vrijdag, oktober 28, 2005

Beminde


Ik heb net het boek “Beminde” van Toni Morrison uitgelezen en het mag nu wel dichtgeslagen naast me liggen, dit is een boek dat in je voortleeft en dat je eigenlijk nooit uit hebt.

Toni Morrison verstaat een kunst die ik nog nooit eerder op een dergelijke wijze uitgevoerd heb gezien. Namelijk om wreedheid teder te beschrijven. Ik kan het niet anders omschrijven. Een ieder die het boek gelezen heeft zal begrijpen wat ik bedoel.

Dit is geen gemakkelijk boek; Neem er de tijd voor. Wanneer je het te lang weglegt word het zware kost. Het duurt namelijk even voordat je ondergedompeld bent in de stijl die T. Morrison gebruikt en de betekenissen kunt doorgronden. Toni Morrison speelt met stijl en tijd als geen ander. Elk hoofdstuk wordt verteld vanuit een ander oogpunt, door een ander persoon en met een ander taalgebruik. Het boek heeft een jazzyachtig ritme.

Het verhaal dat ze verteld is ‘onderhuids gruwelijk’. Een gevluchte slavin snijdt haar eigen baby de keel door om het te behoeden voor een leven als slavin. Het kind blijft haar en alle mensen om zich heen echter terroriseren, eerst als geest en vervolgens als een wezen van vlees en bloed. Overigens totaal geen zweverig boek, juist op een rauwe wijze realistisch.

Markant detail is dat Mw. Morrison de basis van ‘Beminde’ heeft gebaseerd op het leven van de slavin Margaret Garner, die inderdaad haar kind ombracht zodat het niet zou opgroeien in slavernij.
Toni Morrison is de laatste jaren in Amerika overigens ongekend populair, voornamelijk omdat Oprah Winfrey de schrijfster onder haar vleugels heeft genomen. Elk boek dat Oprah in haar boekenclub opnam werd een bestseller, en van Morrison waren dat er wel 4. Ook heeft Oprah zelf een rol gespeeld in de verfilming van ‘Beloved’.
De schrijfster Toni Morrison heeft in 1993 de Nobelprijs voor de literatuur gewonnen. En als je ‘Beminde’ leest weet je waarom.

Onder het lezen werd ik telkenmaal op mijzelf teruggeworpen en geconfronteerd met zaken waar je niet dagelijks bij stilstaat: Het feit dat er –ook nu nog- mensen zijn die alleen werken en slapen, een leven lang. Dat mensen je geloof in de liefde zo gemakkelijk kapot kunnen maken totdat liefhebben geen optie meer is. Dat sommigen zelfs de sterksten kunnen afbreken totdat er niets meer over van ze over is.
Dit boek grijpt je bij de keel, zet je voor een spiegel en maakt je uiteindelijk ook een klein beetje gelukkiger omdat je je realiseert hoeveel je eigenlijk hebt om dankbaar voor te zijn.

Geen opmerkingen: