zondag, december 31, 2006

Manuscripten (deel 2)

Uw manuscript is gereed en U bent er psychisch klaar voor om hem de wereld in te sturen, het spreekwoordelijk voor de leeuwen te werpen.
U stuurt uw geesteskind naar een uitgeverij.
Wat gebeurt ermee vanaf het moment dat U het loslaat?


1) Bij de uitgeverij waar ik nu werk komt in de eerste instantie alle post eerst bij de receptie binnen en wordt ook door de receptioniste geopend. Alle manuscripten worden op een stapel verzameld.
2) Wanneer de receptioniste er de tijd voor heeft voert zij de adresgegevens, tezamen met de titel van uw manuscript in de computer in. Voordeel van dit verwerkingssysteem is dat het tijdens het invoeren direct aangeeft of U hetzelfde manuscript al twintig maal eerder heeft ingezonden.
3) Vervolgens stuurt de receptioniste een standaardbrief (of een e-mail) naar de schrijver. In deze brief staat dat het manuscript in goede orde ontvangen is en dat de beoordeling enkele maanden in beslag zal nemen. Ook staat erbij vermeld dat U uw manuscript terug gezonden krijgt indien U voldoende frankering heeft bijgevoegd en dat bellen of corresponderen over de gang van zaken geen zin heeft.
4) Uw manuscript verhuist nu naar de volgende stapel: De nog te beoordelen manuscripten...
5) Af en toe neemt een redacteur enkele manuscripten van deze stapel mee naar zijn kantoor. Hij/zij leest uw begeleidende brief, uw synopsis en de eerste bladzijde van uw werk. Mocht uw werk smaken naar meer, zal hij/zij random nog wat passages lezen. Vindt hij/zij het werkelijk interessant dan zal hij/zij het doorgeven aan een collega redacteur om de mening te toetsen.
6) Grootste kans is helaas dat uw manuscript op de laatste stapel beland, terug bij de receptie. De afgewezen-manuscripten-stapel.
7) De receptioniste neemt uw manuscript nogmaals ter hand, en voert in de computer de datum in dat uw boekwerk afgewezen werd.
8) Vervolgens print zij een standaard afwijzingsbrief uit. (Wij danken U voor uw manuscript maar zullen niet overgaan tot publicatie. Over de beoordeling kan niet gecorrespondeerd of getelefoneerd worden...blabla...). Onder de brief staat mijn handtekening. Houd er dus rekening mee dat de persoon die U deze brief toestuurt geen enkele invloed heeft gehad in de beoordelingsprocedure, maar slechts de messenger is. De afwijzingsbrief wordt altijd per post naar U toegezonden (niet per e-mail), indien U voldoende postzegels heeft bijgevoegd samen met uw manuscript.
9) De manuscripten die zonder frankering bij de uitgeverij zijn binnengekomen worden na afwijzing nog een maand of twee bewaard.
In deel 3: Enkele tips (deze vertegenwoordigen enkel mijn persoonlijke mening) om uw kansen te vergroten!

zaterdag, december 30, 2006

Manuscripten (deel 1)

Iedere dag komen er bij de uitgeverij waar ik nu als receptioniste werk manuscripten binnen. Veel mensen verlangen naar een carrière als schrijver. Volgens schattingen dromen één miljoen mensen ervan ooit een boek te publiceren. Vierhonderdduizend Nederlanders hebben al een manuscript klaarliggen. Een paar duizend Nederlanders (inclusief de gevestigde schrijvers) zien komend jaar deze droom werkelijkheid worden. Enkele tientallen kunnen van het schrijverschap leven.
Dat zijn de harde feiten.


Het zal U dan ook niet verbazen dat er van de gemiddeld tien à twintig manuscripten die bij de uitgever per week binnenkomen, ruim 99,5 % wordt afgewezen.
Afschrikwekkende cijfers; Ook ik koester de onwezenlijke droom mijzelf ooit schrijfster te mogen noemen. En nu ik de dagelijkse stroom papieren dromen binnen zie vallen kan ik niet om de realiteit heen.

Uiteraard denkt een ieder die zijn manuscript naar een uitgever toe stuurt, dat de wereld hierop zit te wachten. Dat hij/zij een meesterwerk heeft gecreëerd.
Ik kan U verzekeren dat dit niet zo is! Bij het inschrijven van de manuscripten (dit is mijn taak) lees ik uit pure nieuwsgierigheid de begeleidende brief, de synopsis en de eerste alinea’s door. Vaak overvalt de slaap me al na de eerste bladzijde. Op zich is deze bezigheid zeer leerzaam, mocht ik ooit zelf een manuscript willen insturen.
Je krijgt een redelijk beeld over hoe het dus niet moet:
  • UITERMATE BELANGRIJK: Wees niet brutaal of zogenaamd grappig in de begeleidende brief. Zo ontving ik vorige week een manuscript met de arrogante opmerking erbij dat binnen twee weken antwoord verwacht werd. De tijd die hiervoor staat is minimaal enkele maanden. Soms ontbreekt de begeleidende brief geheel en heeft men enkel een memo op zijn manuscript geplakt met zijn adresgegevens. Zorg er ook voor dat er geen spelfouten in de begeleidende brief of synopsis staan. Dit komt onprofessioneel over. Wees in de begeleidende brief niet denigrerend over uw eigen werk. Ik heb al in een aantal brieven het volgende zien staan: ' Ik weet dat het nog niet zo goed is, maar ik hoop het met uw aanwijzingen te kunnen bijschaven.' Waarom zou een uitgever geïnteresseerd zijn in een manuscript dat U zelf niet goed vindt?
  • Er komen talloze therapeutische werken binnen. Mensen die een persoonlijk drama van zich afgeschreven hebben. Vaak herken je dit aan de begeleidende brief, waarin de schrijver vertelt een verleden vol incest of een alcoholverslaving te hebben overwonnen. Deze verhalen zijn vaak onleesbaar. Men heeft de neiging om over hetgeen dat ‘dicht op de huid’ zit in dagboekvorm te schrijven, zonder karakters duidelijk neer te zetten. Die kent de schrijver door en door, maar zijn lezer niet. Ook kan de schrijver van het drama niet objectief beoordelen of zijn verhaal interessant zal zijn voor een breed publiek. Een mate van afstand tot uw verhaal is belangrijk.
  • Lees goed de vereisten die gesteld worden aan het ingezonden manuscript door en volg deze! Regelafstand, wijze van inbinden, begeleidende brief, etc. Er komen regelmatig manuscripten binnen per e-mail of CD-Rom. Deze worden niet in beschouwing genomen. Twee weken terug kwam er per post een tweehonderd bladzijden tellend, handgeschreven manuscript binnen. De begeleidende brief was geschreven op eigen briefpapier (de man was ooit huisarts) met een groot kruis door het adres getrokken en het nieuwe adres in een bejaardentehuis eronder geschreven. Normaliter stuurt de uitgever een manuscript niet terug indien men geen postzegels bijvoegt. Er is voor dit manuscript een uitzondering gemaakt.
  • Controleer van tevoren of uw manuscript wel past bij de uitgeverij van uw keuze. Er komen regelmatig manuscripten voor kinderboeken of kookboeken binnen; Deze publiceren ze bij de uitgeverij waar ik werk echter niet. Verricht vooronderzoek en zet in uw brief waarom uw manuscript bij de uitgeverij van uw keuze past.
Dit waren een paar tips over wat U niet moet doen. In de volgende delen: Wat gebeurt er met uw manuscript en wat moet U nu juist (mijns inziens) wel doen?

