zaterdag, december 31, 2005

Heksenvervolging als kerstverhaal


De kerst doorgebracht in Engeland.
Nu heb ik het persoonlijk niet zo op de kerst.

In de logeerkamer vond ik gelukkig al op de eerste dag een boek dat ooit tot een overleden grootvader behoorde: ‘The encyclopedia of witchcraft and demonology.’
Terwijl anderen tukjes namen om zich een beetje te ontnuchteren voor de volgende lading alcohol, zat ik in een hoek met een boek.
En wat een boek!
Deze encyclopedie herbergt 571 blz. getuigenissen, brieven, proces verbalen, bekentenissen en meer, van en over de heksenvervolgingen in de middeleeuwen.
Het is een lugubere collectie noodkreten uit voornamelijk de 16de en 17de eeuw, geillustreerd met bijna 300 prachtige tekeningen uit oude manuscripten.
Met name de brief van de terechtgestelde 'ketter' Johannes Junius, die hij vlak voor zijn executie naar buiten wist te smokkelen, raakte mij.
De goede man is al bijna 400 jaar dood, toch heb ik zijn brief met kippevel gelezen.
Deze hartverscheurende brief is hier online te lezen.
Ik vraag het mij af: Is de mens geevolueerd tot in een beter wezen? Of zijn wij in de grond nog net zulke vreemde, wrede wezens? Als ik in die tijd, in dat dorp had geleefd, was ik dan ook maar een haar beter geweest?
Nu, enkele dagen later heb ik het boek via marktplaats aangeschaft en ik hoop dat het binnenkort in mijn boekenkast mag prijken.
Niet enkel als boek, maar ook als monument.

De laatste nacht in Engeland heb ik doorgebracht in het ‘Old Swan’ hotel in Harrogate en hier hing in de lobby een interessant bordje: ‘Agatha Christie was staying in the Old Swan hotel while she’d gone missing in 1926.’
Mw. Christie had vlak voor haar mysterieuze verdwijning ontdekt dat haar man er een minnares op nahield. Vervolgens heeft ze een aantal verontrustende brieven verstuurd (‘haar leven was in gevaar’) en verdween. Haar auto werd de volgende dag aan de rand van een meer gevonden, met een koffer vol kleren erin en haar rijbewijs. Men dacht vrijwel direct aan een misdrijf.
Er werd een gigantische zoektocht georganiseerd, tienduizenden mensen kamden het bos uit en zelfs het meer werd drooggelegd.
Haar echtgenoot werd verdacht van moord.
Tien dagen later herkende een gast in het ‘Old Swan hotel' haar als de vermiste schrijfster Agatha Christie, waar ze zich onder een valse naam had ingeschreven.
Markant detail: ze had de naam van de minnares van haar man gebruikt!
Achteraf beweerden doktoren dat ze aan een zeldzame vorm van vergeetachtigheid had geleden, maar aannemelijker is dat het een wraakactie t.o.v. haar echtgenoot was.
Als kerstcadeau heb ik uiteraard boeken gekregen. Iemand die me een beetje kent weet dat je me daar wel mee kan plezieren. En bijzondere boeken, drie uitgaven van Charlotte Bronte uit 1889, waarvan twee publicaties onder haar pseudoniem Currer Bell.
Mooie boeken. Prachtig lettertype. Voelen goed. Ruiken goed. Fetisj is weer bevredigd.

Probleem is nu wel dat ik er weer een fascinatie bijgekregen heb.
De afgelopen dagen ben ik het internet aan het afstruinen naar informatie over heksenvervolgingen in Nederland en ik heb twee boeken gevonden (o.a. ‘Betoverd Nederland’) die ik simpelweg móet hebben.




Het houdt ook nooit op, wel?
Die boekenkast word maar voller en voller en het ergste is dat ik over een maand of twee maar een kilo of 30 aan spullen mee kan nemen in mijn koffer op weg naar Kreta en ik al die boeken helemaal eenzaam voor een maand of 8 moet achterlaten. Het leven is oneerlijk.

