dinsdag, augustus 30, 2005

De Geschiedenis van een Liefde

De titel voor dit stukje is gestolen.
Het is namelijk de titel van een roman over boeken, een fenomeen dat momenteel een beetje een hype is. Normalitaire heb ik het niet zo met hypes, maar deze moedig ik aan.
Deze boeken zijn namelijk doorspekt met liefde, respect, bewondering en betovering voor ‘het boek’ en ik hoop dat dit afwrijft op de lezer.

Ik heb vanochtend ‘De schaduw van de Wind’ van Carlos Ruiz Zafon uitgelezen.
Dit maal niet op een mooie locatie.
Ik zat in een vieze wachtkamer van een garage waar mijn huurauto zijn service kreeg, tussen een aantal luidruchtige Grieken.
Ik ving nog flarden op van de gesprekken om mij heen (‘Waar wacht ze op voordat ze gaat trouwen, totdat ze 30 is? Dan hoeft het toch niet meer?’-zei een hooggeblondeerde jongedame in trendy kleding maar wel in het bezit van een vrij zichtbare donkere snor-. Ik keek even op en dacht bij mezelf: ‘Hé, ik ben 31!’ Waarop de gesprekspartner antwoordde: ‘Nee, na je dertigste kun je hooguit nog met een buitenlander trouwen’. Waarop ik dacht: Héyyyy, ik ben 31 én buitenlandse!! Technisch gezien ben ik half-Griekse –mijn moeder is Grieks- en dat maakt het afluisteren van dergelijke gesprekken wat gemakkelijker. Maar volgens deze Grieken is in ieder geval mijn Griekse helft al een ouwe vrijster, wiens enige hoop op een buitenlander gevestigd is.).
Desondanks raakte ik al snel opgezogen in mijn boek en voor ik het wist was ik 2 uur verder en werd ik gestoord in mijn lezen omdat de auto gereed was.
Ik ben naar huis gereden en heb in één adem het boek uitgelezen.
Mensen, gooi de baby niet met het badwater weg, dit boek is zeker de moeite waard om gelezen te worden.
De magie die een boekenliefhebber voelt voor zijn boeken komt er zeer sterk en poëtisch geschreven naar voren.
Ok, af en toe leek het inderdaad een beetje op ‘detective spelen voor Dummies’ maar de mooie zinnen, beklemmende taferelen en boekenliefde maakten dit meer dan goed.
Mooi uit dit boek vind ik ook dat een jongen, rond zijn 10de jaar een boek leest wat hem nooit meer loslaat.

Is het met ons allen niet zo begonnen?

Zijn niet alle boekenfanaten in hun jeugd dusdanig door een boek gegrepen dat ze daarna altijd op zoek zijn gebleven naar een evenredig boek, een boek dat hetzelfde los kan maken?

Als ik kind had ik een vrij zwak gestel, was zwaar Astmatisch en tot ongeveer mijn 10de levensjaar was ik bedlegerig.
Naar school ging ik in deze jaren nauwelijks, ik deed mijn huiswerk thuis. Een kind in bed moet vermaakt worden en daarom las mijn moeder mij al op zeer jonge leeftijd heel veel boeken voor. Dit deed ze ook om zelf aan haar Nederlands te werken en daar zijn kinderboeken natuurlijk ideaal voor.
Op mijn 6de las ik zelf en in een hoog tempo.
Mijn moeder haalde stápels boeken uit de bibliotheek, die ze een paar dagen later al kon inruilen.

Het vervelende is dat ik me van het eerste boek dat mij dusdanig greep en beïnvloedde niet meer weet hoe het heette, wie de schrijver ervan was én waarover het ging.
Het is in nevels gehuld en ik kan me er maar een paar momenten uit voor de geest roepen. Desondanks weet ik dat ik nooit meer een boek heb gelezen waarin ik zoveel vond, zoveel herkende en zoveel voelde. En dit gevoel kan ik nog wél oproepen.
Ik heb jaren gezocht naar dit boek, want de kaft is als een vage herinnering in mijn hoofd blijven zitten (een meisje in een verwilderde tuin vol onkruid en een doos -?-).
Ik heb waarschijnlijk als klein meisje uren in bewondering naar deze kaft zitten staren nadat ik het had uitgelezen.
Vroeger raakte ik soms zo betoverd door een mooi boek, dat ik het in mijn armen wiegde alsof het een teddybeer was.

Als kind sta je er ook niet werkelijk bij stil dat het boek door een schrijver geschreven is. Die schrijver deed er helemaal niet toe, ik voelde daar geen enkele fascinatie voor. Alleen het boek, en hetgeen in het boek. Het was net een soort van magisch geschrift wat er naar mijn weten altijd al geweest was.

