Een week geleden trof ik bij Allerlei het boek 'De Engelenmaker' van Stefan Brijs. Er stond me vaag nog iets bij van allerlei nominaties, waaronder een nominatie voor de de Libris Literatuurprijs 2006;
De tekst op de achterflap vertelde:
'De Engelenmaker is een verhaal over geloof en wetenschap, werkelijkheid en verbeelding, macht en onmacht, zin en onzin. Een roman waarin iedereen naar de waarheid op zoek is en uiteindelijk alleen zijn eigen waarheid vindt en gelooft'.
Ondanks deze aanprijzing heb ik het boek toch gekocht.
En gelukkig maar.
Een week lang verbleef ik in de ziekelijke wereld van Victor Hoppe.
Wetenschapper gespecialiseerd in embryologie die een passie ontwikkelt voor reproductief klonen. Vermeng dit met het syndroom van Asperger, een gruwelijke jeugd, religie en grootheidswaanzin en je krijgt de monsterlijke Victor.
Met name de hoofdstukken over zijn vroege jeugd, weggestopt in een kloostergesticht voor debielen, en de verhalen over de drie kleine misvormde klonen in zijn evenbeeld (zijn zonen) brachten me tot huiveren.
Dit boek heeft me tot het einde weten te boeien. Het boek speelt met genres. Het is een roman die grenst aan een thriller maar zich aan het einde ontknoopt als pure horror, af en toe dusdanig grimmig dat ik moest slikken.
De Engelenmaker is een uitstekend winterboek dat gelezen behoort te worden bij een houtkachel of onder een dik dekbed. Sommige boeken lenen zich niet voor de felle zon.
Dit is er één van.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten