Over Boeken. Over Amsterdam. Over Kreta. Over metaaldetectie & amateurarcheologie, the good and the sad, katten & allerlei hersenspinsels. Maar vooral over boeken.
zondag, november 30, 2008
Sakis Ioannidis, 23.02.1944 - 28.11.2008
Bijzondere mensen sterven niet. Zij gaan wel, maar blijven toch voor altijd.
Zoals in je naam besloten, Athanassios, de onsterfelijke.
Dag lieve schoonpapa.
We zullen het nu verder zonder jou moeten doen.
donderdag, november 27, 2008
zaterdag, oktober 25, 2008
Opgravingen in Amsterdam
Door mijn metaaldetector hobby heb ik nu tevens een boekenplank met allerlei hobbygerelateerde boeken, zoals deze parel. Een heerlijk boek voor determinatie. M. begrijpt niet zo goed dat ik graag wil weten dat er aan een gevonden muurhaak driehonderd jaar geleden een kip heeft gehangen...Nu, middels dit boek kan ik exact uitvogelen of die kip daar driehonderd jaar terug aan hing, of zeker vijftig jaar daarvóór!
En dat de opgegraven schoengesp honderd jaar geleden aan iemands schoen vastzat, of vierhonderd jaar geleden. Dat is me nogal een verschil.
zaterdag, oktober 18, 2008
Holysloot
En ik? Ik heb op een akker gestaan met een koptelefoon op mijn hoofd, klei onder mijn nagels en regenlaarzen tot aan mijn liezen.
Vorige week ging ik met een medezoeker (er bestaan geheime genootschappen waar we elkaar kunnen ontmoeten) naar Holysloot. Ja, ik had er ook nog nooit van gehoord.
Veel was er niet te beleven. We zijn van deur tot deur gegaan als predikanten, maar dan met de vraag: "Heeft U land?". De meeste mensen keken ons aan alsof ze water zagen branden.
Iedereen waarschuwde ons voor boer Bakker. De schrik van het dorp. Dáár moesten we het zeker niet gaan proberen, die zou aan hooivorken spietsen, ofzo. Iemand anders zei: "Nee, ik heb geen land maar wel een tuin!", en voor ik het goed en wel doorhad stonden we zijn tuintje van 2 bij 2 meter om te spitten. Drie nieuwsgierige kippen om ons heen en de tuineigenaar die maar riep: "tjonge jonge jonge wat een apparaten. Dat ze die dingen maken. Je mag ook de voortuin in hóór!"
Uiteindelijk belandden we op een weiland waar ooit een boerderij had gestaan. De boer vertelde ons niet dat die boerderij geheel uit metaal had bestaan en blijkbaar de grond in was getrilt. Wát een meuk. Mijn topvondst van de dag was een gaspit.
Nee, Holysloot is niet voor herhaling vatbaar.
Maar dat is nu ook wel weer het charmante van deze hobby. Het is niet altijd prijs, je moet een beetje lef hebben en de meeste mensen vinden je uitzonderlijk raar, maar aan de andere kant vind je op de meest onwaarschijnlijke locaties Middeleeuwse voorwerpen en is het wachten tot de volgende piep razend spannend.
Onlangs verbleef ik drie weken op Kreta, zonder man of detector (maar wel weer met mijn neus in de boeken). De muizen ingeruild voor kakkerlakken en de regen voor de Griekse hitte.
Na enkele weken van spannende verhalen en doorbraakte nachten met mijn girlfriends in vage bardancings ben ik nu weer terug in mijn Amsterdamse leventje.
Bovenal had ik mijn kerel en mijn metaaldetector gemist.
Raar mens ben ik toch.
zondag, augustus 10, 2008
Middagje met de detector op een weiland
Ik mocht een dagje op stap met de heren van een soort geheim metaaldetector broederschap, die geen nieuwe leden meeneemt omdat ze als de dood zijn dat de lokatie van hun akkers uitlekt. Ik heb geheimhouding moeten zweren.
Voor degenen die niet weten hoe het voelt om met een metaaldetector op zo'n stek te lopen kort een inwijding:
De detector geeft aan dat er iets onder de schotel ligt. Je graaft de grasklomp eruit en breekt deze in stukken. Eén voor één haal je een klomp langs de schotel, tot je het geminimaliseerd hebt tot een handvol grond met daarin de vondst. Vervolgens even schoonmaken en voilà! Weer een middeleeuwse munt!
Bij werkelijk iedere bliep kwam er een goddelijk cadeautje naar boven! En ik stond dan ook als een klein kind te juichen!