Wel lieve mensen, ik wens jullie allen een gelukkig nieuwjaar en een gezond 2006 toe! Tot volgend jaar!

donderdag, december 29, 2005

Verloren

26 December 2004;
Ik ontving een sms-je van collega hostess B. en goede vriendin uit Duitsland:
'Marc is in Phuket en ik kan hem niet bereiken!'.
Marc was haar vriendje, die als manager voor een touroperator op zoek was naar hotels om contracten mee af te sluiten.
Haar sms-je heb ik nooit uit mijn telefoon kunnen wissen.
Een aantal intens verdrietige weken volgden.
Ik sprak iedere avond met mijn vriendin die tussen intense wanhoop en hoop schipperde, wat na een aantal weken overging in diep verdriet.
Zes maanden later werd Marc pas gevonden waarna ze de hoop die nooit helemaal wegebte, moest loslaten:
'hij was er echt niet meer'.
33 jaar jong, een levenslustige jongeman vol ambitie.
Op 26 december 2005 kon ik niet bij B. zijn om haar te steunen.
In een koud Engeland heb ik de oorbellen gedragen die ze me voor mijn 30ste verjaardag cadeau had gegeven.
Prachtige oorbellen, dacht dat ik haar zo toch wat dichterbij kon brengen.
Die nacht sliep ik in een hotel en heb ik de oorbellen uitgedaan en op het nachtkastje gelegd.
De volgende ochtend ben ik ze daar vergeten en het hotel heeft ze niet teruggevonden.

Kwijt. Verloren. Weg.

Ik ben een slechte vriendin.

donderdag, december 22, 2005

Embargo


In het Oosten dook vannacht de buidelwolf weer op.
Tenminste als ik Reuters moet geloven.
En in Toscane is een hond gaan praten.
Een pekinees, volgens Associated Press.

In Suriname woont een stam van bosjesnegers
die d´oude Juliana nog vereren als hun priesteres.

En in de ochtendtrein zat een forens.
Zij zag eruit als een warmbloedig mens.
Ik kwam de confrontatie bijna niet te boven.

Knip de hekken rond het huis van de verwondering
met gekartelde blikscharen open.

Het is bedoeld om dwars doorheen te lopen.
Want alles wat je nodig hebt is alles wat er is.

Hilbrand Rozema - uit zijn gedichtenbundel 'Embargo'
zie tevens vorige log

zaterdag, december 17, 2005

Met kiespijn in het paradijs, Bredevoort als pijnstiller

De afgelopen dagen verkeerde ik een beetje in een dipje.
Wanneer ik door het raam keek zag ik één dichte grijze massa, die me niet werkelijk uitnodigde deze trieste wereld te betreden.
Ook heb ik kiespijn, maar ben ik nog niet verzekerd (erg, ik weet het).
Er was wat onduidelijkheid over of mijn Griekse ziekenfondsverzekering afdoende is.
Niet dus.
Dus nu loopt deze muts met kiespijn rond en wil ze niet naar de tandarts voordat ze verzekerd is.

Klein lichtpuntje in deze donkere dagen was mijn bezoek aan het theater, ik ben naar een theater uitvoering van Erik van Muiswinkel & Diederik van Vleuten geweest.
Uiteraard een theater productie over boeken: ‘Antiquariaat Oblomow’.
Ik heb ervan genoten, en ik hoop dat U dat ook zult doen.
De Vara zendt ‘Antiquariaat Oblomow’ namelijk op 26 December om 20.30 uur uit.
Overigens petje af voor Erik, hij had dik 39 graden koorts tijdens de voorstelling!
Ik begrijp achteraf dat ik nog geluk heb gehad, de dagen daarna heeft het duo de voorstellingen moeten annuleren omdat Erik door zware griep geveld was.
Iedereen kijken dus, en ik zweer je dat je nooit meer hetzelfde denkt over ‘Zout op mijn huid’ of Paul van Vliet!

Vandaag ben ik –voor het eerst- even blij zonder werk te zitten.
Dat blijft toch wel hét probleem van een hostessleven, je bent afhankelijk van het toeristische seizoen en dus enkele maanden per jaar werkeloos.
Maar zoals ik al zei, vandaag kan het me niks schelen, want ik ben naar Bredevoort geweest!
Bredevoort Boekenstad, het walhalla van Nederland!
Héél eventjes heb ik zelfs gedacht, ik wil helemaal niet terug naar ongeletterd Kreta.
Ik wil hier komen wonen!
Die gedachte heb ik maar snel laten varen, ik zou binnen de kortste keren geen huis meer kunnen betalen om de boeken in te zetten en ik heb vandaag met eigen ogen kunnen zien dat boeken niet van vocht (lees: sneeuw) houden.
Sommige boeken lagen gruwelijk te lijden in de sneeuw.
Alles in mij riep om een reddingsactie! Boeken in de sneeuw! Help!
Ik geloof dat we van een kleine sneeuwstorm konden spreken. Dit weerhield mij er uiteraard niet van om naar de maandelijkse 3e zaterdag boekenmarkt te gaan.

En inderdaad, het werkte geweldig als oppepmiddel! (zelfs kiespijn -heel- even vergeten)
Naast de leuke hebbeboekjes die ik heb ingeslagen, ook een aantal interessante personen ontmoet.
Ik weet niet hoe het komt, maar in een antiquariaat heb ik zó aanspraak.
Volgens mij zijn boekenliefhebbers gewoon uitzonderlijk leuke mensen.
In een antiquariaat (geloof ik ‘de Treurniet’) zocht ik naar ‘de glazen stolp’ van Sylvia Plath en kocht er ook maar gelijk ‘Letters Home’ van dezelfde auteur en ‘Eenzaam 2’ van Büch.
Met de eigenaar van de winkel een werkelijk leuk gesprek gevoerd over zelfdoding.
Een ietwat vreemd onderwerp om gezellig over te babbelen, zou je denken, tenminste dat dacht ik tot de dag van vandaag. Uiteraard kwam Virginia Woolf in het gesprek naar voren en het boek van Jeroen Brouwers over zelfdoding in de Literatuur.

Op de boekenbeurs stond in een boekenstand journalist/recensent/fotograaf/schrijver/dichter/
boekenverkoper/multi-talent Hilbrand Rozema.
Bij hem heb ik boeken van Richard Osinga gekocht (Klare taal en Bor in Afrika).
Richard heeft een weblog (www.richardosinga.com/) en zijn logjes zijn erg geestig en gedreven geschreven. Daarom zijn boeken nu ook ingekocht en ik ben zeer benieuwd!

Van de jongeman in de boekenstand (Hilbrand Rozema) zijn eigen, gesigneerde gedichtenbundel gekocht: ‘Paradijs’.
Ik vind het altijd moeilijk om een gedichtenstijl te beschrijven, maar als ik een poging doe, dan zeg ik dat Hilbrands stijl zacht en nostalgisch is.

Zijn gedichten ademen een zekere rust uit.
Ook tref ik er veel bewondering voor god en zijn scheppingen in aan.
Deze bundel was overigens genomineerd voor de C. Buddingh' -prijs voor nieuwe Nederlandse poezie in 1997.

Leuk weetje: half Nederland heeft een boek in huis staan met Hilbrand’s naam erin.
Hij was namelijk één van de literatoren die aan de uitgave van de nieuwe bijbelvertaling hebben samengewerkt.
Ik had mijn foto toestel meegenomen (ging er vanuit wel iets te vinden in Bredevoort voor op mijn Blog) en ben dus met de sympathieke Hilbrand Rozema op de foto gegaan.
Ben niet zo te spreken over mijn versneeuwde kop op de foto, maar Hilbrand staat er leuk op! Hij heeft overigens ook een website (http://www.hilbrandrozema.nl/) die helaas even uit de lucht is, maar binnenkort weer te bezoeken is!

