zaterdag, augustus 01, 2015

Onderwater zwemmen in troebel water zonder adem te kunnen halen

Twee dagen (te?) lang verkeerde ik in de nachtmerrie genaamd 'Malina'. Na vijftig bladzijden moest ik grote innerlijke weerstand overwinnen om niet te stoppen met verder lezen.

Maar net als het niet kunnen wegkijken bij een dramatisch ongeluk dat zich voor je ogen voltrekt, las ik gestaag verder.

Het lezen van 'Malina' kan ik omschrijven als onderwater zwemmen in troebel water zonder adem te kunnen halen.



Het is - na de 'Glazen stolp' van Sylvia Plath - zonder meer het meest deprimerende en zwartgalligste boek dat ik ooit gelezen heb.
Hele dialogen waren niet te begrijpen. Wartaal met een duister randje.
Andere delen waren pure poëzie.

Met een duister randje.

Dat de schrijfster Ingeborg Bachmann het grootste deel van de dag onder invloed was van kalmeringstabletten en kampte met depressies verbaast me niets. Ze balanceerde op de rand van de waanzin. En toch schittert haar intelligentie dwars door alle chaos heen.

Ontluisterend zijn de verwijzingen naar levend verbranden, verminkt raken door brand, roken, zelfmutilatie en ambulances. Ingeborg Bachmann overleed in haar appartement in Rome doordat een smeulende sigaret haar in vlam zette.

Enkele citaten:

"Zo leef ik als een halve wilde in een magische wereld, voor de eerste maal bevrijd van de oordelen en vooroordelen van mijn omgeving, zelf niet meer in staat tot een oordeel over de wereld, maar alleen tot een ogenblikkelijk antwoord, tot gehuil en gejammer, geluk en vreugde, honger en dorst, want ik heb te lang niet geleefd" - blz 47

"Wie een waarom heeft in het leven, verdraagt bijna elke hoe" - blz 138

"Daar is de reden te vinden, waar nog niemand naar gezocht heeft, waarom alleen vrouwen voortdurend hun hoofd vol hebben met hun gevoelens en hun affaires, met hun man of hun mannen. Het denken daaraan neemt in feite het grootste deel van de tijd van elke vrouw in beslag. Maar ze móet eraan denken, omdat ze het anders letterlijk, zonder het nooit verslappende koesteren en stimuleren van haar gevoel, nooit met een man zou kunnen uithouden, die immers een zieke is en zich nauwelijks met haar bezighoudt.' - blz 172

"Want zulke wensen doen nog wat leven ontstaan op de momenten dat ik te weinig leven heb naast Malina's leven." - blz 185

"De oude professor, die op dat moment tevens rector was droeg een vuile kamerjas, hij had pas nog een orde uit Griekenland gekregen, waarvoor weet ik niet en hij begon te vragen zeer geïrriteerd door het feit dat een kandidaat ontbrak als gevolg van overlijden, maar ik was tenminste verschenen en nog niet dood." - blz 195

"IK: Misschien heb je gelijk. Soms denk ik dat ik mezelf weer terugkrijg zoals ik vroeger was. Ik denk te graag aan de tijd waarin ik alles had, waarin mijn blijheid de ware blijheid was en mijn ernst de goede ernst. Daarna is alles beschadigd, gekwetst, gebruikt, misbruikt en tenslotte kapotgemaakt. Langzaam heb ik me hersteld, ik heb de steeds groter wordende gaten gedicht en ik geloof dat ik genezen ben. Nu ben ik dus bijna weer zoals ik was. Maar waar is die weg goed voor geweest?" 
MALINA: Die weg is nergens goed voor, hij is er voor iedereen alleen hoeft niet iedereen hem te gaan. Maar op een dag zou je heen en weer moeten kunnen schakelen tussen je teruggevonden ik en een toekomstig ik dat niet meer het oude ik kan zijn. Zonder inspanning, zonder ziekte zonder spijt." - blz 197

"Want vandaag is een woord dat alleen zelfmoordenaars zouden mogen gebruiken, voor alle anderen heeft het volstrekt geen betekenis, voor hen is 'vandaag' slechts de benaming van een willekeurige dag, namelijk vandaag, het is hun duidelijk dat ze opnieuw acht uur moeten werken of vrij nemen, een paar boodschappen zullen doen, iets moeten aanschaffen een ochtend- en een avondblad lezen, koffiedrinken, iets vergeten zijn, een afspraak hebben, iemand moeten opbellen - een dag dus waarop iet moet gebeuren of liever toch niet te veel gebeurt." - blz 5

En net als bij het wakker worden uit een nachtmerrie, vol verstrikkingen en angsten, ben ik blij (verrast) dat ik het boek uitgelezen heb, maar vooral verrukt dat het voorbij en voor altijd uit is.