zondag, april 05, 2015

Weet jij nog waar je was?

Op de dag dat Theo van Gogh werd vermoord was er een aardbeving op Kreta. Ik lag met een vriendin op een handdoek op het strand, mijn handen diep in het zand gestoken. Want dat voelt zo fijn, de koelte onder het brandende zand. Ineens voelden we de aarde schokken, diep onder onze handen en keken we elkaar aan.
Enkele minuten later ontving ik een sms'je dat Theo van Gogh vermoord was en hoe hij afgeslacht was.
Het instorten van de Twin Towers heb ik 'live' gezien in het huis van een ex in Kastelli. Er liep een grote scheur dwars over de muur achter de televisie, daterend van een eerdere aardbeving. We waren een soap aan het kijken en die werd onderbroken door de beelden van een brandende Twin Tower. Ik herinner nog mijn volledige verwarring toen ook de tweede toren werd geraakt door een vliegtuig.
De dag dat Princess Diana verongelukte werkte ik, samen met diezelfde vriendin, in de horeca in een hele vage bar genaamd Seawolf. Buiten op het terras zaten intens verdrietig mensen wiens dochter veertig dagen eerder verongelukt was. Ze hielden een herdenkingsdienst en wij schonken koffie. Op een gegeven moment kwam mijn vriendin naar me toe en vroeg: 'wát betekent skotothike?'. Ik zei: 'dood'. Toen zei zij: 'Oh, dan is Diana dood.'
De herinnering dat we beiden in afschuw voor de televisie stonden terwijl op een paar meter van ons rouwende mensen koffie dronken staat me in mijn geheugen geprent.

Dit geldt ook voor mijn favoriete boeken. Ik weet nog exact wáár ik ze las. En wanneer ik er aan terug denk is de herinnering aan de locatie vaak één geworden met het boek.
Ik kan misschien niet meer de volledige inhoud terug roepen, maar wel het gevoel dat het boek bij me teweeg bracht en de plek waar ik toen was.
"De ondraaglijke lichtheid van het bestaan" van Milan Kundera las ik in mijn eerste slaapkamer in Kalamaki. Het was een donkere kamer met één raam, uitkijkend op het balkon van de buren. Er zaten diepbruine inbouwkasten in de kamer en Poes was toen nog een kitten (nu alweer jaren dood). Het boek wakkerde een verlangen naar klassieke muziek bij me op en op mijn kleine Wereldradio stemde ik af op een oostblokzender en luisterde uren naar Bach, Beethoven en Ave Maria's.
"De verborgen geschiedenis" van Donna Tartt las ik in de tweede slaapkamer van het huis in Kalamaki. Deze kamer was ruim, had een stokoude hanglamp met drie gloeilampen erin waarvan er met geluk ééntje het deed. De kamer had grote schuifdeuren naar de veranda maar die waren dicht terwijl ik het boek liggend op bed las. Ik kon namelijk niet meer stoppen met lezen. Ik las tot half zes in de ochtend en moest om zeven uur weer aan het werk. Deels door slaapgebrek en deels doordat ik bevangen was door het boek zag ik die dag overal gelijkenissen van de hoofdpersonen in het boek in de mensen om me heen. De Italiaans-Nederlandse jongen waarmee ik op dat moment een vluchtige verhouding had leek het evenbeeld van Richard. In karakter en uiterlijke kenmerken. Misschien was dat wel een reden waarom de verhouding strandde.

"Oblomov" van Gontjarov las ik op mijn bank in de huiskamer van Amsterdam. Ik keek op de klok en zag dat het zeven uur in de avond was. Toen keek ik weer en was het elf uur.

De Harry Potter reeks las ik in het ziekenhuis in 2001. Het was een nare periode - men dacht dat ik Crohn had, maar het bleek een verwaarloosde blindedarmontsteking. Die ontdekking deed men echter pas maanden later, na héél veel Antibiotica en Prednison en nadat ik badkuipen vol overgegeven had. Ik bleef halverwege de reeks steken. Ondanks het plezier dat ik aan het eerste boek beleefd had, heb ik ze nooit kunnen uitlezen. Ik word nog steeds spontaan misselijk zodra ik weer probeer verder te lezen waar ik gebleven was.
"Het paradijs" van Anton Haakman las ik op het strand in Kalamaki met uitzicht op het verlaten eiland Thodorou. Net als het eiland in het boek van Haakman is ook Thodorou een verboden eiland voor onbevoegden. Mijn fantasie sloeg door het boek op hol.

"Minder dan niks" van Brett Easton Ellis las ik een paar weken terug op Kreta in het huis van één van mijn beste vriendinnen. Ja, dezelfde van de aardbeving op het strand en de kroeg van Princess Diana.
Ik liet in 2006 mijn leven op Kreta achter voor een nieuw avontuur in Amsterdam, maar zij woont nog steeds op het eiland van Theseus.
Gezeten op haar bank, gehuld in zes lagen kleding, elektrische deken onder me, fleece deken over me heen en vriendin aan de andere kant van de bank met haar laptop op schoot, las ik het boek in anderhalve dag uit.
Ik denk dat ik over tien jaar niet meer exact weet waar het boek over ging, maar wel dat het zo gezellig was op die bank in het koude huis en dat ik iedere keer wanneer ik opkeek door haar raam de olijfbomen zag buigen door de regen.