Het tweede boek dat zoveel indruk op mij maakte kan ik me nog wél herinneren: Dat was nl. ‘Meester van de zwarte Molen -Krabat’ van O. Preussler. Ik heb het gelééfd, dit boek. De jongen die gilde toen hij van de trap viel en zijn nek brak – ik hóórde hem gillen. Ik haatte de molenaar en schrok van de kraaien. Prachtig prachtig prachtig.
In een opwelling heb ik dit jeugdboek vorig jaar aangeschaft. Helaas vind ik de taal nu te kinderachtig en kan ik er niet meer in opgaan, maar ik kan me het nog zo vers voor de geest halen.
Deze fascinatie is nog vaak teruggekomen.
In de klas waar de juf voorlas uit Roald Dahls ‘James en de reuzenperzik’.
Ik was gekluisterd aan haar lippen en zo verschrikkelijk teleurgesteld als het voorleesuurtje afgelopen was en ik weer een week zou moeten wachten tot het vervolg.
Ik heb tranen met tuiten gehuild tijdens ‘Alleen op de Wereld’ en vertoefde in een andere wereld tijdens ‘Het oneindige verhaal’ van Ende.
De laatste jaren lees ik veel en veel meer en kom ik niet zo heel erg vaak een boek tegen dat mij totaal meesleept, maar wanneer dit gebeurt ben ik thuis. Dan vind ik heel even datgene waar ik altijd naar op zoek ben.

Maar zó gevonden als die eerste keer, in dat boek waarvan ik de titel niet meer weet, me de schrijver niet meer kan herinneren én niet meer exact weet waarover het ging, heb ik het nooit weer.

zaterdag, augustus 27, 2005

Ontoerekeningsvatbare hostessen, haaien en de geschiedenis van de wereld.

Zoals de meesten uit mijn blogtitel wel hebben begrepen, werk ik als hostess op Kreta. Ik doe dit werk al 11 jaar, op dezelfde lokatie. Als je deze job al zo lang doet ga je soms rare dingen uitkramen. De informatie-bijeenkomst (dus het ontvangstpraatje) heb ik al zo ontzettend vaak gehouden dat ik moet uitkijken om niet op de automatische piloot over te gaan.
Dan ga ik nl. dingen zeggen zoals: "Tijdens de jeep-safari moet U niet vergeten om zonnebrandolie mee te nemen, want in de bergen kunt U ontzettend gemakkelijk verdwalen". Of, over een nonnenklooster, waar de nonnen met de hand iconen schilderen:
"Met deze excursie bezoekt U een klooster waar U met de hand door de nonnen beschilderd wordt".

Vorige week tijdens een meeting vroeg een vrouw mij: "Zitten er ook rare beesten in de zee?". Voordat ik kon nadenken, antwoorde ik steenkoud: "Ja." "Haaien".
Mevrouw geschokt: "U maakt toch een grapje?"
Ondergetekende: "nee hoor, er vallen nog steeds doden door haaiaanvallen". (zie daarvan akte middels de link onder kop van dit stukje). Direkt daaropvolgend moest ik erg om mezelf grinniken (vreemd genoeg ben ik meestal degene die het hardst om mezelf grinnikt) en zag ik de klachtenbrieven al bij mijn touroperator binnenstromen: "Hostess verknalde onze vakantie door haaienverhaal, we durfden de hele vakantie de zee niet meer in".
Hoe dan ook, daar wilde ik het helemaal niet over hebben.
Ik heb weer een nieuwe aanwinst, genaamd "Guns, Germs, and Steel" van Jarel Diamond. De schrijver heeft voor dit Non-fictie boek de Pulitzer Prize gewonnen. Ik had er al een paar maal mee in mij hand gestaan, het doorgebladerd en wilde het dolgraag in mijn bezit hebben. Maar in deze accommodatie durf ik geen boeken weg te muffelen in mijn tas. Voor dit soort noodgevallen heb ik echter een oplapmiddel: de doos met onzinnige boeken en dubieuze titels uit een vlaamse doos (zie stukje hieronder). Ik heb dit boek dus ingeruild voor een aantal vage titels, 1 Jilly Cooper, 1 "spannende detective" en 1 pure chicklit (iets in de trent van: "de ware op het witte paard" ofzo).
Eigenlijk is het wel erg wat ik doe. Ik laat een spoor van pulp achter in hotelbibliotheken en vergiftig wellicht de geesten van onschuldigen met deze rotzooi.
Maar ja; Niets aan te doen. Guns, Germs, and Steel is in ieder geval van mij!
Het boek verteld de geschiedenis van de wereld in de laatste 13.000 jaar en zeer interessant, een groot gedeelte gaat over de geschiedenis van het geschreven woord!!
Ik moet toegeven dat ik inmiddels wel een beetje in paniek raak. Wanneer krijg ik dit allemaal in godsnaam gelezen?
Misschien moet ik maar flink doorgaan met aan gasten vertellen dat de zee vol met haaien zit, etc. Ik vermoed dat ik dan binnenkort ZEE-EN van tijd heb om mijn gehele boekenkast door te lezen!

donderdag, augustus 25, 2005

Wat is de boekenvriend een gezegend mens!

Wat is de boekenvriend een gezegend mens!
Een mens met de wetenschap dat hij/zij zich nooit hoeft te vervelen, zich nooit compleet verloren hoeft te voelen.
Het enige wat hij/zij bij zich hoeft te hebben is een boek. Wat een veilig gevoel…

Soms denk ik wel eens dat boekenverzamelaars een fort van boeken om zich heen bouwen, een veilige haven. Al die pracht die op ze wacht, nog onontdekt. Al die kennis om nog te vergaren. Als geduldige, oude vrienden die altijd daar zijn.
Wel bestaat het gevaar dat de mens verslingerd aan boeken zich af en toe gaat afzonderen. Wanneer je een avond met een ander doorbrengt loop je de kans dat de gesprekstof je totaal niet boeit.
Mocht je de avond met je boek doorbrengen, en de gesprekstof boeit niet (en die kans is minimaal aangezien je waarschijnlijk al vooronderzoek naar het boek hebt gedaan, of al vele uren met een vorig boek van de boeiende auteur hebben doorgebracht) dan sla je het dicht en leg je het weg. Ook bestaat het gevaar om een zekere arrogantie te ontwikkelen door het hebben van een boekenverslaving. De boekenverslaafde voelt zich mijlenver verheven boven andere hobbyisten die bijv. gepassioneerd theezakjes verzamelen. Want de boekenverslaafde is van mening dat zijn hobby Alles combineert: vergaren van Kennis, het meemaken van avonturen, het kunstzinnige van de taal, het meeslepende van de poezie, etc. etc. Daarom zijn boekenverslaafden voor theezakjesverzamelaars (e.a.) behoorlijk irritante mensen die nogal vol zijn van zichzelf (ze scheppen ook graag over hun literaire kennis op, terwijl menigeen theezakjesverzamelaar in een donker hoekje zich over zijn verzameling buigt) en hun hobby zijn.

Ik ben er zo een die altijd een boek bij zich heeft. In mijn handtas, tussen mobiele telefoon, lippenstift, rijbewijs en geld zit eveneens leesvoer.
Ook míjn handtas (net als van de meeste dames) is een soort van Tardis waar allerlei vage artikelen in verstopt kunnen worden, maar mensen kijken nog wel eens vreemd op wanneer ik er een roman uittrek.
Wanneer ik naar een bar ga om op een vriendin te wachten, ga ik gerust aan de bar een aantal pagina’s lezen.
Ook tijdens mijn dagelijkse hotelbezoeken vallen vaak gaten (bijvoorbeeld wanneer ik een informatiebijeenkomst heb en de gasten niet komen opdagen).
In dat geval ben ík gelukkig bewapend met een boek.

Zo lees ik ook meestal 2 boeken door elkaar, 1 dikke zware voor in bed of op het strand (als de band niet te mooi is) en 1 pocketversie die overal mee naartoe word gesleurd.
De Boudewijn Büch fans zullen er wel van gruwelen; Ik ben nu de pocketversie van “Eenzaam” aan het lezen en ik ga zelfs met Büch in Bad.

Soms lees ik een boek, zo mooi, dat ik het boek ook in een mooie omgeving wil lezen.
Alsof dat het boek onvergetelijker maakt.
In dat opzicht zit ik hier goed.

Vandaag was het mijn vrije dag en ben ik middels een bootexcursie naar het onbewoonde koraaleiland Gramvoussa gevaren.
Heerlijk mijmerend over zee stukken in Zafon’s boek gelezen.

Ook lees ik graag in de haven van Chania, met uitzicht op de vuurtoren en de wandelkade.
Ik krijg dan het gevoel dat ik in een hoek van een schilderijtje zit met mijn boek en mijn espresso op tafel.

Wat me echter ook kan overkomen is dat een boek dat ik lees invloed heeft op de wereld Buiten het boek;
Toen ik ‘De ondraaglijke lichtheid van het bestaan’ van Kundera las kreeg ik plots een onbedwingbare behoefte om naar opera te gaan luisteren. Deze behoefte was op dat moment moeilijk te bevredigen, ik had namelijk geen enkele cd met opera in mijn bezit, ik luisterde nooit naar opera-muziek.
Op mijn oude wereldradio heb ik toen net zo lang gezocht tot ik een krakend Russisch kanaal vond met Opera-muziek en met de radio naast mij heb ik het boek die nacht uitgelezen.

Na het lezen van ‘Demian’ (Herman Hesse) en dan in het bijzonder het hoofdstuk waarin de hoofdpersoon in een diepe trance een schilderij maakt waarin hij later zowaar Demian én zichzelf in herkent, ben ik dagen lang aan het schilderen geslagen.

Het doorwerken van een boek in het externe leven van de lezer is mijns inziens een boeiend fenomeen!

dinsdag, augustus 23, 2005

In katzwijm voor Casanova


Weer twee nieuwe aanwinsten erbij. Ik trof gisterenmiddag in de hotelbibliotheek van Amalthia hotel “Zolang er leven is” van Renate Dorrestein en “Die Grafin von Parma”, van Sandor Marai.
“Zolang er leven is” lijkt me een prima boek voor een moment dat ik enigszins beneveld door het leven ga. Laten we wel zijn, om je in een boek te verdiepen heeft men innerlijke rust nodig. Door velerlei omstandigheden kan het hier nog wel eens aan ontbreken en op dergelijke momenten lukt het mij niet altijd om mij te concentreren op de wat zwaardere kost.
Op een dergelijk moment kan Mw. Dorrestein mij prima vergezellen.