woensdag, december 20, 2006

Acteur schrijft boek


Wat zijn de vereisten voor het schrijven van een megaseller? Talent? Doorzettingsvermogen? Een mate van krankzinnigheid?
Ongetwijfeld (ik ben een optimist) helpen bovenstaande, maar handiger is het als je een sluiproute kent. Doordat je al een bekend acteur bent bijvoorbeeld. Je naam heeft al in neon-letters op een billboard gehangen. Je foto op een pak cornflakes gestaan. Mensen krijgen een warm tintelend gevoel van binnen bij het horen van je naam.
Dan is het interessant als je meent dat je ook nog iets te vertellen hebt.
Zo las ik vorig weekend ‘De heetste stad’, het debuut van (acteur) Ethan Hawke.
In het engels heet dit boek ‘The hottest state’, maar ‘De heetste provincie’, dat ligt niet zo lekker in de mond. Deze acteur heeft 'het' allemaal. Talent en doorzettingsvermogen (in ieder geval als acteur), een moeilijke jeugd - hij heeft jaren met zijn moeder op straat gewoond- en veel vrouwen krijgen een warm gevoel van binnen bij het horen van zijn naam. Logisch vervolg? Een boek schrijven!
Ik kocht dit boekje voor 1 euro op het Waterloopplein (gezegend zij deze markt).
Het was een heel aardig boekje. Ik was er niet door omvergeblazen, maar het maakte de treinreis naar en van Groningen wat draaglijker.
Ethan Hawke verteld in ‘De heetste stad’ het verhaal van de 21-jarige William. Deze jonge acteur komt uit een gebroken gezin en heeft zijn studie niet afgemaakt. Hij neemt geregeld een meisje mee naar huis en alles draait om seks. Tot hij de net zo oude (of jonge) Sarah tegen komt. Hij wordt smoorverliefd op dit complexe meisje; Ze drijft hem tot complete waanzin, en het duurt maanden voordat ze hem toelaat in haar bed.
Dit boek is niet baanbrekend, het verhaal is cliché. De lezer ziet van mijlenver dat Sarah met zichzelf in de knoop zit en de relatie gedoemd is te mislukken. De jongeren hebben nog geen zelfkennis maar hopen desondanks samen zichzelf te vinden. Een toverformule voor liefdesverdriet.
Maar daar ligt ook de kracht van dit boek. De herkenbaarheid.
Ondanks dat de lezer weet dat deze relatie op een drama gaat uitlopen, je beter niet gepassioneerd verliefd moet worden op iemand die met zichzelf overhoop ligt en al helemaal niet als je net volwassen bent, begrijpt iedereen waarom de hoofdpersoon niet anders kan.
Sterker nog, de lezer stond ooit in zijn schoenen.
Wil je even een paar uurtjes terug naar die tijd dat je net de puberteit achter je liet en dacht dat je zo volwassen was? Terug naar die verre herinnering aan die ene persoon waardoor en waarvoor je je zo belachelijk gedragen had?
En daarna het boek dichtslaan, een blik in de spiegel werpen en het even niet zo erg vinden dat je geen twintig meer bent?
Lees dan ‘de heetste stad’ van Ethan Hawke.

dinsdag, december 19, 2006

Nieuwe job

In Amsterdam is het gelukkig niet moeilijk om werk te vinden. Ik had vrij snel twee banen op het oog:
  1. als medewerkster in een reisburo en
  2. als receptioniste bij een bekende uitgeverij.
Ik koos voor nummero dos. Ondanks dat het een part-time functie betrof (22 uur pw). Gewoon puur om het feit dat ik daar omringd zou zijn door boeken, boekliefhebbers en schrijvers. De dagen voor mijn eerste werkdag had ik visioenen over hoe opwindend alles zou zijn. Ik zou de grootheden ontmoeten en zinderende gesprekken voeren over literatuur.
In de praktijk bleek het toch iets minder spannend. Ok, ik heb een aantal bekende schrijvers ontmoet (langs de receptie zien lopen) of gesproken (ehh...doorverbonden).
So what!
Maar het bedrijf weet uitstekend deze werknemer te motiveren. Je mag aanwezig zijn op boekpresentaties en er mogen boeken mee naar huis om te lezen.
Je zou het voor minder doen.

zondag, december 10, 2006

Wat ik vandaag niet leuk vond in Amsterdam:

- Bijna aangereden worden op je fiets, door iemand die verkeerd voorsorteert, en je daarna voor kanker**** uitmaakt
- Je kunt zeggen wat je wilt, ik vind het koud
- Best veel mensen hier

Wat ik vandaag wel leuk vond in Amsterdam:

- BOEKENBEURS van kleine uitgeverijen in Paradiso!
Een verzameling boekenkramen vol bibliofiele werken. Geschept papier, beperkte uitgaven, waar aandacht is geschonken aan alle facetten die van een boek een kunstwerk maken.

Momenteel voor mij een ware boekenhel, nu mijn portemonnee zijn bodem toont. Maar enkel rondstruinen geeft al inspiratie; Een soort van boekenmuseum: kijken, kijken, maar niet kopen.
Toch KAN ik niet op een boekenbeurs rondlopen en NIETS kopen. Het is een soort van heiligheidschennis. Dus voor vijf euro een heerlijk klein boekje van ‘Jos van Waterschoot’ aangeschaft, genaamd: Van hooggeleerde heren, opstandelingen en pornografen. Een wandeling door de geschiedenis van de boekhandel in Amsterdam.’
Wandelen, leuk. Literair wandelen, nog leuker!
Nu ik de dagelijkse boekenmarkt in de Oudemanspoort ontdekt heb, de boekenmarkt iedere vrijdag op het Spui en de antiquariaten in de negen straatjes begin ik het steeds leuker te vinden om in Amsterdam te wonen. Het blijft een ontdekkingsreis.
Project 2007: alle leuke antiquariaten in Amsterdam in beeld brengen!

Ook aanwezig op de boekenbeurs was mijnheer Wijnand Steemers, eigenaar van antiquariaat/uitgeverij Leida te Wageningen. Zelf is de man naast uitgever en winkeleigenaar ook schrijver en kunstenaar. Een paar weken terug stapte ik zijn winkel binnen om vervolgens met een stapel van zijn boeken en dichtbundels de zaak te verlaten, onder voorwaarde ze op mijn weblog te bespreken. Ik ben er echter nog niet aan toegekomen om ze aandachtig door te lezen. Het was te laat om weg te duiken, dus enigszins beschaamd stond ik voor zijn neus. Komt. Binnenkort.

In de kelder van Paradiso was live-muziek en poëzie en het café werd bevolkt door hippe, intelligente, levendige wezens, die met een stapel boeken op hun tafel van hun wijn aan het genieten waren.
Mensen die lezen zijn leuker. Het is een feit.
Neem mij nou. Ik bedoel maar.

vrijdag, december 08, 2006

Fantastica


'Fantastica' was een feest van herkenning.
Vorige week las ik Merel Rozes debuut. Tot en met hoofdstuk veertien vond ik het heel aardig. Daarna werd het gewoonweg geweldig en kon ik het niet meer wegleggen.

Het deed me terugdenken aan mijn verhouding met een Noorse Koerd (of was het een Koerdische Noor?) een aantal jaren terug. Ik ontmoette hem op Kreta en het was, voor mij, liefde op het eerste gezicht. We hadden alles gemeen, dit was voorbestemd.
Hij was nauwelijks terug in Noorwegen of ik had al een ticket geboekt voor een verblijf van een maand naar Tromsǿ, waar hij woonde. Dat ik hem overdag niet mocht bellen vond ik niet raar, want dan zou ik hem tijdens zijn lessen storen.
Dat hij de telefoon nooit direct opnam, maar altijd later terug belde, daar ging ik aan voorbij.
Toen hij me een week voor mijn vertrek naar Tromsǿ vertelde dat hij overgeplaatst zou worden naar Bergen en dat ik hem daar moest opzoeken (en dat kon helaas niet langer dan een week in verband met zijn stage), geloofde ik hem.
En dat ik ook niet bij hem thuis kon logeren omdat zijn huisbaas geen bezoek tolereerde en we daarom in een geweldig hotelletje zouden verblijven, zelfs dat wist hij me haarfijn te verklaren.

In Bergen vertelde hij me – no shit – dat hij moeilijk bereikbaar was omdat hij als tolk werkte. Hij vertaalde de onverstaanbare uitingen van gearresteerde terroristen. Was een groot geheim.
Huh?
Maar…hij was het nog steeds helemaal. Wie weet was het wel waar?

Dat dit verhaal geen gelukkig einde had kan men misschien al wel raden.
Van de ene op de andere dag was hij van de aardbol afgevallen en kwam het besef dat hij waarschijnlijk heel knus met vrouw en kind in Tromsǿ woonde. Misschien zelfs wel anders heette.

Fantastica bracht deze herinnering bij me terug. Het wantrouwen dat ik voelde, de blinde verliefdheid waardoor ik naar excuses zocht, het gevoel zo dom als het achterwerk van een varken te zijn. Merel Roze schrijft beeldend en meeslepend. De liefdesverhouding in haar boek ontwikkelt en ontknoopt zich anders dan de mijne. Dat was nu juist zo spannend, ze houdt je heel lang in limbo en je twijfelt met de hoofdpersoon mee.

'Fantastica' gaat over het leven van een weblogger die een vol en interessant leven leidt. Middels haar weblog ontmoet ze verschillende personen. Eén daarvan is Jake en met hem ontstaat iets moois.
Denkt ze.
Laat U niet misleiden door berichten uit de media dat dit boek chicklit is. Dat is het niet, Merel Roze schrijft op een hoger niveau.

Dat dit boek in het bijzonder interessant is voor vrouwen wil ik wel beamen.
En dan vooral voor dames zoals ik, die wel eens blind verliefd zijn geweest op een man die een vreemde kruising tussen de ware en de antichrist bleek te zijn. Wie is hij nu echt? Is er een ander? Hoe ga je hier mee om? Is hij nu de ideale man of niet?