Zoals ik al zei, geprezen zij mijn werkeloosheidsituatie. Naast Rozema, Plath, Büch en Osinga heb ik ook Siebelinks ‘Knielen op een bed violen’ gekocht en een geweldig leuk boekje dat ‘Books, their history, art, power, glory, infamy and suffering according to their creators, friend and enemies.’ heet.
Wie heeft er nu werk nodig als er zoiets bestaat als boeken? Ok, het gebrek aan geld wordt nu wel nijpend, maar een kleinigheidje zoals dat is te verwaarlozen bij het hebben van tijd voor zo’n stapel nieuwe aanwinsten.

De TV blijft uit en ik blijf de komende dagen lekker binnen en laat die grijze wereld lekker grijs zijn zonder mij.
Met kiespijn, dat wel, maar ja, je kunt niet alles hebben!


maandag, december 12, 2005

Fahrenheit 451 - deel 2


De onderstaande citaten uit het boek 'Fahrenheit 451' maakten een bijzondere indruk op me:

“’jullie kunnen mijn boeken nooit klein krijgen,’ zei ze. ‘Je kent de wet,’ zei Beatty. ‘Gebruik je verstand. Geen van die boeken is het eens met de andere. Je hebt hier jarenlang opgesloten gezeten met een vervloekte Toren van Babel. Word’ns wakker! De mensen in die boeken hebben nooit geleefd. Vooruit nou!’”

“We moeten allemaal gelijk zijn. Niet allemaal vrij en gelijk op grond van ons geboorterecht, zoals het in de grondwet staat, maar we kunnen allemaal gelijk worden gemáákt. Ieder mens precies eender als alle anderen; dan zijn ze allemaal gelukkig, want dan zijn er geen toppen waar ze tegenop moeten zien, waar ze zichzelf naar moeten beoordelen. Daarom! Een boek is een geladen geweer in het huis van je buurman. Verbrand het. Haal de kogels uit het wapen. Sla een bres in de menselijke geest. Wie weet wie niet het doelwit zou kunnen worden van een belezen mens!”

“Boeken......er staat niéts in! Niets wat je geloven of een ander leren kunt. Ze gaan over niet-bestaande mensen, verzonnen gebeurtenissen, als het romans zijn. En als het geen romans zijn, zijn ze nog erger: de ene professor die de andere professor een idioot noemt, de ene filosoof die de andere filosoof hysterisch zijn mening tracht op te dringen. Allemaal als verdwaasden rondrennend, de sterren uit de hemel plukkend en de zon uitdovend. Voor je het weet ben je reddeloos verloren.”


“Boeken waren slechts één van de vergaarbakken waarin we een heleboel dingen bewaarden waarvan we bang waren dat we ze zouden vergeten. Er is niets magisch aan ze. De magie ligt alleen in wat de boeken zeggen, in de wijze waarop ze de flarden van het heelal samenstikten tot een kledingstuk dat wij konden dragen.”

“Toen wij alle boeken die we nodig hadden bezáten, wilden wij tenslotte toch nog met alle geweld de hoogste rots vinden die er maar was om van naar beneden te springen. Maar we hébben een adempauze nodig. We hébben kennis nodig. En misschien zouden we over duizend jaar lagere rotsen opzoeken om van af te springen. De boeken moesten ons eraan herinneren wat een ezels en dwazen we zijn.”

“Vraag me niet ergens borg voor te staan. En verwacht niet door wát dan ook, mens, machine of bibliotheek, gered te worden. Probeer jezelf zo goed en zo kwaad als het gaat te redden, en als je verdrinkt, zul je tenminste sterven in de wetenschap dat je bezig was op het strand af te zwemmen."

“De dwaasheid een beeldspraak voor een bewijs te verslijten, een woordenvloed voor een bron van diepe waarheden en onszelf voor een orakel, is ons aangeboren.”

“Iedereen moet iets nalaten wanneer hij sterft,’ zei mijn grootvader. ‘Een kind of een boek of een schilderij of een huis of een zelfgebouwde muur of een zelfgemaakt paar schoenen. Of een door hemzelf beplante tuin. Iets wat je hand op de een of andere manier heeft aangeraakt, zodat je ziel ergens heengaan kan wanneer je sterft, en wanneer de mensen naar die boom of die bloem die jij geplant hebt kijken, ben jij daar. Het komt er niet op aan wat je doet,’ zei hij, ‘zolang je maar iets door de aanraking van je handen in iets van jezelf verandert.”