Mijn tweede aanwinst, ‘De Gravin van Parma’ (in Duitse vertaling) gaat over mijn geliefde Giacomo Casanova.
Enige jaren geleden ben ik, ruim 200 jaren na zijn sterven, alsnog ten prooi gevallen aan de charmes van Casanova. Inmiddels ben ik in het bezit van zijn gehele oeuvre (en het was een heel karwij om dat naar Griekenland te krijgen!) en een aantal Biografieën.
Had Casanova in de huidige tijd geleefd, betwijfel ik of men hem de twijfelachtige eer had bewezen om zijn naam te laten opnemen in onze vocabulaire enkel en alleen vanwege zijn reputatie als charmeur.
Ik woon op een eiland met duizenden en duizenden Casanova’s (ik vraag mij wel eens af hoe het mogelijk is dat zoveel Griekse mannen zo behaard zijn, en toch zo glad), velen hebben Casanova’s minnaressen allang in aantal ingehaald. Ik zie deze Griekse Adonissen overal om mij heen. Gepassioneerd afscheid nemend op de luchthaven wanneer ze hun nieuwste aanwinst in tranen uitzwaaien. Twee weken later word hetzelfde tafereel herhaald, alleen nu met een andere toeriste. Geen van deze mannen zal ook maar enig woord aan onze vocabulaire toevoegen.
Maar ik dwaal af.

Het is ook niet om deze rede dat ik mij zo aangetrokken voel tot mijn Giacomo. De goede man schreef prachtig en ook al zijn zijn memoires 250 jaar oud, ze zijn zeer leesbaar en herkenbaar. En zo echt, je voelt het bijna door het papier heen. Deze man bestond.
Vaak vind ik hem arrogant, hij kan me werkelijk irriteren. Dan weer intrigeert hij me, door zijn fascinaties, zijn haast Manisch-depressieve buien, zijn tomeloze liefdesverdriet.
Ja, Casanova had veel geliefden, maar de man kreeg het ook voor elkaar om herhaaldelijk verliefd te worden en zich daarna te wentelen in liefdesverdriet, momenten waarin hij ervan overtuigd was dat hij zou sterven aan zijn zielenpijn.
Ook was Casanova boekenverslinder (de man heeft vastgezeten vanwege het bezitten van ‘verboden boeken’, uit deze gevangenis is hij spectaculair ontsnapt), vertaler, spion, gokverslaafde, filosoof, en een meester in bedrog en opscheppen.
Het blijft dan ook de vraag hoeveel van zijn verhalen op waarheid berust zijn.

Maar bovenal was Casanova schrijver.
En vanwege zijn schrijven, zijn betoverend schrijven kan ik iedereen aanraden om zijn memoires eens ter hand te nemen.

In de ban van Casanova ben ik hem zelfs nagereisd en heb ik zijn huis bezocht in Venetië.
Ik was er in December, het was koud en bewolkt. Er waren weinig toeristen en ik probeerde mij te vermommen als een Italiaanse en liep met zonnebril op door Venetië.
Het is mij tot op de dag van vandaag een raadsel hoe ze wat kunnen zien, ik heb het geprobeerd maar met de zware bewolking boven Venetië was ik nagenoeg stekenblind.
Ondanks de kou (het eerste dat ik deed toen ik van het schip afkwam was een sjaal kopen) heb ik met een verhoogde hartslag door Venetië gewandeld. Op plaatsen gestaan waar híj stond. En de pracht van Venetië is dat het nog steeds zo onaangetast aanwezig is. De straatjes, de huizen, de vergezichten, het was alles identiek aan hetgeen Giacomo zag. Ik kan mijzelf compleet verliezen in een dergelijke omgeving.
Ook daarom heb ik mijn hart verpand aan mijn prachtige woonplaats in Griekenland: Chania. Ookwel bekend als "het Venetië van Griekenland".

“Die Grafin von Parma” is het geromantiseerde verhaal over Casanova’s grootste liefde. Ik werk momenteel ook met Duitstalige gasten, maar ik vind het toch wel jammer dat ik niet Dorresteins boek in een Duitse vertaling aantrof en Marai’s boek in het Nederlands.
Maar ja, je kunt nu eenmaal niet alles hebben.

zaterdag, augustus 20, 2005

In de voetsporen van Geert Mak

Al eerder vermeldde ik dat ik zo af en toe een mooi boek in een hotel weet te bemachtigen.
En soms zelfs een boek dat op mijn ‘to have’ lijstje stond.
Als dat gebeurt, is het een mooi moment. Het is een interessante manier om aan leesvoer te komen.
In Nederland ga ik vaak blindelings van recensies en mijn favoriete schrijvers uit en selecteer op deze wijze wat ik zal gaan lezen.
Hier heb ik deze mogelijkheid niet altijd en ook al geef ik toe dat ik wel wat zoekwerk op internet doe (recensies doornemen, reacties op amazon bekijken), lees ik hier vaker boeken die ik in een boekhandel niet uit de kast zou hebben getrokken.

En soms leid dat tot verassende ontdekkingen.
Eigenlijk heeft het wel wat, de boeken die ik hier weet te bemachtigen moeten werkelijk ‘op mijn pad komen’. Ik ben wel degelijk op zoek naar ‘het’ boek, maar wellicht is het boek ook een beetje op zoek naar mij.

‘In Europa’ van Geert Mak stond echter wel op mijn ‘to have’ lijstje en ik begon dan ook licht te kwijlen toen ik het in handen kreeg.

