vrijdag, januari 27, 2006

Boekenbeurs te Arnhem

Ik vier morgen twee heuglijke zaken:
* de 34ste trouwdag van mijn lieve ouders en
* Het begin van de 2daagse boekenbeurs in de Eusebiuskerk te Arnhem.
Verslag volgt uiteraard!

donderdag, januari 26, 2006

Personal Velocity van Rebecca Miller (dochter van)

Vanochtend een film gezien op Canal+ die in opzet meer op een boek leek dan op een verfilming van een script. De krachtige dialogen, zelfs de manier waarop het gefilmd was. Ik was dan ook geenzins verbaasd toen ik er later achter kwam dat de regie van de film in handen lag van Rebecca Miller (dochter van Arthur Miller), gebaseerd op haar gelijknamige bundel verhalen: 'Personal Velocity.'
De film bestaat uit 3 afzonderlijke filmpjes van een half uur. Het enige dat de drie vrouwelijke hoofdpersonen gemeen hebben is dat ze alledrie op de hoogte zijn van een auto-ongeluk waarbij twee mannen om het leven komen. De drie vrouwen in deze film zitten allen met zichzelf en hun leven in de knoei, maar het is een ogenschijnlijk banale gebeurtenis die ze weer helderheid en richting geeft. Ze zoeken, ze worstelen en ze vinden, al brengt de uitkomst gedeeld geluk.
Mooiste quote:
Paula: 'I used to write. Then I used to paint. I think I'm going to be one of those people with a lot of potential who never really takes off.'
Norwegian man who dies with Paula: 'Those are always the best kind of people.'
De actrice die Paula speelt, Fairuza Balk (foto boven rechts) deed me denken aan een andere favoriete actrice van me: Ione Skye (foto boven links). Gewoonweg verliefd ben ik op de film 'Dream of an Insomniac' waarin Ione Skye de gekwelde Frankie speelt, een film vol dialogen, literatuur en Sinatra. Zacht, inspirerend en poëtisch. Een film met liefde als hoogste goed, de film is zelfs in zwartwit tot op het moment dat liefde het leven (en de film) kleurt.
Mooiste quotes: 'There are too many mediocre things in this world to deal with, love shouldn't have to be one of them. Another thing than mad passionate love is just a waste of time.'
'Choices are like connecting hightways. They all take you to the same place. Some just take longer to get there.'

dinsdag, januari 24, 2006

Op de verkeerde plaats op het verkeerde moment

In mijn geliefde stad Chania staat een vervallen villa, omringd door metershoog onkruid en een puntig stalen hek. Ik was al vele malen gestopt bij het hek om tussen de spijlers door naar het huis te turen. Op een middag viel het me op dat een deel van het hek aan de achterzijde een stukje lager was én dat er aan de andere kant een box lag waar ik op zou kunnen staan. Mijn nieuwschierigheid won het van mijn angst en een paar tellen later stond ik tot mijn nek in het onkruid. De tocht door het onkruid naar het huis toe was nog wel de grootste uitdaging. Ik liep op slippers en droeg een jurkje en ik had werkelijk geen idee wat er zich in het onkruid verborg.
In het huis aangekomen liep ik er ademloos rond. Wat een vervallen pracht en praal! Er was nog een antiek fornuis. In de raamloze achterkamer stond één bank waar een ooit-witte doek overheen getrokken was. De zon viel erop en heel even voelde het alsof ik in een schilderij was beland.
Op de tweede verdieping trof ik een verroest bad op pootjes aan en her en der verspreid lagen kranten uit de jaren ’50.
Nu smuk ik het wel een beetje op, want eerlijkheidshalve staat me ook bij dat er tussen al die pracht talloze dode ratten en kakkerlakken lagen.

Ik was zo onder de indruk van deze ruïne dat ik uit puur respect op mijn tenen rondsloop.
Ik geloof echter dat ik nooit meer zo dichtbij een hartinzinking ben geweest als op het moment dat ik –de insluiper- in dat vervallen huis een andere insluiper tegen het lijf liep.
Hij bleek geen kwade man te zijn, eerder een 'zwervende reiziger' en we raakten in gesprek.
De man verdiende onderweg geld en reisde daarmee naar de volgende bestemming. Al 35 jaar. Hij vertelde me dat hij moe was geworden, omdat hij toch niet vond wat hij zocht. Hij vergeleek zich met een ontspoorde trein. Waar hij naar op zoek was wist hij niet meer. Hij kwam altijd de juiste mensen tegen op de verkeerde plaatsen en de verkeerde mensen op de juiste plaatsen. Veroordeeld tot eeuwig reizen.

Zo kan het ook met boeken zijn.

Je kunt het juiste boek op het verkeerde moment tegen het lijf lopen.

Enige jaren terug worstelde ik me door een boek van de schrijfster Diane Ackerman, genaamd ‘Een cultuurgeschiedenis van de hartstocht’.
Normalitair zou ik genoten hebben van deze ‘wereldgeschiedenis der liefde,’ vol mythologie en verhalen, ware het niet dat ik op dat moment in een relatie zat die tergend langzaam aan het overlijden was. Hoe verder ik in het boek vorderde, des te sterker werd mijn aversie tegen ‘de liefde’. Wel begon ik me, mede door dit boek, te realiseren dat de relatie niet zou standhouden.
Nu gaan veel, heel veel boeken over liefde en in tijden dat dit niet botert omzeil ik deze liever. Ze wekken dan hoofdzakelijk allergische verschijnselen bij me op.

Er bestaat maar één uitzondering.....
En dit is 'Transatlantische liefde' van Simone de Beauvoir.
Dit boek is een publicatie van een leven lang liefdesbrieven van Simone de Beauvoir aan Nelson Algren.
Zelfs toen hij haar begon te haten omdat hij niet uit hun relatie kreeg wat hij wilde, bleef haar liefde voor hem zuiver, mooi en zonder enige verbittering.
Ook onveranderd door haar huwelijk met Sartre. Simone de Beauvoir is uiteindelijk begraven met de ring die ze had gekregen van Algren aan haar hand. Hij wilde al jaren niets meer van haar weten en toch hield ze nog van hem.
Ik vond het hoopgevend, te lezen dat er een liefde kan bestaan, dat je hem kunt accepteren, kunt koesteren zonder verbittering, zelfs wanneer de ander hem niet meer hoeft.
Het is het enige boek dat me in verbitterde tijden troost geeft en in verliefde tijden mijn hart kan vervullen.

Kent U ook zo’n boek, dat U ongeacht uw gemoedstoestand kunt lezen?
Dat een oppeppertje is in slechte perioden maar ook stimuleert tijdens betere tijden?

dinsdag, januari 17, 2006

De kleine geschiedenis van de doden

Zes dagen lang op de vakantiebeurs mezelf schor gepraat om Chania (Kreta) te promoten.
Stagiaires vroegen me op de laatste dag:
‘kots je inmiddels niet van Chania?’
Nee, ik kots niet van Chania, ik kan er eindeloos over doorzeveren.
Chania en ik houden van elkaar en we proberen dat niet te verhullen.
Ik kan zelfs wel stellen dat het mijn enige blijvende, bevredigende liefdesrelatie lijkt te worden.

Daarnaast was de beurs de ideale plek om ongegeneerd mensen te begluren.
Dikke mensen, dunne mensen, twee travestieten, bekende Nederlanders, velerlei verschillende culturen en geaardheden, intrigerende mensen, brutale snotneuzen, grappige mensen, slimme mensen en domme mensen –‘doar benne we al gewesen’- ik heb ze allemaal gesproken.
Ook was het een prima stek om mijn marktwaarde nog eens te testen en ik beken,
er wérd geflirt.

Nu –twee dagen later- lijkt het allemaal weer mijlenver verwijderd en werd ik een beetje verslagen wakker. Regen. Donker. Niks geen travestieten. Geen BN'rs en geen geflirt meer.

Om de blues te verjagen een uurtje in het blad ‘Boek’ gebladerd dat gisteren in de bus viel. Ik vind het een onweerstaanbaar tijdschrift.
Ik heb kreten gehoord dat ‘Boek’ geen werkelijke literatuur in beschouwing neemt, of dat het ‘te glossy’ zou zijn, ik word er in ieder geval altijd erg blij van.
Nu weet ik wel dat het erg met mij gesteld is, ik word namelijk ook altijd blij van het ECI-advertentieblaadje.
Ik word al blij van een plaatje met een boek, dus tja, hoe serieus moet je mij nog nemen.
Hoe dan ook, leuk blad, ‘Boek’. (kaft op de foto is ouder nummer)

In ‘Boek’ las ik een recensie over het boek ‘De kleine geschiedenis van de doden’ geschreven door Kevin Brockmeier.
Een eerdere recensie in de Esta had mijn aandacht al op dit boek gevestigd.

Ik citeer de Esta:
‘In de kleine geschiedenis van de doden is het hiernamaals een stad als elke andere: er zijn vuilniswagens, kauwgom op straat en drommen mensen. Maar de bewoners zijn doden. Sommigen blijven heel lang in de stad, anderen zijn ineens verdwenen. Er wordt gefluisterd dat de stad een tussenfase is. Mensen blijven er zolang er nog iemand op aarde is die zich hen herinnert. Hoeveel mensen kan iemand zich herinneren? Honderden, duizenden? En wat als de aarde getroffen wordt door een virus dat miljoenen mensen doodt, wat gebeurt er dan met die stad en haar bewoners? Hun toekomst lijkt af te hangen van Laura Byrd, die vastzit op Antarctica. Daar is de stroom uitgevallen en raken de voorraden uitgeput. Ze moet naar buiten, de dodelijke kou in, voordat haar herinneringen vervagen.’

Ik vind het een intrigerend thema en ben zeer benieuwd hoe de schrijver het heeft uitgewerkt.

Omdat het vrij recentelijk is uitgebracht (en in Nederland eerder uitgegeven dan in de VS, waar het nog moet uitkomen!) dacht ik: laat ik mijn geluk maar niet beproeven bij antiquariaat Huub Baar, hij zal het vast nog niet hebben.
Ik ben dus linea recta naar de boekhandel gereden om het dan maar nieuw in te kopen.
Daarna toch nog maar even Huub Baar binnengewandeld om tot de conclusie te komen dat hij het wel had liggen.
In tweevoud.
Voor de helft van de nieuwprijs.
Welja....
Om mezelf te troosten heb ik toen ook maar gelijk ‘Extreem Luid & Ongelooflijk dichtbij’ van Jonathan Safran Foer en ‘De Nederlandse en Vlaamse literatuur vanaf 1880 in 250 verhalen’ (samengesteld door Joost Zwagerman) ingeslagen.

Thuisgekomen mijn financiën nog eens onder de loep gelegd.
En nu voel ik de behoefte om mezelf weer te troosten vanwege het roodstaan.

Soms denk ik wel eens.....was ik maar een gewone muts, die zich troost met een zak chips of een nieuw lipstickje.
Zou werkelijk bakken met geld schelen.

maandag, januari 09, 2006

De overtreffende trap der ellende


“Er is zoveel meer”, om onze zakenman Robbert even te citeren.
Na een zeer vervelende week, die ik enkel kan beschrijven als puinruimen in de brokstukken van mijn ineengestorte luchtkastelen ging ik vrijdag op weg naar een vriendin in België.
Om even bij te komen.
Onderweg naar België zag ik het teken. Uit hogere sferen stuurde men een afgezant op mij af, die me op het station beroofde van mijn portefeuille.
De boodschap die deze afgezant mij probeerde te vertellen kwam luid en duidelijk over:
“Het heeft geen zin om te treuren en je zorgen te maken. Het kan namelijk altijd erger.
Kijk maar!”
Nu ben ik van nature een ontkenner, ook al botsen mijn idealistische ik nogal eens met mijn realistische ik.
Wat ik het liefst ontken is dat er mensen om mij heen bestaan die erop uit zijn anderen opzettelijk kwaad te doen, maar dat wordt moeilijk wanneer iemand me met mijn gezicht in het slijk der mensheid drukt.

Na de eerste paniek, telefoontjes heen en weer om passen te blokkeren en een aangifte bij de politie deed mijn vriendin het enige logische om mij weer tot rust te brengen.
Ze nam me mee naar een antiquariaat in Hasselt.
Waarschijnlijk niet zo verstandig om mij daarnaartoe te voeren, ik had nauwelijks nog contant geld op zak en kon niet meer pinnen, maar ja, waar beter de ondergang te tekenen dan in een tweedehandsboekwinkel?

Deze boekhandel heet ‘snuffel’ en ligt tegenover het station in Hasselt.
Wanneer je er binnenkomt lijkt het op het eerste gezicht vrij klein, maar je moet verder kijken dan je neus lang is: om de hoek loopt de winkel een heel eind naar achteren.
Een reusachtig aanbod in bijna alle genres (ook bibliofiele boeken, 1ste drukken, etc.).

Mijn aankopen waren:
'Foutloos Nederlands schrijven' (ja lach maar)
'De Romantische school' van Alain de Botton
'Schrijven of schieten' van Fernand Auwera (vragen aan 30 bekende schrijvers over het “engagement” van de schrijver)
'Ik schrijf zoals ik schrijf' van Jooris van Hulle (Vlaams proza 1980-1989)
'Wat is het toppunt van ellende en 34 andere vragen aan Nederlandse auteurs' van Rinus Ferdinandusse en Martin Ros (gebaseerd op vragen aan Marcel Proust). Uit dit boekje zal ik nog zeker citeren.
De schade was gelukkig zeer gering: 14,50 euro voor alle 5 (30% korting) en we kregen er nog een flesje chocomelk bij ook. Als dat geen service is!