Lees, herken en geniet van ‘Fantastica’!

maandag, november 27, 2006

Merel Roze's Do's en Don'ts voor webloggers

Toen mijn kat een paar jaar terug hersenvliesontsteking had zakte ze meerdere malen per dag in een coma. Je kon haar heen en weer schudden, haar naam roepen, de kater erop gooien, niets hielp. Behalve een plakje ham. Bungelde je dat voor haar neus heen en weer dan kwam ze heel even bij.
Dit is wat het woord ‘Boek’ bij mij teweeg brengt.
Een vriend zei het vroeger al eens: als jij down bent moeten anderen gewoon het woord boek in je oor fluisteren en je fleurt al op.

Alles wat met boeken of schrijven te maken heeft blijkt weer andermaal een goed medicijn. Met een overdosis immodium (ik nam uit Cyprus als souvenir een buikgriep mee) in mijn lijf nam ik afgelopen donderdag deel aan een workshop ‘weblog schrijven’ gegeven door Merel Roze.
De workshop vond plaats in boekhandel Kniphorst te Wageningen. (Merel las ook een stukje voor uit haar roman debuut Fantastica, die bespreking volgt nog).
We waren aanwezig met een man of dertig, om een tafel gezeten, terwijl Merel ons haar Do’s en Dont’s voor webloggen verklapte.

Ik zal jullie er (verkort) een paar doorvertellen.

Do’s:
- Wees je altijd bewust van je lezers en sta erbij stil of ze wel begrijpen over wie je het hebt wanneer je over je tante Anita schrijft.
Denk aan herkenbaarheid (goede thema’s) en stijl (je schrijft het niet alleen voor jezelf). Overdrijf gerust en maak gebruik van zelfspot en humor.
- Begin, midden, eind zijn uiterst belangrijk.
Nog een leuke tip van Merel: Begin bij het einde en zet het begin achteraan.
Eerste zin is erg belangrijk, net als het slot.
Veel mensen scannen een stukje waarbij ze de eerste en laatste zin lezen.
- Opmaak: Houd het kort, gebruik alinea’s.
Kort en krachtig, maak gebruik van witregels.
Ook vertelde ze dat mensen graag stukjes lezen die de vorm van een driehoek hebben, waarbij langste regels bovenaan staan en kortste onder.
- Wisselen van perspectief (dus eens niet vanuit jezelf schrijven maar het omdraaien).

Don'ts
- Excuseer je nooit over het feit dat je al een tijd niets geschreven hebt omdat je geen inspiratie hebt. Je gaat dan je lezer opzadelen met jouw plichtsbesef.
- Gebruik geen kant en klare weblog (helaas, te laat)
- Let op spelfouten!
- Begin niet met ik.
- Behandel niet twee verschillende onderwerpen in een stuk.

Nog iemand leuke Do’s en Don'ts voor webloggen?

woensdag, november 15, 2006

Een ruig oord


Gewoonlijk is terugkeren in Nederland een ervaring die veel overeenkomsten heeft met een koude douche nemen. De eerste dagen is het schransen alsof ik een zomer niet gegeten heb. De Griekse keuken is heerlijk hoor, maar een mens kan maar zoveel souvlaki aan. Een bezoekje aan de Albert Heijn maakt me tot een kind in een ballenbak.
Voorgaande jaren zakte ik na enkele dagen helaas in een grijze neerslachtigheid, grotendeels beïnvloed door de kleuren buiten mijn slaapkamerraam.
Dit keer is het anders. Ik ben beland in een warm bad. Ik ren met een gelukzalige glimlach van hot naar her en dat doet mijn blog geen goed. Kennelijk geeft melangolie me meer inspiratie. Dan kan ik met zest over mijn morbide fascinaties schrijven zoals moordende schrijvers en zelfmoord in de letteren.
Ook schrijf ik graag over boeken die gelukkig maken. Die zoektocht ligt nu even stil, probeer er maar eens over te schrijven als je al gelukkig bent.
Om er nu nog wel een literaire slag aan te geven: afgelopen zondag ben ik naar ‘het woord in Ruigoord’ geweest (bedankt voor de tip Irene!). Het was inderdaad een ruig oord! De laatste hippie communie in Nederland. Het onderwerp was ‘Griekse poëzie en muziek’, wat me aan het hart ligt als half-Griekse. Ook aanwezig (in pak en met kort haar - een zeldzaam gegeven in Ruigoord) was Hero Hokwerda. Hij heeft veel bundels en romans vanuit het Grieks in het Nederlands vertaald. Alles kwam de revu voorbij, van Sappho tot aan Kavafis. Vroeg op de avond was er Griekse live muziek, wat mooi klonk in de oude kerk. De avond eindigde overigens met mij op het podium. In licht beschonken toestand heb ik een nummer meegezongen met de band, een ode aan de enige andere kortgehaarde man – Hero uitgezonderd – die in deze ruimte aanwezig was.
Aankomend weekend ben ik even in Cyprus. Daarna meer over de geweldige boekenstad Amsterdam!

zondag, oktober 29, 2006

Nieuw begin


Morgen vlieg ik weer terug naar Nederland. Ben ik er klaar voor?
Al dertien jaar herhaalde ik dit ritueel. Na zeven of acht maanden in Chania te hebben verkeerd stop ik mijn hebben en houden in koffers en ga ik weer terug naar mijn andere leven. De sleur kruipt er zo niet snel in, zou je denken.
Ik leid een leven waar velen van dromen. Mocht je in mijn voetsporen willen treden, wil ik toch een waarschuwend woord geven. Dit soort van leven werkt verslavend. Het inruilen werkt verslavend. De nieuwe start. De nieuwe kontakten. En juist daarin ligt het gevaar. Al dertien jaar leef ik een leven waarin ik me gewend heb dat ik alles weer kan inwisselen. Ben ik het zat? Dan boek ik een ticket en begin ik weer opnieuw. Telkens begin ik met een blanco bladzijde. Ik ontmoet nieuwe collega’s die denken dat ik ben wie ik lijk. Soms ga ik het haast zelf geloven. En een seizoen lukt me het nog net om alleen mijn beste ik te tonen. Ik vraag me af of ik ooit kan neerstrijken zonder weer weg te willen vluchten.
Maar ik word ouder. Negentien was ik toen ik hier arriveerde, nu ben ik tweeëndertig. Vroeger was Chania mijn droom, mijn doel. Nu zoek ik naar doelen in dat doel en voel ik me vaak als een stuk drijfhout dat blijft hangen aan hetgene waar het tegenop botst. Ongemerkt is er sleur in mijn rusteloze leven geslopen.
Juist daarom ga ik er weer voor. Spring ik wederom met knikkende
knieën in het diepe in de hoop op iets moois (en er wacht veel bemoedigens op me in ons kikkerlandje).
Een nieuw begin. Dit maal Nederland een echte kans geven.

zondag, oktober 22, 2006

Het regende stoelpoten en ik las niets

In Nederland miezert het en op Kreta heb je ook problemen, maar daar schijnt dan in ieder geval de zon op. Dat zijn van die zekerheden in het leven. Toch?
Nou, dus niet vorige week. Ik vertel jullie uiteraard niets nieuws, het is ook in Nederland op TV geweest, maar mijn god, ik heb in heel mijn leven niet zoveel regen gezien. Eigenlijk zou het niet mogen kunnen, dat je dergelijke levenservaringen op Kreta meemaakt.

Men werd massaal opgeroepen om thuis te blijven, maar dat gaat niet wanneer je als hostess van hot naar her moet rennen om mensen uit hun lekkende kamers te verhuizen naar een droger oord. Ik dreef in mijn auto van A naar B en werd wel even bang dat de auto het zou begeven toen het water op de straat inmiddels de hoogte van het autoslot bereikte en mijn ruitenwissers niet alleen het water van boven moesten verwijderen maar ook het water dat van onderen over de auto sloeg. Maar hij voer driftig door. De techniek staat niet voor niets.

In Almirida had je niets aan de bovenstaande feiten, daar zijn de auto’s massaal in zee beland. Deze foto maakte mijn agent (jullie hebben dit beeld ongetwijfeld in het nieuws gezien).
Ik heb daar ook een hotel, maar er zaten momenteel –godzijdank- geen gastenvan mij. Onkundig van de taferelen die zich daar hadden plaatsgevonden presteerde ik het om op woensdag de teneergeslagen manager van het hotel op ons kantoor aan te spreken. Of ik de volgende dag langs kon komen om mijn informatieboek weg te halen.
De stomverbaasde manager antwoordde: De receptie is weg. Het hotel is compleet verwoest en jij wilt je boek?
Met het schaamrood op mijn wangen en een denkbeeldige staart tussen de benen droop ik af...

Overigens heb ik vandaag weer een paar uurtjes op het strand gelegen, het weer is werkelijk compleet kierewiet.

dinsdag, oktober 17, 2006

Het regent stoelpoten en ik las Theo Kars

Nog twee weken en het toeristenseizoen is op zijn einde. De mensen die hier nu zitten wensen waarschijnlijk dat ze hier niet zaten...het regent hier al een week stoelpoten (in de Griekse taal regent het stoelpoten, geen pijpenstelen). De toeristen zingen momenteel in koor was ik maar bij moeder thuis gebleven.
Ik moet de komende weken het een en ander weghalen in mijn hotels en ben ook begonnen aan een red-het-boek actie. Hotels die nu weten dat ze volgend jaar geen Nederlanders zullen ontvangen gooien hun boeken gewoon weg. De complete verzameling de prullenbak in. En dan voelde ik me schuldig dat ik zo af en toe met een boek een hotel uitsloop.
Zo redde ik van de week A.F.Th. van der Heiden’s ‘Onder het plaveisel het moeras’ en Gioconda Belli’s ‘De bewoonde vrouw’ van dit verschrikkelijke lot.
Eerder schreef ik al dat ik de verhalenbundel ‘Speelkoorts’ van Theo Kars uit een hotelbibliotheek meegejat had (dat jatten krijgt wel een andere nasmaak wanneer je weet dat alles aan het einde van het seizoen weggesmeten wordt).
Deze bundel is zonder twijfel de lekkerste verhalenbundel die ik dit jaar heb gelezen. Theo Kars is leuk. Hij is uitermate vervelend, arrogant, eigenzinnig, oversexed, maar ondanks dat, of misschien juist daarom, leuk.
Kars erkent (of beweert) autobiografisch te schrijven en vertegenwoordigt naar mijn idee ‘de ware schrijver’. Hij probeert niet enkel inspiratie te putten uit zijn leven, maar tracht zijn leven extremer te leven om daar later smeuïg over te kunnen verhalen.
Zo ontvangt hij op een dag een brief van een fan:
‘Ik las een tijd geleden een intervieuw met je waarin je het ook over hasj had. Ik moest wel lachen hoor, alleen mijn mening over stoned vrijen is een stuk positiever. Ik vind het het lekkerste wat er is. Als de sfeer maar goed is...Ik blow niet meer, ben in je geintresseerd en wil wel een avondje met je uit, beetje kletsen, meer niet. Schijf je me terug? Je zult er geen spijt van krijgen...’
Erik (alias):
‘Uit haar taalfouten (‘intervieuw’, ‘wierrook’, ‘geintresseerd’) en stijl maakte hij op dat zij tamelijk dom en onontwikkeld was.’
Desondanks spreekt hij toch met de jongedame af. Waarom? Omdat hij een deadline heeft en geen idee waarover hij moet schrijven! En ook al is er geen klik gaat hij toch maar met haar naar bed, want ook daar kan een aanzet voor zijn verhaal in zitten.
Naast dat Kars leeft om te schrijven, vertegenwoordigt hij ook nog eens ‘de ware lezer’.
Hij heeft een aantal jaren in de gevangenis gezeten omdat hij geld van de PTT verduisterde. Waar hij dat geld voor gebruikte? Om een literaire krant van te drukken!
In de verhalenbundel beschrijft hij ook zijn tijd in de gevangenis. Een drama? Welnee! Eindelijk had hij de tijd om lekker te lezen. Iedere week ontving hij een stapel klassiekers in zijn cel en zelfs op momenten waarop hij uit zijn cel mocht, prefereerde hij het vaak in isolement te blijven om zich terug te trekken in de wereld van het boek.
Waar hij ook heengaat draagt hij een boek bij zich. Wanneer hij in dienst moet en de halve dag in een ruimte tussen verveelde boerenpummels zit te wachten, zit hij verdiept in zijn boek.
Naast dat Kars wat te vertellen heeft (en dat heeft hij!) schrijft hij beeldend, smeuïg en sexy. Ik wil alles van hem lezen.
Ik zei het al eerder en ik zeg het nogmaals. Theo Kars is leuk.
Note: afbeelding copyright http://www.rightdivision.com/. Apostel Paulus die in de gevangenis zijn boekenkennis bijspijkert.

maandag, oktober 02, 2006

Jean-Dominique Bauby


"De Griekse wijsgeer Aristoteles stelde:

Een gelukkig mens is als een steen die op de grond valt en daar rustig blijft liggen. Immers, alles en iedereen op de aarde streeft een doel na dat ergens in zijn binnenste verborgen zit. Zo wil een steen naar de aarde toe. Vuur wil de lucht in. Een mens wil gelukkig worden. Als die mens zijn innerlijke talenten op de juiste wijze heeft ontplooid - zijn intellectuele eigenschappen én zijn karaktertrekken - dan heeft hij "het goede leven" bereikt en is hij gelukkig."

In onze zoektocht naar geluk kunnen boeken een begeleidende rol spelen. De een gooit zich op zelfhulpboeken met corresponderende namen zoals: ‘Hebben wat je wilt, en willen wat je hebt’ of ‘Pluk het geluk in de liefde’. Anderen richten zich op de wijsheden van verlichte spirituele geesten als de Dalai Lama. Zo van: wat hij kan moet ik toch ook kunnen. Kwestie van kunst afkijken.
En een laatste groep zoekt het in de filosofie. Plato, Kant, Nietzsche, Aristotelis. Ergens in deze geschriften zit vast het geheim verborgen. De waarheid die JOU eindelijk zal bevrijden van je nietigheid en je vleugels zal geven om al je dromen te laten vervullen.
Ook ik maak me schuldig aan het bovenstaande; Maar af en toe bekruipt mij de angstige gedachte dat meer kennis geheel niet gelukkig maakt. Het maakt je realistischer. En zodra je die naïeve roze zonnebril moet afzetten waardoor je eerst naar de wereld staarde, schrik je je wezeloos. Hoe meer je leest, hoe meer je gewaar wordt hoe klein je bent. Hoe nietig en hoe vergankelijk.
Nu heb ik echter een boekje gelezen wat wel bijdraagt aan de zoektocht naar geluk, of op zijn minst naar tevredenheid.

‘Vlinders in een duikerpak’ van Jean-Dominique Bauby.
Het boekje stond me al enige jaren aan te kijken, maar na het lezen van de flaptekst en enkele recensies verwachtte ik een hoog kwijlgehalte en een lage literaire kwaliteit.
Na lezing moet ik mijn mening echter herzien.
‘Vlinders in een duikerspak’ is poëtisch geschreven en raakt tot op het bot.

Het is het autobiografische relaas van Jean-Dominique Bauby, journalist en hoofdredacteur van het blad Elle. Op 43 jarige leeftijd wordt hij door een hersenbloeding gereduceerd tot kasplant. Maar dan wel een kasplant in bezit van een springlevende, heldere geest. ‘Locked-in-syndrom’ heet deze aandoening. Opgesloten zitten in een compleet verlamd lichaam. Alleen nog in staat om zijn hoofd een klein beetje te draaien en met zijn linkeroog te knipperen. Voorheen een knappe Fransman, nu een kwijlende verlamde, één oog dichtgenaaid om te voorkomen dat het oogvlies uitdroogt.
Middels zijn linkeroog heeft hij dit boekje geschreven. Geduldige mensen prevelden het alfabet aan hem op waarbij hij knipperde bij de juiste letter. Minstens tweehonderdduizend keer heeft hij geknipperd en daaruit ontstond dit 137 pagina's tellende testament. Bauby is twee dagen na publicatie van ‘Le Scaphandre et le papillon’ overleden.

Waarover schrijft een man die niets meer kan beleven? Over de reizen die hij met zijn geest maakt: naar verre oorden en herinneringen die hij koestert. Over de geur van patat. Over de mensen van wie hij houdt en die van hem houden. Over muziek, literatuur en tv-documentaires.
Was mijn kennis van de Franse taal maar toereikend om dit boek in de originele taal te lezen. De vertaling door drs. Rita Buenting is bij momenten prachtig, beeldend, maar af en toe ook zeer storend. Zo heeft zij ervoor gekozen om niet gebruik te maken van voetnoten in de tekst om bepaalde typisch Franse uitdrukkingen of plaatsen te vertalen, maar zet ze de vertaling tussen haakjes direkt achter de tekst. Dit irriteert me, ik wil graag zelf bepalen of ik de gebruikte Franse uitdrukking ken en of –en wanneer- ik de vertaling ervan wil opzoeken.
Ook het omslagontwerp vind ik veels te zoetsappig. Een van de redenen dat het jaren in mijn boekenkast heeft staan prijken.

Laat dit U echter niet weerhouden om het boekje lezen. De mooie kanten overstijgen de lelijke bij verre.
Ik verwacht overigens dat dit boek over een jaar of twee wederom een hype zal worden. Dan wordt namelijk de verfilming van zijn verhaal uitgebracht: ‘The diving bell and the butterfly’ met Johnny Depp in de rol van Bauby.

Het verhaal beklemt, ontroert, fascineert, maar most of all: werpt je terug naar wat er nu werkelijk toe doet. De kleine dingen die je zo gemakkelijk vergeet. Een glas wijn drinken. Een heerlijke maaltijd. Een natuurwandeling. Zingen. Een bladzijde omslaan. Dansen. Van een warm bad genieten. Terwijl je dit boek leest bekruipt je de gedachte: ‘Ik heb het zo slecht nog niet, ik was vergeten hoeveel geluk ik zelfs heb’ en dat relativeert sterker dan menig wijsgeer of verlichte geest kan doen.

Copyright foto: quotimed.com

zondag, september 17, 2006

Werk in een leuke boekhandel gezocht!

Ik herinner me dat ik vorige winter een woordenwisseling opving in een sfeervolle boekhandel tussen een verkoper en zijn baas. De verkoper klaagde over het feit dat zijn lunchpauze te kort was. Ik dacht op dat moment: Had ik hier mogen werken, zou je mij niet horen mopperen over een te korte lunchpauze.
Het blijft een wens van me: een baan als boekverkoopster.
Nu ben ik vanaf november op zoek naar werk in Nederland, bij voorkeur in Amsterdam (of omgeving). Maar ik wil best wat verder reizen.
Kunt U mijn wens in vervulling laten gaan? Heeft U een boekhandel en kunt U een werkkracht gebruiken?
Ik beloof U een tomeloos enthousiasme en ook de grote kans dat ik deels het verdiende salaris in uw winkel zal spenderen. Overuren in de vorm van bijvoorbeeld literaire avonden zijn totaal geen punt, eerder pré.
N.B. Elke werkgelegenheid in het boekenvak (ook bijv. uitgeverij of bibliotheek) wekt mijn interesse!

En tot slot, mijn zoon, nog deze waarschuwing: er komt geen einde aan het aantal boeken dat geschreven wordt, en veel lezen mat het lichaam af.

De boeken die ik lees komen min of meer toevallig op mijn pad. Ik vind het wel wat hebben, deze selectie door het lot.
Wanneer ik in Nederland ben in de maanden met de R in hun naam, duizelt het me vaak door de vele mogelijkheden. Hoe moet je in godsnaam juist kiezen wanneer het aanbod zo groot is?
Ik ben altijd op zoek naar dat ene boek dat me dusdanig naar de keel grijpt en me gebrandmerkt achterlaat.
Zo af en toe tref ik een dergelijk boek en elk ander boek wordt in datzelfde licht gelezen. Die boeken zijn zeldzaam. En wat ik al kan lezen is te beperkt, daarom moeten er keuzes gemaakt worden. Niets zo frustrerend als nutteloos lezen, mijn tijd verknoeien aan een boek dat mij niets doet.

De afgelopen week is er een behoorlijk aantal boeken in mijn thuisbibliotheek bijgekomen. Dat verblijd me enerzijds maar verstikt me ook een klein beetje (overigens niet op een wijze dat het me niet tegelijkertijd verheugende kriebels geeft).

Hoe moet ik dit in hemelsnaam in de kleine twee maanden dat ik hier nog ben doorlezen? Mijn baas heeft er maling aan dat ik eigenlijk geen tijd meer over heb om te werken. En mijn vrienden zouden het niet begrijpen wanneer ik mijn avonden liever met mijn boeken zou spenderen. Kortom: ik zal me neer moeten leggen bij het feit dat ik nu ook hier knopen moet doorhakken.

Wat zoal mijn bibliotheek de afgelopen week verrijkt heeft?

‘gevonden in hotelbibliotheken’:

  • ‘De stads gods’ van E.L. Doctorow
  • Het verborgen museum’ van Edward Carey
  • ‘De correcties’ van Jonathan Franzen
  • ‘Laatste zomernacht’ van Maarten ’t Hart
  • ‘Zuiderkruis’ van Pauline Slot
  • ‘Lof der Simpelheid’ van Gerrit Komrij
  • ‘Sneeuw’ van Bernlef
  • Love van Susanna Tamaro
  • ‘Uitgeverij Guggenheimer van Herman Brusselmans
  • ‘Speelkoorts’ van Theo Kars (dit boekje is al half uit, wat kan die man lekker schrijven zeg, glijdt als verrukkelijke wijn naar binnen). De naam van de auteur kwam me bekend voor, maar ik kon het niet direct plaatsen. Na wat onderzoek op Internet kwam ik tot de verrassende herontdekking dat de –door mij al eerder geroemde- memoires van Casanova door Theo Kars vertaald zijn. Ze beslaan een halve boekenplank in mijn kast, tesamen met een aantal biografieën over Casanova. Hulde mijnheer Kars! Nu ik wat meer over Theo Kars op Internet gevonden heb, begrijp ik zijn adoratie voor Casanova. Theo Kars heeft enige jaren in de gevangenis doorgebracht vanwege verduisteringspraktijken. Het geld dat hij hiermee verkreeg gebruikte hij ter publicatie van een literair magazine. Later heeft hij over deze periode nog enkele boeken geschreven. Ook zijn liefdesleven werd door velen besproken en vergruisd, Theo Kars heeft een aantal jaren een liefdesrelatie gehad met twee zussen. Het werd ooit gezegd over Casanova en ik vind dat het ook op Theo Kars mag worden toegespitst: ‘Wie zo schrijft mag zo leven’.

‘gevonden in de tweedehandswinkel in Chania

  • ‘Uitgesproken, opgeschreven’ – Essays over achttiende-eeuwse vrouwen, een bosgezicht, verlichte geesten, vorstenlot, satire, de pers en Vestdijks avondrood van Hella Haasse
  • The United States in LiteratureAmerica Readsthe Classic edition (1000 pagina’s tellend boek over Amerikaanse literatuur, een verzameling korte autobiografieën van alle kopstukken der American Literature met vervolgens een kort verhaal of een lang citaat van deze auteur). Prachtig boek, kostte me 4, 50 euro en weegt zeker een kilo of vier. Vraag me af waarom iemand dat vanuit Amerika naar Kreta meesleept om het vervolgens in een tweedehandswinkel te dumpen.

‘gevonden in mijn postbak’

  • ‘Het cijfer zeven’ – Verhalen van Chaim Potok
  • ‘De rechtvaardiging’ (The Chosen) van Chaim Potok

Van mijn lieve paps en mams via de post gekregen, door hun gekocht tijdens een bezoekje aan de Slegte te Arnhem.

‘gevonden in de boekhandel’

  • ‘O mikros Pringipas van Antoine de Saint-Exupery ofwel 'de kleine prins' in het grieks. Vroeger al gelezen, heerlijk onschuldig boekje, nu maar eens in de griekse taal herlezen.

Wat is het bestaan van het Internet overigens een verheugend feit! Zo is het mogelijk dat ik de vrijdageditie van het NRC met hun heerlijke boekenbijlage (dit maal een special: Tien jaar boeken) hier (op Kreta) heb kunnen kopen. Eerst die maar verorberen, dan Meir Shalev’s ‘Vooral over de Liefde' uitlezen –uitmuntend, daar ga ik zeker nog een log aan wijden- en dan kan ik aan de stapel beginnen.

De eerste 8 titels ‘gevonden in hotelbibliotheken’ zeggen mij weinig. Wat moet ik nu lezen, en wat kan wachten? Tips, iemand?

NB: Citaat logtitel: Prediker 12:12

dinsdag, september 12, 2006

De leeservaring beïnvloeden

Augustus is godzijdank achter de rug en hopelijk krijg ik weer de verdiende tijd en rust om te lezen. Ik ben het toeristenseizoen beu en verlang naar stilte. Zo heb ik mijn geheime vluchtplekken. Het laatste mooie plekje in kato-platanias (Platanias begint helaas het Chersonissos van west-kreta te worden) is een klein vissershaventje. Het ziet eruit zoals elk pittoresk Grieks haventje: witblauw gekleurde, tegen elkaar klotstende bootjes. Een pier met een op een emmer gezeten Griek met hengel, vissend in een azuurblauwe zee. Tussen twee Tamarisken staat een houten bankje dat uitkijkt over de vissershaven. Mooiste plekje in Platanias en vreemd genoeg zit er nooit iemand.

Zo af en toe valt er een pauze in mijn werkschema en dan zit ik daar een half uurtje te lezen en te mijmeren. Woensdagochtend heb ik tot mijn genot een uur lang daar gezeten, Joe Speedboot lezend.

Donderdagmiddag en vanmiddag ben ik naar Drakanias gereden. Drakanias is een uitmuntend Kretenzisch restaurant, ongeveer 4 km van Platanias verwijderd.

Het ligt aan een rivier temidden van een klein platanenwoud. Toeristen komen er haast niet, wel Griekse gezinnen. De eigenaar vertelde me ooit dat het ook een populaire stek is onder vreemdgangers, verboden koppels reizen gerust een uur om zich hier onder de platanen te verstoppen. Hier heb ik genoten van een heerlijke maaltijd, in combinatie met wijn en Goethe’s Faust. De plek om je te laten betoveren door dit magistrale boek. Vanmiddag heb ik er gelezen in een boek van Meir Shalev, onderwijl genietend van een eenvoudige (maar zeer voedzame maaltijd) en een goed glas wijn.