De eerste passages die ik doorlas waren de boeiende stukjes over Kreta en dan in het bijzonder over Anogia.
Het bergdorp Anogia heeft een heftige historie.
In augustus 1944 heeft er hier een dorpsmoord plaatsgevonden, een represaille van een Duitse bevelhebber.
Velen vonden de dood en velen anderen raakten al hun hebben en houden kwijt omdat hun huizen en bezittingen door de Duitse bezitters tot op de grond afgebrand werden.

In juni waren mijn ouders bij me op bezoek en maakten we redelijk wat ritjes naar bezienswaardigheden.
Gewoon rondrijden door de bergdorpjes is al een belevenis op zich, ik ontdek telkens weer wat nieuws.
Een antiek kerkje dat ik nog niet kende.
Een grot met indrukwekkende stalagmieten en stalactieten.
Een verborgen strandje.
Ik woon inmiddels al 11 jaar op Kreta en nog steeds houd dit eiland zo ontzettend veel voor mij verborgen.
Afijn, het was op zo een dag dat Anogia in mijn gedachten kwam en we via een lange slingerweg het berglandschap zijn ingereden, op weg naar dit bergdorp.

Anogia stelde absoluut niet teleur.
Veel bejaarde vrouwen in dit dorp proberen hun inkomen aan te vullen door geweefde artikelen te verkopen, overal zie je typische Griekse oma’s gekleed in zwart achter hun spinnenwiel zitten.
Ook veel mannen dragen nog altijd de Kretenzische klederdracht (de ‘plofbroek’: een soort drollenvanger, hoge laarzen, een zwart gehaakt doekje om het hoofd heen en een traditioneel mes in de broeksriem gestoken).
We bezochten het huis van de zeer bekende –jong overleden- Kretenzische zanger Xylouris, inmiddels door zijn zuster in een museum verandert.
Zijn (hoogbejaarde) zuster werd zeer emotioneel toen ze over haar broer verhaalde, ik kreeg de indruk dat ze haar broer inmiddels tot godheid heeft verklaard.
We kregen van haar Raki te drinken en mochten niet weg voordat we een Grieks kleedje hadden uitgekozen (gratis!) en bij vertrek omarmde ze ons hartelijk.

Terwijl we een beetje door het dorpje struinden zagen we een bord: ‘Art Museum – Always Open’.
Een meter of 50 verderop vonden we inderdaad het museum.
De deur was open, binnen niemand te bekennen.
Enige ogenblikken later kwam de beheerder echter binnenwandelen.
Een typische, door het leven getekende, Kretenzer (in de traditionele Klederdracht) en bezitter van een reusachtige snor en een knalrode neus…ik vermoed van de Raki.
Deze man, luisterend naar de naam Jorgos Skoulas leidde ons rond door het kleine museum en vertelde gepassioneerd over de schilderijen, geschilderd door zijn vader en over de trieste geschiedenis waar deze schilderijen over vertellen.
Enige ogenblikken later, sloot de heer Skoulas de deur van zijn museum, pakte zijn Lira (een snaarinstrument) en bracht ons een overweldigende serenade ter oren. Werkelijk de tijd stond even stil toen hij dit instrument bespeelde en met een verbazingwekkend heldere stem een mantinada zong (Kretenzisch lied). We waren allen diep ontroert.

Staande in dit museum, omringd door de naïeve kunst en luisterend naar de prachtige stem van deze OpperKretenzer kreeg ik het vermoeden dat er een passage over dit museum in Geerts Mak boek had gestaan. Ik wist het niet zeker meer, maar er stond me iets bij.
Bij het verlaten van het museum wilde de goede man ons eveneens op Raki trakteren, net als de zuster van de zanger en als de eigenaar van een kafenion. Hadden we het gewild, waren we straalbezopen vertrokken uit Anogia.

Eenmaal thuisgekomen heb ik direct ‘In Europa’ opengeslagen. En inderdaad! Op blz. 666 staat:
“Achter in het dorp bevindt zich een klein museum met de naïeve kunst van een begaafde herder, Chrilios Skoulas. Er hangen grote schilderijen: van het dorp, met alle straten, en van de schilder en zijn vrouw in vrede voor hun huis; van de schilder die met een lam op zijn nek in de sneeuwjacht door een donker bos loopt; van parachutisten die hangen, in groene uniformen, de herders en de andere partizanen schieten ze dood, zij vallen, de groene uniformen vallen, de honden likken hun bloed; van het dorp waar uit alle huizen vlammen slaan, vliegtuigen, overal doden, oude mannen die hun huizen in worden gejaagd terwijl de branden als een fakkel, vrouwen en kinderen die worden weggedreven en partizanen die hen proberen te ontzetten. En dan is er een groot tableau van de vrede, van mannen en vrouwen die weer zijn teruggekeerd, van de kerk waarboven de zielen van de doden zweven.”

Dat was een mooi moment. Want behalve dat ik nu meer wist over Anogia en over dit wonderlijke museum, wist ik ook dat de heer Skoulas een grote snor bezit, een rode Raki-neus en prachtig kan zingen.
Het was een moment waarop de literatuur tot leven kwam.

zondag, augustus 14, 2005

Even man zijn

Gisterenmorgen tijdens mijn hotelbezoeken riep de allerbeminnelijkste receptionist van hotel Kriti Beach (te Rethimno) me bij zich. Hij had een achtergelaten boek voor me opzij gelegd en hoopte dat hij me daarmee blij kon maken. Uiteraard maakte hij mij daar blij mee, al was het alleen al om het feit dat hij aan mij gedacht had (en vanwege het vooruitzicht dat hij vaker op deze wijze aan mij zal denken).
Een eerste blik op het boek bracht echter een: hmmmm reactie in mij teweeg. Op de kaft staat een peloton soldaten afgebeeld. ‘Helden zonder glorie’ heet het boek (‘the naked and the dead’), geschreven door Norman Mailer.
Op de kaft staat een blurb van Simon Vestdijk: ‘een betere roman over de oorlog dan Tolstoi’s “Oorlog en Vrede”’.
Thuis gekomen eerst Pieter Steinz ‘Lezen Etcetera’ erop nageslagen (Dit is een must-have voor de bibliofielen onder ons! De heer Steinz heeft een prachtige collectie meesterwerken verzameld!!!) en zijn beschrijving van Norman Mailer doorgelezen.
Vervolgend Internet opgedoken. Het boek ‘Helden zonder glorie’ word beschouwd als een ongeëvenaard Amerikaans meesterwerk, komt zelfs voor in prestige top 100-lijsten. Over de auteur is er des te meer te vinden. Kennelijk is het een man met een onverbloemde mening die geregeld andere schrijvers en politici voor het hoofd stoot. Hij trouwde 6 maal en heeft een tijd vast gezeten vanwege het neersteken van zijn 2de vrouw op een feestje (ze was licht gewond).

Vervolgens heb ik heb boek opengeslagen en ben ik begonnen met lezen.
Al vrij snel slaan de bommen en de vrouwelijke genitaliën je om de oren.
Er word gevochten, er word gemijmerd over onvergetelijke hoeren, er word gepokerd en gescholden.

Hmmmm……maar eens even op Amazon.com kijken naar de recensies. Er stonden bij de laatste uitgave van dit boek 55 recensies, waarvan 1 geschreven door een vrouw (!), en dit was een vrouwelijke soldaat.

Dit plaatst mij wederom voor het vraagstuk: zijn er typische vrouwenboeken en typische mannenboeken?
Ik wil mij niet in een kadertje laten plaatsen. Ik selecteer een boek niet op het feit of het door een mannelijke auteur of door een vrouwelijke is geschreven.
Het gaat mij niet enkel om de verhaallijn. Belangrijkste is dat het boek mooi geschreven is. De zinnen moeten mij kunnen meeslepen, inspireren, raken.
Ik zou bij wijze van spreken in een boek over korstmossen kunnen worden gezogen, als de auteur ‘die magische touch’ zou hebben om mij met zijn zinnen te betoveren.

Desondanks: Noem mij achterhaald, ik ben nog steeds van mening dat mannen over het algemeen boeken van mannen lezen. Ga ‘favoriete boeken’ top 10’s van mannen bekijken en ik wed je dat er geen vrouwelijke auteur op nummer 1 staat, en er hoogstwaarschijnlijk geen vrouwelijke auteur in de lijst überhaupt voorkomt.
Vrouwelijke auteurs zijn bezig met een inhaalslag, maar zolang de meeste mannen mannelijke auteurs blijven lezen, en vrouwen mannelijke én vrouwelijke, is het logische gevolg dat de mannelijke auteurs bovenaan deze lijsten blijven prijken.
Ik vind het juist een wonder van ‘het boek’ dat je even uit je geslacht kunt stappen; Voor enige momenten kun je in het hoofd van een man leven, zijn lichaam gebruiken, zijn opwinding voelen, zijn gedachtenkronkels. Voor even kun je als vrouw man zijn.

Dat brengt mij weer terug op het boek ‘Helden zonder Glorie’. Ja ik ga ooit een poging wagen om dit boek te lezen. Maar hoe graag ik soms ook in het geestelijke lichaam van een man verkeer door een prachtig boek, iets verteld mij dat ik misschien, heel misschien, mij niet zou kunnen inleven in de personages in ‘helden zonder glorie’.
Maar ik ga het wel proberen.