“Eens zal de dag misschien komen dat de last die wij met ons meedragen iemand zal kunnen helpen. Maar zelfs toen we de boeken, lange tijd geleden, tot onze beschikking hadden, maakten we geen gebruik van wat zij ons leerden. We bleven doorgaan de doden te beledigen. We bleven doorgaan in de graven van alle arme stakkers die voor ons waren gestorven te spugen. We zullen in de loop van de komende week en van de komende maand en van het komende jaar een heleboel eenzame mensen ontmoeten. En wanneer ze ons vragen wat wij doen, kunnen jullie zeggen: Wij onthouden
.”

Fahrenheit 451 - deel 1


Een boek dat iets te vertellen heeft, maatschappelijke thema’s bespreekt, spannende fictie is, een toekomstroman en een filosofisch werk. Klinkt goed, niet?
Als het nu naast dit alles ook nog eens een boek over een boek is dan moet het wel helemáál geweldig zijn!
Dit boek bestaat al sinds 1960:
‘Fahrenheit 451’ van Ray Bradbury.

Ray Bradbury schildert een nogal beklemmend toekomstbeeld in Fahrenheit 451.
De mensen zijn een colonne makke schapen geworden. Met alle macht wordt geprobeerd om mensen te entertainen (want, denkt de regering, wordt men vermaakt, dan is met gelukkig) maar dan wel op een manier die ze absoluut niet zelf aan het denken zet.
De denkende mens kan alleen maar ongelukkig worden.
Muren bestaan uit TV’s die de gehele dag vermaken zonder ook maar één zinnig woord te zeggen. En boeken, die zijn verboden. De huizen in deze toekomst zijn allemaal vuurvast gemaakt en brandweermannen hebben een andere functie gekregen. Zij blússen geen branden meer, zij steken ze áán! Montag is zo’n brandweerman. Tot hij op een dag aan het filosoferen wordt gezet door een buurmeisje en af en toe een boek jat voordat hij er de fik inzet.
Wanneer op een nacht een vrouw het verkiest om met haar boeken levend verbrand te worden, in plaats van ze achter te laten, raakt Montag in een crisis.
Wat is dat toch met die boeken?
Waarom is iemand bereid om zijn leven ervoor te geven?
Vanaf dat moment begint er voor Montag een dramatische nieuwe periode in zijn leven, waarin hij moet vluchten om in leven te blijven en langzaamaan achter de waarheid komt.

Ray Bradbury kwam aan de titel doordat hij aan een brandweerman vroeg: wat is de beste temperatuur om boeken bij te verbranden? Deze antwoordde: ‘Fahrenheit 451’ (=ong. 233 C). Bradbury was zo enthousiast over deze titel, dat hij niet eens controleerde of het feit op zich wel klopte (dat deed het wel overigens).

Wie dacht dat bookburning iets van het verleden is, vergeet het maar!
Boekverbrandingen zijn nu gelukkig niet meer in staat om complete werken te doen verdwijnen en hebben meer een ritueel karakter.
Maar er zijn nog steeds mongolen die zich met dergelijke praktijken bezig houden en –nog erger- er trots op zijn om zich te associëren met fanatieke groeperingen die het voor elkaar kregen om complete meesterwerken van de aarde weg te vagen. In tijden dat boeken vermeerdering enkel door overschrijven ging, geen moeilijke taak.
Deze idioten bijvoorbeeld!

zondag, december 04, 2005

Brönte Country


Vorige week, knus gezeten naast de enige aantrekkelijke Engelsman, pakte ik mijn boek '451 Fahrenheit' op en ging ik verder waar ik gebleven was.
De slaperige Engelsman keek me verbaast aan en vroeg:
'Wat is dat?'
Ik antwoordde:
'Dit, mijn vriend, noemen wij een boek. Het heeft een omslag, er staan letters in die woorden vormen en je kunt ze lezen'.
Ik hoorde wat gegrinnik naast me, waarop ik vervolgde met:
'Oh mijn god! Niet alleen ga ik uit met een man die geen boeken leest, hij herkent ze niet eens!'.

Groot was dan ook mijn verbazing toen hij mij –zonder chantage of bedreigingen van mijn kant- meevoerde naar het dorpje Haworth in de Brönte Country om daar het huis van de Bröntes te bezoeken. Wie kent ze niet. Anne, Emily en Charlotte Brönte. Een familie van schrijfsters die niet alleen bekendheid genoten in hun tijd, maar zelfs nu nog grote schrijvers inspireren. Virginia Woolf, Tjechov en Allen Edgar Poe waren allen groot fan van de Brontes.

Het boek 'Wuthering Heights' staat hoog in mijn persoonlijke boeken top 10.

Een bezoek brengen aan het thuisfront van een schrijver brengt je bijna altijd dichter bij zijn boek. De mens de schrijver is immers net als wij een produkt van zijn omgeving en brengt ons in vervoering door over dingen te schrijven die hij/zij als realiteit ervaarde. Een zekere verering van de Bröntes wordt mij hopelijk vergeven.

Hoe waar is dit gegeven wanneer je het over de Bröntes hebt!

Het dorpje Haworth,het groene dal waarin het zich bevindt, de prachtige natuur die het omringt, dit zijn de elementen waaruit de Brönte novels zijn opgebouwd. Nu kon ik mij voorstellen in wat voor soort huizen Emily Brönte haar karakter Kathy (uit Woeste Hoogten) liet wonen. Beschrijvingen van de natuur spelen een grote rol in haar roman en het geeft een extra gelaagdheid aan je lievelingsboek als je de karakters ook werkelijk in die omgeving kunt plaatsen.

Het huis van de Bröntes (gebouwd in 1778 en bewoond door de Bröntes vanaf 1820 tot 1861 toen Patrick Brönte –de vader- op een voor die tijd zeer uitzonderlijke leeftijd -81- stierf) is nu al een eeuw een museum. Virginia Woolf bezocht het in 1904 en schreef er dit over.
Het was een bijzondere ervaring om daar als een voyeur te staan, tussen hun spullen en hun boeken; De bedden waarin ze sliepen, de buro's waar ze op schreven, het uitzicht op het kerkhof door het raam wanneer ze opkeken van hun schrijfsels.

