Gretig in mij opnemend las ik het volgende citaat uit 'Verliefd op het verleden' van Marita Mathijsen:
'In juni, als de lindebomen bloeien, hou ik het meest van Amsterdam. Minstens een kwartier per dag ben ik dan gelukkig, op de heenweg naar mijn werk...'s ochtends op de fiets voel ik me hogelijk bevoorrecht en schaam ik me zelfs een beetje voor het voorrecht door zo'n stad te mogen fietsen. Waar ter wereld mag er zonder enige toeganskaart en zonder restrictie door een museum gefietst worden?'
De beste manier voor mij om van een plek te gaan houden is door me in zijn historie te verdiepen. Moderne kunst en moderne architectuur beroeren mij niet snel, het is verval waar ik schoonheid in vind.
En het overleven van de tand des tijds. Iets materieels dat niet van de aardbol is verdwenen, in welke staat dan ook verkerend.
Het zal wel te maken hebben met de illusie dat niet alles zinloos en vergankelijk is.
Dat er wat blijft. Wat dan ook.
Deze liefde voor het verleden leeft sterk in me. Mijn verzameldrang, mijn liefde voor literatuur en dan met name de klassiekers, mijn strooptochten langs kastelen en ruines en mijn verontrustende aantrekkingskracht tot - het liefst stokoude - kerkhoven.
Ook in Amsterdam zoek ik naar het oude om het nieuwe te kunnen waarderen.
'In juni, als de lindebomen bloeien, hou ik het meest van Amsterdam. Minstens een kwartier per dag ben ik dan gelukkig, op de heenweg naar mijn werk...'s ochtends op de fiets voel ik me hogelijk bevoorrecht en schaam ik me zelfs een beetje voor het voorrecht door zo'n stad te mogen fietsen. Waar ter wereld mag er zonder enige toeganskaart en zonder restrictie door een museum gefietst worden?'
De beste manier voor mij om van een plek te gaan houden is door me in zijn historie te verdiepen. Moderne kunst en moderne architectuur beroeren mij niet snel, het is verval waar ik schoonheid in vind.
En het overleven van de tand des tijds. Iets materieels dat niet van de aardbol is verdwenen, in welke staat dan ook verkerend.
Het zal wel te maken hebben met de illusie dat niet alles zinloos en vergankelijk is.
Dat er wat blijft. Wat dan ook.
Deze liefde voor het verleden leeft sterk in me. Mijn verzameldrang, mijn liefde voor literatuur en dan met name de klassiekers, mijn strooptochten langs kastelen en ruines en mijn verontrustende aantrekkingskracht tot - het liefst stokoude - kerkhoven.
Ook in Amsterdam zoek ik naar het oude om het nieuwe te kunnen waarderen.
In diezelfde periode las ik het boek 'verliefd op het verleden', een boek dat goed aansluit op mijn ontdekkingstocht. Het is namelijk een boek dat het verleden verheerlijkt, een intense passie voor 19de eeuwse literatuur herbergt en een aantal sublieme facetten van Amsterdam naar voren brengt. Kortom, op drie niveaus een uitstekende voeding.
Marita Marthijsen is hoogleraar moderne letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Haar boek is een verzameling columns, het had een gebundelde weblog kunnen zijn. In het boek is weer een onderverdeling in vier segmenten, waarvan ik er twee fantastisch vond: 'De lust van het lezen' en 'In de krochten van het verleden' .
De namen van de onderlinge hoofdstukken zijn veelzeggend: 'Boekbevlekking', 'Boekenhypen in het verleden?', ' Verloren bibliotheken' en ' Het bourgondisch lezen'.
Tijdens het lezen van dit boek raakte ik ontroerd en enthousiast. Het zijn de boeken waar wij als mens het meest aan hebben. Boeken die aanzetten tot handelen, dromen en meer willen.
Boeken die de leeslust aanwakkeren. Daarna bevond ik mij op een zoektocht naar Piet Paaltjes 'Snikken en grimlachjes' en zag ik de wellust in Bilderdijks gedicht 'Kusjens'. Ook bracht het mij naar mijn volgende leeskeuze; Ik lees nu Frederiks van Eeden's 'Van de koele meren den doods'. Het boek is leerzaam op een niet belerende wijze.
Wist U bijvoorbeeld dat 'de Juliaanse kalender werd verfijnd door paus Gregorius XIII in 1582, die per vier eeuwen drie schrikkeldagen liet vervallen? In 1582 liet hij ter correctie ook 10 dagen in oktober verdwijnen: de dag die volgde op donderdag 4 oktober, was vrijdag 15 oktober.'
Of dit? 'Ergens in de jaren negentig kwam men erachter dat er nog een slachtoffer extra bij de 1835 doden van 1953 geteld moesten worden. Een kind was geboren in de nacht van de stormramp en diezelfde nacht, nog voordat de naam geboekstaafd stond, verdronken met zijn moeder en haar andere kinderen. Wat een gruwzame kortstondigheid van een bestaan, dat bedoeld was om uit te groeien tot een flink leven! Wat een helse smart voor een moeder die haar barenspijnen beloond zag met een beloftevol kind, en misschien nog voordat het kraambed verschoond was en het jongetje en zij gewassen waren, omkwam in de vloedgolf. Geboren om verdronken te woren.'
In de naam der liefde heb ik besloten om een tijdje in Nederland te blijven. Ik heb Chania ingeruild voor Amsterdam, maar blijf middels een navelstreng verbonden aan Kreta en weiger deze door te knippen. Mijn huisje daar houd ik vooralsnog aan.
Ondertussen doe ik mijn best om Amsterdam te omarmen.
Zodat ik misschien ooit, in de Griekse zon gezeten, met een gevoel van heimwee terug zal denken aan de Amsterdamse grachten en herenhuizen.
3 opmerkingen:
Prachtig stukje weer! En dat fietsen herken ik als ik over de Geldropseweg in Eindhoven ga. Tien jaar lang fiets ik daar door alle seizoenen, een schitterend gebaar van de natuur ontwaart zich dan aan mijn blik.
Dank je voor de titel van het boek.
Je schrijven deed me denken aan een stukje tekst uit het nieuwe boek van Geert Mak met de titel "De Goede Stad"!
En ik citeer:
"De geest, de mentaliteit van een bepaalde periode versteent zich in een stad. En op zijn beurt bepaald de stad weer de geest van de mensen die er wonen en werken. Het is zoiets als lezen. Lezen is eigenlijk niets anders dan georganiseerde fantasie, en zo kun je een stad lezen, simpelweg om er veel in rond te lopen."
Een reactie posten