vrijdag, augustus 12, 2005

dubieuze titels uit een vlaamse doos

Er zijn van die dagen…..en dit is er 1 van.
Ik werd vanochtend wakker met een bonzende hoofdpijn en de pijn heeft mij niet verlaten.
Daarom heb ik maar afgezien van mijn oorspronkelijke plan: zon, zee en strand en overgegaan op plan B: in bed, met airco aan.
Ik had in de logeerkamer nog een doos met boeken staan die ik gekregen had van een vlaamse collega. Al bij ontvangst van de doos had ik mijn twijfels betreffende de kwaliteit van de boekjes. Het waren allemaal drukken uit eind jaren 50, begin 60 met zeer dubieuze titels.
Met de doos boeken naast mij ben ik het net opgegaan en over de schrijvers wat opgezocht. Uit de gehele zooi heb ik er 5 gehaald die ik wellicht ooit nog eens zal lezen:
Nevil Shute – De droom van Ross
Gaston Durnez –Duizend kussen voor iedereen
Frans Depeuter – De hand aan jezelf
R. Vercel – Je moeder of vader (vreselijke titel)
Axel Munthe – De geschiedenis van San Michele
Deze laatste lijkt me waarachtig nog boeiend ook, en overigens ook een mooie band en lettertype.
Axel Munthe
aus Wikipedia, der freien Enzyklopädie
Axel Martin Fredrik Munthe (*
31. Oktober 1857 in Oskarshamn, Schweden; † 11. Februar 1949 in Stockholm; alias Puck Munthe) war ein schwedischer Arzt und Autor.
Axel Munthe wurde 1857 als Sohn eines Apothekers geboren. Er studierte Medizin in
Uppsala, Montpellier und Paris.
Ab 1880 begann er als Arzt in Paris und
Rom zu praktizieren. Im Laufe der Jahre wirkte er noch in Neapel, London und Stockholm. Während seiner Studienjahre in Paris beeindruckten ihn besonders die Arbeiten Jean-Martin Charcots. Auch in späteren Jahren galt sein besonderes fachliches Interesse der Psychiatrie. Sein beruflicher Werdegang weist äußerlich etliche Brüche auf. So arbeitete er teilweise als Arzt für die untersten Bevölkerungsschichten, während er gleichzeitig oder kurz darauf eine Modearztpraxis betrieb. In Rom richtete er seine Praxis beispielsweise in einem Haus an der Spanischen Treppe ein, das zuvor u. a. von John Keats bewohnt worden war. Seit 1908 war Munthe Leibarzt der schwedischen Königin Viktoria (geb. Prinzessin von Baden).
International bekannt wurde Axel Munthe durch seine Erinnerungen "
Das Buch von San Michele", die der Kritik große Schwierigkeiten bereiteten, da sich Biographisches mit Phantastischem bis zur Untrennbarkeit vermischte. Der Titel des Buches bezieht sich auf seine Villa San Michele in Anacapri auf der Insel Capri.
Er starb am
11. Februar 1949 in einem Seitenflügel des königlichen Schlosses in Stockholm.

Gisteren heb ik het boekje ‘Nederlandse literatuur in een notendop’ van Annette Portegies en Ron Rijghard uitgelezen. Ik had het boekje nog in Nederland voor vertrek (tijdens de boekenweek) voor een paar euro’s aangeschaft.
Het is een zeer informatief boekje, maar alleen geschikt voor degenen die werkelijk geïnteresseerd zijn in literatuurgeschiedenis.
In de 126 pagina’s staan namelijk wel erg veel feiten gepropt waardoor het niet vloeiend meer leest.

maandag, augustus 08, 2005

Hoe kom je op Kreta aan vers Nederlandstalig leesvoer?

Dat is voor mij inmiddels een sport geworden.
Ik woon inmiddels 11 jaren in Chania vanaf Maart - December.
In de wintermaanden ben ik in Nederland.Daar struin ik boekenbeurzen, 2de handsboekzaken, Bredevoort boekenstad, kringloopwinkels, etc. af en stuur ik jaarlijks een grote doos met boeken na naar mijn woonadres op Kreta.
Een paar x kon ik met een vriendin meerijden. Onze auto helde naar achteren door het gewicht van mijn boeken. (een koffer vol).

Maar zoals de boekenverslaafde wel zal weten, de hunt naar nieuwe pareltjes eindigt nooit. Ook niet hier.En hoe kom je hier aan Boeken die het lezen waard zijn?
Jarenlang heb ik geprobeerd om middels een opmerking aan het einde van mijn informatiebijeenkomst voor net aangekomen gasten mijn collectie uit te kunnen breiden.
Ik vroeg dan: als U leesvoer heeft wat U aan het einde van uw vakantie niet meer terug wilt nemen naar Nederland, geef het dan aan mij.
Dit resulteerde in een bonte verzameling pulp van de eerste orde: Chicklit, streekromans en ergste van allen, candelight romannetjes (gruwel gruwel).
Er is leesvoer dat niet gedrukt zou mogen worden.

Ook ontving ik een paar maal een boek zonder kaft (!!!!!!!)! Werkelijk onbegrijpbaar hoe sommige mensen een boek dusdanig kunnen verminken omdat het dan 20 gram minder weegt. Het mag dan nog wel een meesterwerk zijn, ik hoef het niet meer te lezen. Net zoiets als koude biefstuk eten.

Interessante boeken heb ik weinig direct van gasten gekregen. De Abbessijnse Kronieken staat me nog bij (deze zwerft nu door Nederland via www.bookcrossing.nl).

Waar ik inmiddels wel een sport van heb gemaakt is hotelbibliotheken systematisch plunderen. Eigenlijk ben ik daar heel geniepig in. Wanneer ik een boek zie dat ik MOET hebben dan heb ik enige tactieken:
1) ik ruil het desbetreffende boek om voor 1 van de net verkregen candelight romannetjes
2) ik vraag de receptionist of ik het boek mag “lenen” (alsof die iets om NL-talige boeken geeft)
3) ik neem het gewoon mee
Gelukkig zijn er een aantal hoteliers die van mijn passie afweten en boeken voor me opzij leggen of me op een nieuwe aanwinst attenderen.
Nieuwe aanwinsten afgelopen tijd op deze wijze verkregen: Nicci French ‘Bewoonde wereld’, Geert Maks ‘In Europa, Friedrich Glauser ‘De zaak Schlumpf’ (ik ben niet direct fan van detectives maar boek ontvangt goede kritieken) en Daniel Woodrell ‘Tomaat Rood’.

