiletpapier op is, het is maar een greep uit de ontelbare herinneringen.
Dit is nu exact wat Marten van der Veen (overigens afgestudeerd psycholoog) heeft gedaan. Hij heeft alle smeuïge details opgetekend, de voordelen en de nadelen in zijn boek verwerkt en daarnaast verteld hij enthousiast over de verre landen die hij door zijn baan kon bezoeken. 'Dagboek van een steward' is een aanrader voor elke man of vrouw die affiniteit heeft met het toerisme of er werkzaam in is (geweest).
Na het lezen van zijn boek twijfel ik of ik nog wel op gesprek wil bij de KLM in September. Ik kan namelijk niet zo goed tegen slaapgebrek en nachten doorhalen lijkt me geen goed vooruitzicht.
Marten heeft na vier jaar vliegen ontslag genomen en werkt nu aan zijn tweede (niet-biografische) roman. Dat is nu eens een leuke baan!
zaterdag, februari 10, 2007
Afluisteren in de tram
‘I am from
‘Aaaah…
‘I don’t know if it’s like Indonesian food sir, but I like it.’
‘You like
‘O, yes, I love it.’
‘You’ve been to the Vondelpark?’
‘Yes sir.’
‘Do you know that the buildings here are sinking? They have to put them on these…how do you call them…oh forgive my bad English…these wooden sticks…’
‘Pillars?’
‘Yes! Pillars! They put the houses on wooden pillars to stop them from sinking.’
‘Oh…that sounds really interesting!’
‘Oh Yes, I like wine sir.’
‘I don’t drink wine. Not really. But I do have a nice bottle in my house….’
‘…’
‘I’d drink it with you…My stop is in 1,5 minute. Can I offer you some wine?’
‘I would love some sir.’
maandag, januari 29, 2007
Er staat nog zoveel moois op mij te wachten!
De boekenbeurs in de Eusebius kerk te Arnhem was een prima excuus om weer eens flink klassiekers in te slaan (zie foto). Ik ben namelijk tot de conclusie gekomen dat ik te veel tot hype gemaakte boeken lees en daar moet maar eens een eind aan komen. Al die debuten, al dat door uitgevers, boekhandelaren en recensenten de hemel ingeprezen prut, ik worstel me er doorheen en werp ondertussen een onrustige blik op de Dostojevski's, Poe's en Goethe's die mij vanuit de boekenkast aanstaren. Waarom doe ik mezelf dit aan? Laat ik nu toch eens radicaal besluiten mijn neus te begraven in de boeken van tot stof vergane genieën. Bij voorkeur bivakkeer ik in vervlogen tijden. Eeuwenoude romans, mannen met hoge hoeden en een staf in de hand, middeleeuwse steegjes, daar wil ik in huizen.
Mijn geduldig wachtende boeken staan versplinterd over drie bibliotheken. Stuk of driehonderd in het ouderlijke huis te Wageningen, een boek of tweehonderd bij mijn lief in A'dam en ongeveer zevenhonderd boeken in mijn huisje op Kreta. Vanaf nu neem ik me heilig voor om het lezen van debuten te beperken tot hooguit 20% van mijn dieet, en dan alleen nog wanneer het onderwerp me uitermate interesseert.
Ik hoor vanuit alle windstreken gejuich uit mijn boekenkasten opstijgen!
maandag, januari 15, 2007
Manuscripten (deel 3)
Een uitgeverij wil in de eerste plaats bestsellers publiceren. En debutanten brengen meestal minder geld binnen. Er moet meer worden uitgegeven aan promotiekosten en zelfs dan is het nog maar afwachten of het boek verkopen zal. Bekende gezichten zetten beter af op de boekenmarkt. Om voor mij onbegrijpelijke redenen wil het publiek met liefde lezen over de belevenissen van de hond van Jan Lenferink in Amsterdam. Ook is men geïnteresseerd in het smeuïge, emotionele verhaal van Janneke Schoonhoven, de moeder van Sara en Ammar. Zij heeft onlangs (timing) een boek geschreven over de ontvoering van haar kinderen naar Syrië.
Is dit nu literatuur?