Ik zal hier geen uitgebreide biografie van de gezusters neerschrijven, er is al zoveel over ze gedrukt. Ik zal alleen een paar opmerkelijke feiten opsommen:
  • De drie gezusters schreven onder de pseudoniemen Currer Bell (Charlotte Brönte) Ellis Bell (Emily Brönte) and Acton Bell (Anne Brönte) om te verdoezelen dat van het vrouwelijke geslacht waren.
  • Ooit bestond het gezin uit 5 dochters en 1 zoon. Twee dochters overleden als kind.
  • In de boeken van de Bröntes speelde liefde een hoofdrol. Ze spraken niet uit ervaring. De enige die, een zeer kort, geluk in de liefde gekend heeft was Charlotte. Op 38-jarige leeftijd trouwde ze en 8 maanden later overleed ze aan de complicaties van haar zwangerschap.
  • Bijna alle Bröntes hebben ooit gewerkt als onderwijzer. Charlotte gaf les in een school gelegen naast hun huis.
  • Het huis van de Bröntes grenst aan een –overvol- kerkhof. Ook al hadden de Bröntes het beter dan de meeste andere bewoners van Haworth (ze hadden een toilet en een waterput) was het kerkhof een grote bedreiging voor hun gezondheid. Groot alarm werd geslagen toen bleek dat er op dat kleine terrein in 10 jaar tijd 1.344 mensen begraven waren –waarvan velen in een graf bijgezet met daarop een grote platte steen – wat de groei van planten tegenging en daardoor de ontbinding bemoeilijkte.
  • Haworth kende geen riolering, ontlasting stroomde over de straten. De hygiënische gevolgen daarvan kan men zich voorstellen...
  • Veel mensen zijn geneigd om te concluderen dat de Bröntes vervloekt waren omdat ze zo jong stierven. Anne was 29 toen ze stierf (tuberculose), Emily 30 (tuberculose), hun broer Bradwell 31 (alcohol en opium) en Charlotte 38 (zwangerschapsvergiftiging). In het licht van die tijd in Haworth waren ze echter niets ongewoons: de gemiddelde levensverwachting was 25 jaar.
  • Op en rond 17 December loopt het storm in de Brönte Parsonage, met name door mediums en anderlei paranormaal gezinden. Volgens verhalen maakt Emily's geest zich dan kenbaar.
  • Zwart schaap in de familie was hun broer Bradwell. Ooit waren alle verwachtingen op hem gericht, hij zou een groot schilder en een gevierd schrijver worden. Bradwell deed inderdaad pogingen tot bovenstaande, maar blonk nergens werkelijk in uit. Zijn vader stuurde hem naar de universiteit, maar hij haakte al na 3 dagen af. In zijn stamkroeg 'The Black Bull' werkte hij zich via gokken diep in de schulden. Deze schulden werden uiteindelijk afbetaald door zijn zusters. Hij had een baan als klerk maar werd ontslagen vanwege verduistering. Zijn –veelbesproken- affaire met de oudere, getrouwde Mrs Robinson (waarschijnlijk zijn de film 'de Bachelor' met Dustin Hoffman en het bekende nummer van Simon & Garfunkel op deze romance gebaseerd) heeft hem uiteindelijk in het ongeluk doen storten. Na de dood van haar man weigerde ze met Branwell te trouwen en de afgewezen Branwell heeft zich vervolgens op alcohol en opium gestort. Hij overleed enkele maanden later.
  • De familie Brönte was uitermate gefascineerd door Napoleon. Zeer trots bezit van Charlotte was een houtfragment van de doodskist van Napoleon (te bezichtigen in het museum – voorzien van echtheidkenmerk).

Staande boven het graf van Emily Brönte in de kerk naast hun huis moest ik denken aan mijn leventje.

Daar lag ze, meer bereikt in haar korte leventje dan velen in 80 jaar. Les gegeven, geschilderd, geroemd dichteres en een groot romanschrijfster. Zij had op haar dertigste een gehele carrière achter zich liggen. Ik voelde me plots heel klein, 1 jaar ouder dan zij op haar sterfdag, maar nog niets bereikt, niets wezelijks achtergelaten, geen carrière, alleen wat gespartel op het droge.

Ik heb deze poster met haar portret in de museumwinkel gekocht om het in mijn kamer aan de muur te hangen.

Om me eraan te herinneren hoe kort het leven zijn kan, hoe kostbaar onze tijd is en willen we iets bereiken we niet machteloos mogen blijven toekijken hoe deze door onze vingers glipt.

donderdag, december 01, 2005

gefrituurd brood

Wanneer ik na een verblijf van een maand of acht weer terugkeer in Nederland vallen mij al op schiphol een aantal dingen op.
1) Griekse mannen vind ik meestal aantrekkelijker dan Nederlanders (staat dan wel weer tegenover dat ik meer Nederlandse mannen aantrekkelijker vind 'on the inside'. Een mooi koppie zonder inhoud....tja wat moet je daarmee?)
2) De kleur grijs overheerst
Nu heb ik eindelijk na al die jaren een manier gevonden om de Nederlanders aantrekkelijker te gaan vinden:
Een weekje in Engeland en Schotland bivakeren.