Mijn laatste redmiddel om aan leesvoer te komen is 2de hands winkels hier ter plaatse af te lopen.
Tussen de afgedragen jurken, vleespannen, videobanden, Griekse kruiswoordpuzzels en Engelse romannetjes kun je soms een verrassende vondst doen. Ja zelfs hier!!! Vorig jaar prachtig boek van Robert Graves (alle Griekse Mythes en Sages) in het Nederlands gevonden.
Voor 2,5 euro (echt waar) in Nieuw-staat.
Pas geleden aantal vermakelijke boeken van Herman Brusselmans (hele verzameling voor een tientje). Dan word ik blij. Heel blij.

Jean-Paul Sartre’s Walging is inmiddels uit. Tot ongeveer bladzijde 70 verkeerde ik in een roes terwijl ik het boek las. De zinnen waren zo doeltreffend, zo beeldend geschreven, zo beklemmend. Pure Poëzie.
Maar om eerlijk te zijn, op een gegeven moment moest ik me verder worstelen door het boek. Wat een ellende! Wat een neerslachtigheid! En het hield maar niet op! Wellicht had de hoofdpersoon in het boek het licht gezien omtrent ‘het bestaan’ en verkeerde hij daarom in een dergelijke suïcidale stemming;
Ik kreeg echter hoe meer het boek vorderde het idee dat de hoofdpersoon gewoonweg in een diepe depressie zat (wilde niet meer douchen ‘zag het nut er niet meer van in’), wat wellicht kwam door het ontbreken van menselijke contacten en de vermogens om deze te leggen en het ontbreken van een baan.
Ik ben duidelijk geen existentialist; Ik geloof in de vrijheid van de mens, in het kiezen van een eigen weg door het leven.
Maar volgens ‘de Walging’ is het niet mogelijk om een Existentialistische Humanist te zijn, dus nee.
Voor de mooie zinnen overigens de moeite van het lezen waard.

Nu ben ik begonnen aan ‘De schaduw van de Wind’. Hij lag al een tijdje in de kast, maar ik wilde me er nog niet aan wagen omdat werkelijk iedereen het boek leest. Ik lag gisterenmiddag op het strand en om mij heen zag ik overal OF Zafon (in Duits, Zweeds, Engels….) OF Dan Brown. En ik wil geen kuddedier zijn! Maar ik ga me toch maar even 1 van de schare noemen. En eerlijk is eerlijk…tot dusver vind ik het prachtig.

zondag, augustus 07, 2005

Bibliofilos - ofterwel de lezende hostess

Sinds 11 jaar woon en werk ik in Chania (Kreta), een prachtige stad in het mooiste stukje (nog ongerept) Kreta. Door de jaren heen ben ik vrij inventief geworden om mijn boekencollectie in stand te kunnen houden.
Boeken zijn mijn passie. Het gaat me met name om de inhoud, om het wroeten in de overblijfselen van genieën en allerlei verlichte geesten, hopende dat er een zweem van deze genialiteit verankert zal worden in mijn geest. Het is een eeuwig zoeken naar antwoorden terwijl ik de vragen nog niet exact weet. Het is Die gedachte die vorm krijgt, die perfecte zin, die bezieling....
Maar de passie omtrent Het Boek gaat verder.
De geur van bladzijden, de kleur van de kaft, de textuur.
En als een boek me raakt: wie was de auteur? Hoe leefde hij/zij?
Ik jaag geen eerste drukken na. Ik zou het niet eens kunnen, al zou ik dat willen; De financiële middelen zijn ontoereikend. Ik geniet echter zeer van in redelijke staat verkerende 2de hands (of 20ste hands) boeken. De gedachte dat wellicht 50 jaar terug iemand dezelfde zinnen las, er misschien wel met een potlood een kruisje voor zette, bekoort me. Deze vreemde en ikzelf hebben iets gemeen, iets dat buiten de tijd staat.
Een mooie persoonlijke boodschap voor in een boek (hoop dat jij er net zo veel van mag genieten, groeten Peter, 1962) doet voor mij niets af aan de waarde van een boek; Integendeel, geeft er een meerwaarde aan.
Afijn, ik hoop in deze Blogs wat meer over mijn liefde voor boeken, over hoe ik aan mijn leesvoer kom op Kreta en natuurlijk over Kreta zelf te schrijven.
Momenteel lees ik "de Walging" van J.P. Sartre, Nobelprijswinnaar en existentialist. Prachtige zinnen, zeer poëtisch en zeer beklemmend geschreven. Echter ook zeer deprimerend.
Wanneer een verloren ziel, zich bevindend voor een afgrond en in een crisis zijnde betreffende 'de reden van zijn bestaan' dit boek in handen zou krijgen zou het me niet verbazen als dit werk net het duwtje in die afgrond zou zijn. Zeker niet aan te bevelen voor de depressieven onder ons.