maandag, december 07, 2015

Waanzin in de letteren


Oktober en november stonden in het teken van de collegereeks van UVA's illustere school: 'Waanzin in de letteren. Ik had er vrije dagen voor opgenomen en wilde me er dusdanig in onderdompelen dat het 6 minivakantiedagen zouden worden. Het genot van iets nieuws ondernemen op reguliere werkdagen! Door de prachtige stad te struinen op de woensdagmiddag en even net te doen alsof ik serieus letterkunde studeerde, in Amsterdam op kamers woonde en op een ontdekkingstocht in Amsterdam was.

Bert Paasman behandelde de 'Waanzin in de 18e-eeuwse literatuur'. Hij had wel even getwijfeld of hij het college kon geven. Tijdens de Verlichting (Age of Reason) was er volgens de heer Paasman weinig ruimte voor gekken in de literatuur. Er was eindelijk licht na de duistere middeleeuwen, die op schrift bevolkt werden door zotten, gekken, magie en ketters.
Toch gebeurden er ook in de 18e eeuw nog wel 'gekke' dingen . Op zondag kon je voor een stuiver 'Dollen kijken' (in Den Bosch afgeschaft in 1809). Dwergwerpen werd nog steeds gepraktiseerd (in 1828 is er in Dordrecht nog een dwerg aan overleden).
In Valkenburg kon je Dolle Alberti voor een stuiver op tafel laten dansen. Voor iets meer kon je hem de hele dag huren bij de caféhoudster.
Ook waren er in de 18e eeuw dames die in de kerk de meest uitzinnige  visioenen kregen, sommigen werden heilig verklaard. Nu zouden we ze ongetwijfeld godsdienstwaanzinnigen vinden.

Wél waren er in de 18e eeuw mensen die waanzinnig werden door liefdesverdriet (Zoals Goethe's Leiden des Jungen Werthers). Rhijnvis Feith schreef een roman genaamd 'Julia', over een liefdeskoppel (liefde op het eerste gezicht) waarvan de hoofdpersoon na het overlijden van zijn geliefde wegkwijnt in een depressie.
Overigens is de enige overgebleven eerste druk van dit boekje in het beheer van Bert Paasman, zoals hij me terecht trots vertelde, toen ik het voorzichtig doorbladerde.

Hoe anders was het gesteld met de 19e eeuw! Dit college werd gegeven door Marita Mathijsen. Graag wijs ik overigens op haar geweldige blog! Zij organiseerde deze collegereeks en was mogelijk de hoofdreden dat ik me hiervoor opgaf. Met veel plezier heb ik enkele van haar boeken gelezen (eentje zelfs tweemaal) omdat ze de literatuur van de 19e eeuw zo tot leven kan brengen.
Daarnaast schrijft ze ook veel in de context tot Amsterdam en brengt daardoor drie favoriete dingen van mij bijeen: literatuur, geschiedenis en Amsterdam.

De 19e eeuw - de eeuw van de Romantiek - koesterde een fascinatie voor de waanzin, zag er een bepaalde sublimiteit in. Men redeneerde dat juist de waanzinnige vaak helder kon zien en dat het angstwekkende tegelijk schoon was. De literatuur werd bevolkt door bijvoorbeeld dubbelgangers (Hoffman & Poe), gekwelde en mogelijk psychisch gestoorde dames die suïcide pleegden (Madame Bovary, Eline Vere, Anna Karenina, Hedwig Marga de Fontayne) en mannen die moordenaars werden (zoals in 'Een nagelaten bekentenis van Emants').

De 19e eeuwse literatuur is mijn persoonlijke favoriet. Dit zijn boeken waarin ik kan wonen. De hoofdpersonen zijn nog niet zover van mij verwijderd dat ik ze niet meer kan verstaan. Het taalgebruik is erudiet en poetisch. De wereld was minder maakbaar dan nu en het leven was hard, maar ook duidelijker. Men zocht naar een diepere betekenis en het verhevene, in het bovennatuurlijke en het natuurlijke, in de liefde en het leven zelf. Tegenwoordig lijkt zoveel versnipperd en vergruisd. Onze illusie van maakbaarheid. De afleidingen van alle virtuele werelden. De vereenzaming (ieder voor zich en niet meer zorgen voor elkaar). Het lawaai. De dood die we zover van ons af schuiven, vaak succesvol, dat wanneer hij uiteindelijk toch zijn gezicht laat zien we hem niet meer erkennen.
Soms koester ik een nostalgie richting een eeuw waarin ik nooit geleefd heb. Lees ik passages over een zondagse lunch in Amsterdam en zie ik de rijtuigen rijden, de hoge heren met hoeden op die wandelen, en zie ik nergens mensen naar hun iPhone staren. Kortom - ik romantiseer de eeuw van de romantiek. Niet dat ik werkelijk van eeuw wil ruilen overigens. De emancipatie is ook mij welkom, de reden dat ik een carrière heb, mijn partner zelf kan uitzoeken en kan lezen wat ik wil. Dat ik antibiotica kan slikken wanneer ik longontsteking heb en een vrij mens ben die vele jasjes aan kan doen.
Maar zo heel af en toe is het fijn om via een mooi boek te reizen naar een andere tijd, waar ik, in ieder geval ten de duur van het boek, mij zeer vertrouwd voel.
Dankzij Marita Mathijsen is mijn lijst met 19e eeuwse boekenwerelden weer een stukje gegroeid!

Klaus Beekman gaf een college genaamd 'Waanzin tussen twee wereldoorlogen' (jaren 20 & 30) en de laatste in de reeks was van Stefan Bresser 'Waanzin in de jongste literatuur'. Maar dat verdient nog een apart blogje.