Na terugkeer ben ik van mening dat de Britten ‘een beetje vreemd zijn’:
De rest van de wereld rijdt aan de verkeerde kant en rotondes die tekenen we wel op de straat – nix geen herkenbare verhoging in het midden- (waardoor je als niet-Engelsvrouw zijnde telkens weer het idee krijgt dat de chauffeur naar linksschiet, je helt al over, maar nee hoor hij raast weer naar rechts. Maar Natuurlijk....het was een rotonde!).
Het Engelse voedingspatroon is eveneens absoluut niet de reden dat zoveel Engelsen te dik zijn. Spek met eieren en gefrituurd brood (gefrituurd brood!) met gebakken tomaat is heel normaal. Ook zo gezond zijn de frites die we EN bij de luch EN bij het diner consumeren.
Mijn gezelschap vond het wat vreemd dat ik zo vaak naar het toilet moest: Nou, kan geen thee meer zien! Meer thee (met melk) door mijn strot gedouwd in 1 week als in –ruwe schatting- 6 jaar. Naast Thee wordt er bier geconsumeerd om de vochthuishouding aan te vullen. Het is niet voor niks dat de Engelsen nooit dankjewel zeggen, maar altijd ‘proost’ (Cheers).
De Engelse taal is soms net zo onverstaanbaar als Chinees. Denk je dat je goed Engels spreekt? Ga dan maar eens naar Yorkshire of naar Schotland.
Wij Nederlanders spreken geen Engels, wij verstaan Amerikaans. Duttewassapiesofashite en owelldondebeadaftwantacupoftealove zijn geheel normale Engelse zinnen.

Maar het mooist, ja het mooist zijn natuurlijke de Engelsen zelf: de meeste mannen brengen direct oergevoelens in mij naar boven. Ik val namelijk met passie op kaalgeschoren, te dikke mannen met oorbel.
Ook vind ik het reuze aantrekkelijk om mannen in trainingspakken in een bar tegen te komen. In Schotland spraken de ontbrekende tanden en de overmatige gezichtsbeharing mij weer zeer aan. Veel Britse vrouwen daarentegen zien eruit of ze een permanente grapefruit in hun mond hebben: zo’n zure, pinnige look verzin je niet zelf.

Vandaar dat ik terug in Nederland in de trein stiekem zat te gluren naar de reisgenoten en dacht: ‘hmmm, die Nederlanders, die zijn zo gek nog niet’.

Na dit gehele anti-betoog moet mij overigens wel van het hart dat het land adembenemende plekjes herbergt. Ik heb in een week 1000 mijl gereden en ben door een aantrekkelijke Engelsman (eeee, tja ze bestaan dus toch) van hot naar her gebracht. Holy Island is misschien wel het mooiste plekje dat ik ooit bezocht heb. Schotland was adembenemend. Net als in de film, mystiek mistig en in de ochtend crispy-wit bevroren.

De groene heuvels zijn TE groen, alsof iemand met knalgroene verf de boel heeft gemanipuleerd en overal verrijzen kastelen in het landschap. Daarnaast heb ik een boswandeling gemaakt naar een waterval,

de prachtige stad Edinbourough bezocht,

een boottocht gemaakt in het Lake district, door York en Durham gewandeld en ben ik –last but not least- naar Haworth geweest (hier gaat mijn volgende post over; Het dorp waar de familie Brönte woonde en onvergetelijke boeken schreef).

Ook geef ik toe: de Engelsen gaan knap om met het behoud van hun cultuur. Daar kunnen wij nog een puntje aan zuigen. Ik denk dat er weinig landen bestaan waar een bezoek aan het kerkhof zo’n genot is. Groenzwarte, eeuwenoude, met mos overdekte schuingevallen graven. Ik kan er uren rondstruinen.
In herbergen en theehuizen hangen authentieke schilderijen aan de muur die een afbeelding tonen van het desbetreffende huis in de 18de eeuw.
De geschiedenis in Engeland is niet muf onder een tapijt geveegd, het is niet saai achter glas gestopt, het bevindt zich springlevend tussen alle inwoners.



Ik geef het toe, ik ben nog niet werkelijk warmgelopen voor de Britse bevolking, maar kennelijk heb ik ze nog niet van alle lagen en maskers kunnen ontdoen.
'There must be more then meets the eye' wanneer ze in zo’n prachtig landschap met een dusdanig indrukwekkende erfenis leven.