Ben je geen bekende Nederlander, en ken je ook geen bekende Nederlander die je ergens naar binnen kan loodsen, dan moet je naast je manuscript ook jezelf kunnen verkopen. Een charmant hoofd, een sexy glimlach of een vlotte babbel willen nog wel eens helpen. Maar ja, laat dat maar eens uit je manuscript spreken.
Netwerken, contacten gebruiken, opvallen. Dát moet je wil je een bekende uitgeverij binnenstappen.
Kluun stuurde zijn manuscript van 'Komt een vrouw bij de dokter’ naar een aantal uitgeverijen en ontving enkel standaard afwijzingen terug. Wat zou er in de begeleidende brief hebben gestaan; Mijn vrouw ging dood aan kanker en ik ging vreemd?
Op een gegeven moment vond Kluun dat de maat vol was en vroeg hij rond of er iemand bevriend was met een redacteur. Hij vond twee kennissen die wel een goed woordje wilden doen. Via hun lukte het hem om zijn manuscript persoonlijk te overhandigen en binnen twee dagen boden twee uitgeverijen hem een contract aan.
Zo gaat dat dus.
Het beeld van de wereldvreemde, contactgestoorde schrijver verbrokkelt binnen de grote uitgeverij.
Desondanks worden ingestuurde manuscripten wel degelijk ingekeken. Stuk voor stuk. Het zal je toch maar gebeuren als uitgeverij dat je de nieuwe Grunberg of Brusselmans voorbij laat gaan.
Nee heb je, ja kun je krijgen, dus probeer het en stuur je manuscript in!
Enkele tips:
- Besteed uiterste zorg aan de begeleidende brief. Zorg dat deze opvalt, maar houd het formeel. Vermijd zinnen als: 'Ik heb nog nooit eerder iets ingestuurd', 'Ik zou het wel leuk vinden als U iets van mij wilt publiceren', 'Ik heb dit verhaal van mij afgeschreven en dacht, kom ik stuur het naar U toe' en 'Ik weet, het is nog niet zo goed, daarom heb ik uw advies hard nodig'.
- Heeft U een belangrijke literaire wedstrijd gewonnen? Schrijft U een column? Al eerder een goed verkopend boek ergens anders (of in eigen beheer) gepubliceerd? Zet dit in uw begeleidende brief! Dit zijn feiten waar een uitgever iets mee kan!
- Geef ook veel aandacht aan uw synopsis. Dit leest de redacteur als tweede door.
- Denk aan vormgeving!
- Zorg ervoor dat uw manuscript naar uw gevoel 'af' is. Nog beter is het om uw manuscript eerst naar een manuscriptenbeoordelingsbureau te sturen. Dit kost wat, maar dan krijgt U wel waardevolle tips, wordt uw manuscript bijgeschaafd en kunnen ze U zelfs doorverwijzen naar een passende uitgeverij. Ik ben overigens benieuwd naar ervaringen met een script bureau!
Lukt het niet, geen wanhoop! Wellicht kunt U een literair agent benaderen (bijv. Sebes) of uw boek in eigen beheer uitgeven.
Het beeld dat ik van de ideale schrijver heb blijft staan. En dat is geen fotomodel, maar een persoon gerijpt door levenservaring, wereldvreemd en een klein beetje gestoord, zoals elk genie hoort te zijn.
Bovendien schrijft de ware schrijver omdat hij moet. Omdat zijn geestelijke gezondheid in het nauw zou komen als dit hem (of haar) ontnomen zou worden.
Deze schrijver blijft ten alle tijden schrijven. Ook na afwijzingen van uitgeverijen.
Een enkeling lukt het om door de mazen van het net te komen en zijn boek uit te brengen.
En ik?
Ik blijf zoeken naar de boeken van deze schrijvers!
dinsdag, januari 02, 2007
Kater
Na een fijn weekend vol wijn, champagne en lekker eten bij de familie ging ik op zondagavond weer ontspannen huiswaarts naar Amsterdam.
Bij binnenkomst viel de uitzonderlijke troep mij op. En de vloer plakte. Een flesje Sake lag om.
Toen viel mij pas op dat mijn Skype headset op de grond lag. Samen met de webcam.
En er geen laptop meer op tafel stond.
Achter bleek een raampje ingegooid en de achterdeur geforceerd.
Ingebroken.
En vanochtend belde lief.
Zijn fiets was voor onze deur weggejat.
Leuk zeg, Amsterdam!