De komende week sta ik op de vakantiebeurs mijn geliefde Kreta aan te prijzen.
Hal 8: stand provincies Chania & Rethimnon.

Mocht je de beurs bezoeken, kom even kennis maken!


maandag, januari 02, 2006

Parels voor de zwijnen (revised)


Gisterenavond de prachtige film “Smoke” gezien, naar een boek van Paul Auster. Wát een heerlijke film! Ik heb, met een glaasje wijn in de hand, en een glimlach op mijn gezicht naar het beeldbuis gestaard. Zulke films zie je niet vaak. In deze film heeft alles een doel, een verbintenis en ieder persoon een verhaal. Het is ook mijn visie;
Op elke straathoek staat een verhaal, het is alleen zo jammer dat bijna niemand het meer ziet. Ouderen worden weggestopt, samen met hun ervaringen en we hebben de interesse niet meer om ernaar te luisteren. Of zoals een kennis het omschreef:
“Zij zijn geschiedenis, wij zijn het heden. De geschiedenis is dood.”
In het riool worden al hun belevenissen weggespoeld. Het doet me pijn.
Nu geloof ik persoonlijk niet dat je over echt iedereen een interessant boek kunt schrijven. Ik kan me niet voorstellen dat de identieke kopie van Ma Flodder die in mijn buurt woont, mij wat interessants te melden heeft. Het valt niet binnen mijn referentie-kader.
Iemand moet mijns inziens aan een aantal kenmerken voldoen wil hij zijn verhalen in een nuttig jasje kunnen gieten: Bijvoorbeeld een zeker inzicht om in te kunnen zien dat men iets bijzonders meemaakt. Dit komt ook van pas wanneer men zijn ervaring verbaal wil uitdrukken. Daarnaast moet men een bepaald emotioneel niveau hebben bereikt dat nodig is om de ervaring te laten rijpen, het geduld om het verhaal te laten beginnen en –het moeilijkste- te laten eindigen en het talent om het een plaats te geven (met een titelkop erboven). De mensen die deze kunst verstaan, de mensen die nut in hun leven zien, zij boeien mij. Door het licht dat ze op hun eigen nut kunnen schijnen, maken ze mijn nutteloosheid draaglijker.

Deze levens, ik zou ze stuk voor stuk opgetekend willen zien.
Er zou een reusachtige bibliotheek moeten bestaan waarin iedereen zijn boek zou mogen plaatsen...voor wie het leest.

Want er blijft niets over van hem of haar als er letterlijk niets van ze overblijft. Ze nemen hun nut mee in het graf en het vergaat met ze tot stof.
Wat is dit, dit ‘nut?’
Voor mij betekend het hoop. Een liefde. Misschien ging hij voorbij.
Misschien ging één van beiden dood. Misschien. Maar op een bepaald moment was er liefde geweest.
Een vreselijke oorlogervaring. In een kamp. Maar ook daar vond je saamhorigheid, iets moois in alle blubber.
Het fascineert me mateloos.
Ik sprak laatst een 85-jarige Britse veteraan. Mooi hoe iemand zich na ruim 60 jaar nog zo weet te benoemen. Het is zijn identiteit.
Hij was in de tweede wereld oorlog gevangen genomen in Italië.
Hij vertelde over de verschrikkingen, over de honger, over mislukte ontsnappingen, over dood. En toen ineens vertelde hij over een klein groepje zigeuners in het kamp, en op dat moment kwam er een zachte gloed in zijn ogen.
“Die zigeuners konden zo ontroerend mooi zingen.” Zei hij.
Elke avond wanneer het kleine groepje zigeuners bijeen kwam om een paar liedjes te zingen vielen alle gevangenen stil en luisterde men naar het gezang. Alsof het gekooide vogeltjes waren.
En daarin herkende ik de hoop. De hoop op een toekomst.
De troost die schoonheid ons biedt in donkere tijden.

En voor degenen die het herkennen zijn het geen parels voor de zwijnen.
Wellicht zijn het zalven voor stinkende wonden.
Maar hoe je het ook wendt of keert. Dat leven van ons, dat moeten we leven.
Ik doe dat liever met zalfje dan zonder.