Fijn is dat, om in de gelegenheid te zijn om mooie boeken te kunnen lezen in een mooie omgeving. Ook omdat het weer zich er hier toe leent en omdat het gemakkelijk is om je hier af te zonderen. Ik heb nu al een deken in mijn auto gelegd. Wanneer ik de gelegenheid heb wil ik graag meer Faust lezen, gezeten tegen de muur van het kasteel Aptera.

Lezen op een mooie lokatie...waarom? Je kunt je immers net zo goed in je favoriete stoel nestelen om jezelf te verliezen in een mooi verhaal, niet? Wil men niet juist andere zintuigen uitschakelen wanneer men een boek leest? Niet gestoord worden door geluiden, maar juist on-gestoord opgeslokt worden?

Maar soms kan het inschakelen van andere zintuigen de leeservaring enorm versterken. Elke lezer weet dat er één absoluut onmisbaar gegeven aanwezig moet zijn om van een boek te kunnen genieten.
Ik denk zelfs dat het het enige vereiste gegeven is: Innerlijke rust.
Onbreekt innerlijke rust dan veranderen de zinnen in een massa betekenisloze woorden. De strekking komt niet over, de poëzie raakt niet meer en de schoonheid gaat verloren. Zonder innerlijke rust geen concentratie, zonder concentratie geen diepgang.

Misschien ben ik een romanticus, maar ik ervaar innerlijke rust sterker (het moet immers al wel in mij aanwezig zijn) wanneer ik in de nabijheid ben van de schoonste scheppingen van zowel mens als natuur. Dan lezen is een heerlijkheid. En af en toe mijmerend, de woorden in me opnemend voor me uitstaren is eveneens een genot (en tijdens het dromen komt er een Griek op scooter met een reusachtige hengel langstuffen...mijn bewondering is groot!).

Er zijn nog meer manieren om middels gebruik van andere zintuigen een leeservaring te verrijken. Ik denk dan zo aan:

Lezen op lokatie: Wanneer je bijvoorbeeld op vakantie bent in Griekenland, Kazantzakis lezen. De Griekse geuren, het landschap, de taalklanken, alles om je heen versterkt de leeservaring (en vise versa! Lezen over een bepaalde omgeving in die omgeving kan het enthousiasme ervoor immers ook vergroten). In het 'lezen op lokatie' bestaan twee stromingen; Je kunt ervoor kiezen om een boek te lezen dat zich in de omgeving (of in de omstandigheden) afspeelt waar je je bevindt (De grote rode treinreis in de trein, Hemingways 'Old man and the sea' tijdens een cruise etc. etc.). Je kunt er ook voor kiezen om een boek te lezen op de bestemming waar het boek zijn oorsprong vond, waar de auteur zich liet inspireren (Kafka in Praag, Casanova in Venetie, Goethe in Weimar) en vervolgens in de voetstappen van de schrijver stappen. Geweldig om dit te combineren met een bezoek aan een museum gewijd aan de schrijver of het huis waar hij/zij ooit woonde.
Voor aanbevelingen kan ik van harte Pieter Steinz ‘lezen op lokatie’ aanraden!

Of in de eigen huiskamer: Jezelf omringen met de sfeer uit het boek. Speelt het verhaal zich af in de jaren twintig? Draai muziek uit die periode . Zit de hoofdrolspeler het grootste gedeelte van het boek in een bruine kroeg? Wat let je om daar samen met hem te gaan zitten? Breng het boek naar buiten, blaas het leven in, laat je inspireren en ik durf te wedden dat een mooi boek op een dergelijke wijze onvergetelijk zal worden.

Zijn er meer mensen die gebruik maken van middelen om de leeservaring te beïnvloeden? En leest U wel eens op lokatie?

dinsdag, september 05, 2006

Boekrecensies, wat heb je eraan?


Ik las onlangs de recensie van Ezra Cohen op literatuurweblog over een boek van Arjen Lubach en enkele verhitte commentaren die daarop volgden.
Ben ik nu de enige die vindt dat een boekrecensie zeer persoonsgebonden is?
Literatuur is een kunstvorm en wat jou raakt kan mij compleet koud laten. Ik ga uit van één basisvereiste met betrekking tot een geschreven boek: het is niet belabberd geschreven (en ook hierover kunnen uiteraard de meningen verschillen, maar ik ga er toch een beetje vanuit dat een beetje recensent al na een bladzijde, misschien zelfs na enkele zinnen slechte schrift eruit haalt).
Verdere be(of ver-)oordeling van het boek komen neer op smaak. Ligt het genre je? (Ik houd zelf niet zo van detectives en thrillers). De stijl, de woordkeuze, past het bij je? Boeien de onderwerpen je? Pakt het boek je?
Een pragmaticus zal wellicht een vernietigende recensie schrijven over een boek waarin romantiek hoogtij viert. Magisch-realisme zal waarschijnlijk niet besteed zijn aan een broodnuchter persoon met geen enkele hang naar spiritualiteit. Wil dat zeggen dat het geen goed boek is? Nee, toch?
Ikzelf kwam met geen mogelijkheid door Mulisch zijn ‘Ontdekking van de hemel’ en Kerouacs ‘On the road’. Zijn dit dan slechte boeken? Nou, eigenlijk wel ja, maar het mooie van literatuur (en kunst algemeen) is dat mijn buurman een andere mening hierover kan en mag hebben. Ik hoef hem dan niet meer serieus te nemen, maar dit terzijde.
Wat heb je dan aan recensies wanneer deze persoonsgebonden zijn?

De kunst is om recensenten te vinden die jouw smaak delen; En dat is nu het mooie van webloggen. Ik heb een aantal boekenbloggers gevonden die –wat boeken betreft- gelijkgestemde zielen zijn en wiens tips voor mij werkelijk waardevol zijn. Ik lees graag recensies en ik probeer door de regels heen te lezen om eruit te kunnen halen wat mij zal aanspreken. Ook een minder positieve recensie kan door bepaalde steekwoorden mijn aandacht trekken.
Met boeken is het eigenlijk net als met mensen: ze moeten je aanspreken en ze moeten je liggen. Soms is het liefde op het eerste gezicht, maar we vallen heus niet allemaal op hetzelfde type.
Gelukkig maar.

zondag, augustus 20, 2006

Pyrofani Poems van Roger Green


Stel je eens voor:

Je schrijft wel eens wat en na veel geploeter en gezweet lukt het je om je boek gepubliceerd te krijgen, zowaar voorzien van een ISBN en te bestellen via www.amazon.com. Laten we eens zeggen dat dit boek bijvoorbeeld 'Hydra and the bananas of Leonard Cohen' heet (zie link).
Ik kan me indenken dat je dan best trots bent.

Vervolgens publiceer je een gedichtenbundel. Kolderige spotgedichten. Op rijm, dat dan weer wel (en dat kan tegenwoordig toch niet meer...gedichten op rijm), maar ach, je bent van die oude stempel die daar nog een nostalgische charme in ziet. De gemoderniseerde gedichten zijn niet zo aan jou besteed.

Op een zwoele avond ontmoet je een bijzondere vrouw en 'fellow poet', genaamd Sallie. Na wat gezamenlijk dronken gebral in de ruimte ren je naar huis om terug te snellen met een gesigneerde kopie van je boek, voorzien van enkele oprecht gemeende woorden: 'For Sallie, Fellow Poet. With love & fellowship, Roger / Athens'.


Sallie zie je nooit meer terug, zij gaat op doorreis naar Kreta voordat ze weer naar het koude Engeland terugkeert.

Op maandagmorgen treft de hostess van een touroperator in Chania je afgedankte boek aan in de hotelbibliotheek, tussen de kasteel- en streekromannetjes. Ze vraagt zich af: waarom doet iemand afstand van een gesigneerd boek met een persoonlijke opmerking daarin? Was het jaloezie van een minder getalenteerde dichteres? Of vond ze zijn gedichten zum kotzen?

Ik zal het wel nooit te weten komen (al kan ik de schrijver natuurlijk gewoon opbellen om het hem te vragen, zijn telefoonnummer staat in het boekje vermeld).
Desondanks wil ik jullie de het volgende fragment niet onthouden:

On Mount Olympus one peaceful day
Zeus was fiddling with a lump of clay,

Before he could let off a thunder-clap

He'd shaped it into a handsome chap

And popped him into the oven to bake

Just as though he had been a cake.
He showed the fellow to Hera, his wife
And asked: 'Shall I give him the breath of life?'

'Zeus my dear, what
have you been cooking?
I must say he is rather good-looking.
Go ahead, darling and animate him

And, if you don't mind, I'd like to date him'

'All right, he lives. But you can forget
Any lustful plants to make him your pet...

Unfortunately, as Zeus was dreaming,
Along came sexy Apollo screaming:

'You know I won't suffer a mortal to be

More hansome or better endowed then me!'

Citaat uit: Pyrofani Poems van Roger Green

woensdag, augustus 09, 2006

Chaim Potok

Ik heb er oog voor gekregen.
Zelfs op een afstand van ruim 30 meter herken ik een nederlandstalig boek en kan ik meestal inschatten of het wat is of niet. Vreemd maar waar.
Recent gepubliceerde nederlandstalige boeken zien er vrij uniform uit: kaft (kleur, vorm, hoe ingenaaid), Lettertype en de formaat van het boek.
Vorige week zag ik dan ook, terwijl ik een meeting gaf aan mijn nieuwe gasten, vanuit mijn linkerooghoek een nieuw boek in de hotelbibliotheek staan, waarvan ik bijna zeker wist dat het wat was. Waarschijnlijk heb ik er een zintuig voor ontwikkeld (het boekenontdekzintuig). Hoe dan ook, het was gewoon pijnlijk om mijn meeting eerst te moeten afmaken voordat ik daadwerkelijk kon gaan kijken welk boek mijn aandacht had getrokken.
Het was ‘Oude mannen om middernacht’ van Chaim Potok.
In mijn tas gestoken en de dagen daarna gelezen.
Ik had nog nooit iets gelezen van Potok. Een blik op internet opende een wereld waar werd gesproken over Potokiaanse thematiek en symboliek. En ik verkeerde tot gisteren in complete onwetendheid, me enkel bezig houdend met Deboriaanse thematiek.
Maar nu ben ik ingewijd in deze Potokiaanse thematieken. De termen kweken de suggestie dat zijn boeken moeilijk te verteren zijn, doorspekt met ingewikkelde woorden en onleesbare filosofische verhandelingen. Maar niets is minder waar!
De thema’s die Potok bespreekt zijn zwaar - zeer zwaar - maar hij beschrijft ze met een ongelofelijke tederheid, die uitermate ontroerd.
‘Oude mannen om middernacht’ is een trilogie, waarin Davita Chandal een belangrijke rol speelt (volgens de kaft heeft ze de hoofdrol, ik heb dit echter niet zo ervaren). De bundel bevat de novellen: De arkenbouwer, De oorlogsdokter en De troop-leraar.
De beschrijvingen van ogenschijnlijk onbelangrijke personen in de verhalen maken het meeste los bij de lezer. De dokter die ware interesse toont, de arkenbouwer Reb Binyomin, het waren deze korte ontmoetingen met vreemdelingen die de hoofdkarakters verheven, nietig maakten, maar uiteindelijk hielpen overleven.
Wat ik uitzonderlijk vond aan deze trilogie is hoe Potok met zulke eenvoudige bewoordingen vreselijke ervaringen te boek kon stellen.
Het zijn wreedheden die nauwelijks te beschrijven zijn, en toch heeft hij het voor elkaar gekregen, met een pijnlijke zachtheid en zonder ook maar een seconde vulgair of obsceen te worden.
Ook trof ik de afgelopen week in het voorbijgaan ‘Het doorgeefmeisje’ van Paul Koeck en ‘Nieuwe buren’ van Saskia Noort aan. Boeken van een ander niveau, naar ik vermoed doorspekt met obsceniteiten. Mag ook wel eens, zo af en toe, niet?
In ieder geval: Potok is een blijver, ik ga in de toekomst zeker meer van hem lezen!

donderdag, augustus 03, 2006

De Bibliofiel


Een leven zonder boeken is steriel,
je laat te weinig in je hoofd gebeuren.
Want boeken openen gesloten deuren,
behalve voor de ware bibliofiel.

Die koopt zijn boeken louter om hun kleuren,
de linnen rug van eersteklas textiel,
en of de inhoud hem nu wel beviel,
daar hoor je hem maar zelden over zeuren.

Het gaat hem om het boek als stof'lijk blijk
van zetkunst, drukkunst en geschept papier :
een voorwerp dat je liefderijk kunt strelen.

Alleen de aanblik doet hem maar plezier,
hij leest het niet , het staat alleen te kijk,
de inhoud zal hem daarom nooit vervelen.

Nico Scheepmaker
uit "Niet nog een Boek"

maandag, juli 24, 2006

Lezen om jezelf te vinden?

Ik ben momenteel mijn derde 'Alain de Botton' boek aan het lezen: 'De Romantische school'. Eerder las ik 'Proeven van liefde' en 'De troost van de filosofie'. Luchtige, humoristische boeken over zware thema's. Diep filosofische gedachten over de liefde, leven en sterven, wat-is-de-zin-van-dit-allemaal, maar alles zeer leesbaar en licht verteerbaar.

Een hoofdstuk in 'De romantische school' handelt over leesvoer.
Volgens Alain de Botton bestaan er twee literaire benaderingen:

Lezen om aan jezelf te ontsnappen

"Hoewel Eric veel las, was het niet onredelijk te zeggen dat deze activiteit vrij was van enige nieuwsgierigheid, want hij las niet om dingen te ontdekken, maar voornamelijk om te voorkomen dat hij erop zou stuiten. Hij was niet op zoek naar overeenstemming; als hij al bang was, was zijn eigen angst het laatste waarover hij wilde lezen...Hij was sinds lang van mening dat het proces van zelfonderzoek en zelfdoorlichting geen enkel doel diende en in de genetische opbouw van de soort slechts overleefd had door een gril van de evolutie, in overbodigheid vergelijkbaar met de milt of de blinde darm."

Lezen om jezelf te vinden
"Alice vond een boek alleen het lezen waard als het op een of andere manier behulpzaam kon zijn bij haar leven. Daarmee maakte ze zich schuldig aan wellicht de grootste zonde die een lezer in de ogen van een kundig literair criticus met een boek kon begaan - ze wilde er iets aan hebben. Een lezer zou immers niets moeten willen, boeken hadden geen doel -stofzuigers en oliepompen hadden een doel, maar men was het er toch zeker over eens dat kunst omwille van kunst bestond? Men herinnert zich hoe Nabokov diegenen ridiculiseert die boeken lezen in de hoop er iets van te leren - ervan te leren! Was dat niet even ridicuul als proberen je trek te stillen met kaviaar?"
"Voor een kort moment kan de lezer, gezeten in een treinwagon die door het verdonkerde land ratelt of in een vliegtuig op een nachtvlucht, het gevoel krijgen dat hij zijn verbondenheid met een groter geheel dan zichzelf realiseert, met de mensheid, en een plotselinge vlaag van sympathie en begrip voelt voor zijn medepassagiers en al degenen die hij voordien als vreemden had geweerd..."

Mijn leesgedrag is een combinatie van beiden: alleen al de gedachte dat ik aan het einde van de dag in mijn boek verder kan lezen ontspant onmiddelijk, zelfs wanneer het plan door tijdgebrek of vermoeidheid uiteindelijk in het water valt. Soms lees ik om mijn gedachten te stillen.

Vanochtend, in de auto op weg naar Rethimnon heb ik bij de volgende dingen stil gestaan:
- Zou ik nog op tijd bij mijn eerste hotel zijn om even een ontbijt naar binnen te duwen?
- Hoe leert men rust te vinden in zichzelf en bij een ander?
- Hoe zit dat nu met het onzekerheidprincipe van Heisenberg, hoe kan nu een subatomair deeltje tegelijkertijd zowel golf als deeltje zijn, totdat we of zijn plaats of zijn snelheid vaststellen?
- Wat heb ik in godsnaam gemeen met de automobilist voor me die als een slak blijft rijden? (Het lezen van Deepak Chopra heeft vast en zeker invloed op deze laatste vragen) en
- Stel nu dat die berg, waar ik vier keer per week (op weg naar Rethimnon) op uitkijk, ineens verdwenen zou zijn, zou ik dat dan doorhebben? Of zou ik enkel door een ongemakkelijk gevoel bekruipt worden dat er 'iets niet klopt?'. Of zou ik helemaal niets merken?
U raadt het wel: die maalstroom in mijn hoofd wil zo af en toe wel eens gestilt worden door andermans gedachten.

Toch lees ik hoofdzakelijk "om mezelf te vinden", inderdaad, om iets te leren. Ik geloof dat je enkel door ervaringen kunt groeien en een boek je die kans kan geven. Er bestaan boeken waarbij jij, de lezer, de ervaring 'meevoelt' - incluis het scala aan emoties dat daarbij hoort - de ervaring 'doorleeft' en dus vanuit je luie stoel 'groeit' (jaja).
Ik kan nu eenmaal niet alles zelf ervaren, te weinig tijd, te weinig mogelijkheden (en geloof me, ik doe mijn best!) en vooral te weinig energie.

Maar U: waarom leest U: om aan uzelf te ontsnappen of om uzelf te vinden? Of bent U het in het geheel niet eens met deze stelling?

maandag, juli 03, 2006

Franz Kafka


Honderdzesentwintig jaar geleden werd op 3 juli in Praag een bijzonder kreeftje geboren. Nu ben ik van mening dat vroege kreeften in aanleg enigzins wereldvreemde, emotionele, getalenteerde mensen zijn, met een geniale inslag zo af en toe. Ik kan het weten, als kreeft zijnde.
Hoe dan ook. Vandaag herdenk ik de verjaardag van een geniale schrijver; Deze schrijver was geen egotripper, au contrair, was zich zeer bewust van zijn nietigheid. Ondanks een slecht zelfbeeld vond hij zichzelf wel een getalenteerd schrijver. Zijn schrijfsels zijn beklemmend, zwartgallig, deprimerend, schokkerend, maar ook verslavend en poëtisch. Een kennismaking met Kafka op papier geeft me het gevoel dat het een uitermate sympathieke man moet zijn geweest.
Franz Kafka.
Eerder had ik ‘de gedaantewisseling’ en een aantal kortere verhalen van zijn hand gelezen. Eergisteren begon ik in ‘Amerika’. Zonder veel verwachtingen; Deze roman is namelijk een onderdeel van ‘het Verzameld werk van Franz Kafka’ van Querido en de laatste vertaling stamt uit 1963. En ik heb het niet zo op oude vertalingen.
Couperus kan ik nog wel lezen in een oude vertaling, omdat het Nederlands op zijn oers is. Maar Kafka?
Om een voorbeeld te noemen haal ik de eerste zinnen uit zijn onafgemaakte roman ‘Het proces’ aan, wellicht de bekendste eerste zinnen uit de wereldliteratuur. Er staat:
‘Iemand moest leugens hebben verspreid over Joseph K., want zonder iets te hebben misdaan, werd hij op een mooie ochtend gearresteerd.’
In mijn vertaling staat:
‘Iemand moest Joseph. K. belasterd hebben, want zonder dat hij iets kwaads gedaan had, werd hij op een ochtend gearresteerd.’
De eerste vertaling leest toch net wat vloeiender, niet?
Maar toch ‘Amerika’ opengeslagen en een kans gegeven.
Wat een schrijver! Wat een schrijver!
Je zou je haast gaan verheugen over het feit dat zijn vader zo’n wrede man was en dat er nog geen prozac bestond, anders was er misschien nooit een Kafka uit Kafka gegroeid.
In Amerika wordt een jongeman door zijn ouders naar Amerika verbannen omdat hij bij het dienstmeisje een kind heeft verwekt. In het eerste hoofdstuk bevindt hij zich op de boot die zojuist aanmeert. Plots realiseert hij zich dat hij zijn paraplu benedendek heeft laten liggen. Hij vraagt een medepassagier even op zijn koffer te passen terwijl hij zijn paraplu gaat zoeken. Tijdens zijn zoektocht verdwaalt hij en komt, compleet verloren, een stoker tegen. Hij raakt met de man aan de praat en vergeet geheel zijn koffer, al zijn aandacht gaat naar de stoker en het onrecht dat hem is aangedaan. Ondertussen maak ik -de lezer- me zorgen over de koffer en denk, man ga die koffer nu ophalen die je nu al zo lang bewaakt hebt!
Dat is nu schrijven mensen.
Synchroon lees ik nu ook ‘Elementaire deeltjes’ van Houellebecq en ook al ben ik inmiddels op de helft beland, ik heb me nog geen moment afgevraagd hoe het met de hoofdrolspelers zal verlopen. Kan mij het wat schelen of Bruno nog een vrouw in zijn bed weet te lokken? Wanneer dit gevoel van binding ontbreekt met de karakters in een boek, ben ik alleen maar pagina’s aan het lezen. Het leest niet onprettig, is aangenaam verpozen, maar ik vermoed dat het boek niet in me zal doorsluimeren wanneer ik het uit heb.
Als je echter aan het werk bent en ernaar verlangt om naar huis te gaan om toch in hemelsnaam te weten te komen of hij zijn koffer nog terug zal vinden (het antwoord weet ik inmiddels) dan is dat geen lezen meer. Het is dan een overweldigende ervaring, het is een geluktreffer (want er is nog zoveel meer van deze schrijver te lezen!), het is lezen dat verlangen uitlokt naar oneindig meer lezen, het heerlijkste lezen dat er is.
Inmiddels heb ik het hoofdstuk over Kafka in ‘Schrijver van de nieuwe tijd’ van Malcolm Bradbury (ooit een teleac cursus) ook doorgelezen en een prachtige site gevonden op internet.
En ik vind het nu spijtig dat ik niet wat meer ‘into Kafka’ was toen ik een paar jaar geleden door Praag struinde, de stad waar hij het licht zag en weer achter zich liet. Nu zou ik als een ware groupie een roos op zijn graf leggen.
Fijne verjaardag Franz!

vrijdag, juni 23, 2006

Een man om nooit te vergeten


Een paar dagen terug kreeg ik van een client een zak met tijdschriften. Thuisgekomen ondekte ik er een kleine rainbowpocket tussen, genaamd: ‘Een man om nooit te vergeten’, samengesteld door Emma Brunt.
In dit boekje staan 18 verhalen opgesteld, van met name schrijfsters (oa Helga Ruebsamen, Manon Uphoff, Jessica Durlacher, Lulu Wang, Elsbeth Etty, Nilgul Yerli) over die ene man in hun leven die zij nooit vergeten zijn.

Wat een heerlijk boekje en wat jammer dat het maar 140 blz. dik is! Ik heb hier tenenkrommend van genoten!
Over Helga Ruebsamens zeeman (‘Ik houd van macho, en niet van die vriendelijke, begrijpende figuren die het huishouden voor je willen doen’) die ze op een dag betrapte in haar mooiste jurk. Over Mensje van Keulens lover die per ongeluk zijn liefdesbrieven verwisseld had en haar de verkeerde brief stuurde, bedoeld voor zijn andere geliefde.
Het boekje (en dat doen goede boeken nogal eens) stemde tot nadenken. Wie is mijn ‘man om nooit te vergeten?

In de eerste instantie kwamen mijn eerste liefdes in gedachten de revue voorbij. Mijn eerste-bijna-kus. Ik had hem echter op het moment supreme zo angstig aangestaard, dat hij niet meer durfde. De volgende dag vloog hij terug naar Vancouver en schreef ik hem een jaar lang gepassioneerde liefdesbrieven. Slechts eenmaal kreeg ik een kaart terug. Ik vernam later dat zijn moeder bij hem had aangedrongen deze te schrijven en zij hem op de post had gedaan.

Daarna was er de Griek-Australier, mijn eerste keer smoorverliefd. Vijftien was ik, twee weken waren we samen en tot op de dag van vandaag kan ik me woord voor woord onze gesprekken herinneren. Hij was met stip de slechtste kusser ooit, en toch heb ik er gedichten over geschreven. Ach, l’amour, die eerste liefdes, wanneer je overrompeld wordt door dat prachtige gevoel en denkt, eindelijk: ik ben gelukkig, het begin van het sprookje is aangebroken. Je bent er van overtuigd de man van je leven te hebben ontmoet en verwacht wonderen van de liefde. Toen die wonderen niet standhielden voelde ik me bedrogen. Niet zo zeer door ‘de mannen’ (ik ben nooit op dat punt geraakt) maar door het leven waartoe ik gedoemd was. Mijn hart gebroken en diep ongelukkig, kon ik me niet inbeelden dat dat vreselijke gevoel ooit weer voorbij zou gaan. Ik zou voor de rest van mijn leven ongelukkig blijven. Toen dat gevoel ook weer sleet, ben ik de liefde (en vooral mijzelf) een ietsiepietsie minder serieus gaan nemen.

Maar mijn man die ik nooit zal vergeten kwam een paar jaar later. Laat ik hem Jojo noemen. Mijn eerste lange relatie. Tot ik Jojo ontmoette was ik ervan overtuigd dat ik een uitzonderlijk aardig meisje was.
Dankzij Jojo weet ik nu wel beter.
Ik ben buiig, egocentrisch en soms gewoonweg on-uit-staan-baar. Niet dat Jojo het slechtste in mij naar boven haalde, het lukte mij simpel niet meer om het aardige meisje een paar jaar lang te blijven spelen. Dat was ik nu eenmaal niet (de schok was voor ons beiden even groot).
Ik ben hem zeer dankbaar;
Toen ik nog een aardig meisje was, moest ik wel vervloekt zijn tot een verschrikkelijk liefdeslot. Pas op het moment dat ik inzag wat een ongelofelijke trut ik kon zijn dacht ik: ‘Zeg... Misschien heb ik er zelf ook nog wel een handje in.’
Het was een openbaring.
Daarom... is hij de man om nooit te vergeten.
Uiteraard ga ik hem dit van mijn leven niet vertellen (nog altijd bevriend), hij zou een week glunderend rondlopen als hij het bovenstaande wist (af en toe: ‘Zie je wel! Zie je wel! uitroepend) en dat is nu ook weer niet de bedoeling.

Mevrouw Brunt, geweldige samenstelling, dit boekje! Wat dacht U van een vervolg: ‘De vrouw om nooit te vergeten?’