Wel is het een feit dat deze hobby niet erg damesachtig is. Bij thuiskomst had ik dikke kleikorsten onder mijn nagels en modder in mijn oren. Always a lady!
zondag, augustus 03, 2008
Geritsel in de crackers
Slaapdronken mompelde ik in bed: 'Ik heb honger' en strompelde naar de keuken.
Ik hoor mijn vriend achter me fluisteren: 'Eet maar niet van de crackers op de koelkast...die lijken door muizen aangevreten.' Een geheel normale mededeling uiteraard. Volkomen normaal dat je crackers die door muizen aangevreten lijken op de koelkast laat staan en niet in de vuilnisemmer laat verdwijnen.
Afijn.
Met één oog nog dicht van de slaap besluit ik de crackers dan maar zelf weg te gooien en de koelkast te plunderen. Ik neem de doos in handen en hoor geritsel onder mijn hand.
De doos begint te bewegen!
Met een gil laat ik de doos vallen en sta er verstijfd naar te staren. En ja hoor, een moment later schiet er een dikke verzadigde muis uit die in paniek niet meer weet waar hij heen moet en bijna óver mijn blote voeten heen naar de huiskamer schiet.
Vriendlief pakte zijn broekriem, sloeg deze dramatisch éénmaal op de grond en liep als een leeuwentemmer de huiskamer in. Ik ken zelf geen voorbeelden van muizen die met een zweep gedood zijn, maar dit zou de eerste worden!
Helaas bleek de muis onvindbaar. Volgens mijn vader is het goed mogelijk dat hij een leuk holletje heeft gevonden in de kussens van de slaapbank (bedankt pa!).
Ik heb de slaapkamerdeur van binnen uit gebarricadeerd en gedroomd van muizen die uit dozen vol crackers langs mijn armen en haren hun vluchtroute uitstippelden.
Vandaag ga ik werkelijk alle gaten dichten, overal gif zetten en morgen koop ik de meest afschuwelijke dieronvriendelijke val.
Ik vond het sneu voor de muizen, maar die tijd is voorbij!
Werkelijk, ik mis zowaar de Griekse kakkerlakken.
zondag, juli 20, 2008
Kafka op een regenachtige zondagochtend
Mijn raam staat open, de gordijnen bewegen over de grond. Moonlight sonata op de achtergrond.
Koffie op het nachtkastje, een zacht verlangen naar chocoladecake met mandarijnen. Kafka op schoot.
Het leven is waar de anderen zijn. Het verlangen om het ondeelbare te delen. Verweerde met mos begroeide graven. Een liefde waarin je alleen staat.
“Il est Mort” prevelde de gek op het kerkhof van Montmartre en we lachten. “Il est Mort”.
Ik heb hem gefilmd. Ik heb hem gefilmd met mijn fotocamera. Op de opname waggelt hij van graf naar graf en lacht hysterisch. Hij zei geen “Il est Mort”. Ik had hem langer moeten filmen. Misschien loopt hij daar nu weer. Misschien loopt hij daar elke dag kriskras door de graven.
Niet zo verstandig, Kafka op een regenachtige zondagochtend.
zaterdag, juni 14, 2008
Herkansing
Ik las de Bell Jar van Plath uit in Griekenland. Het boek paste wel een beetje bij de algehele toon van de vakantie. Het was een vakantie uit duizenden, godzijdank komt een dergelijke vakantie sporadisch voor.
Bedenk het één en ander dat mis kan gaan binnen een tijdsbestek van negen dagen en doe daar dan nog een schepje bovenop. Stakingen (benzine & taxi's – kom dan nog maar eens ergens), ziekte (buikgriep), verblijven bij een rouwend gezin in Athene en een trip naar het kerkhof (normaliter heb ik een obsessie met kerkhoven - zolang ik zelf maar geen connectie heb met de overledene), uiteindelijk tóch een auto kunnen huren en vervolgens schade rijden, en zo kan ik nog wel doorgaan.
Er waren ook hoogtepunten. Een bezoek aan de Acropolis. Een mooie toch door de kloof van Delian. Een heerlijk etentje op de eerste avond en op zondagmiddag in Theriso.
De mooie momenten staken surrealistisch af tussen alle onheil.
Er waren momenten dat ik Sylvia Plath kon begrijpen.
Terug in Nederland was ik toe aan vakantie.
Ik hoop op een herkansing. Aanstaande vrijdag gaan M. en ik drie dagen naar Parijs. We verblijven in de volksbuurt Le Marais en ik zit vol plannen.
Misschien moet ik dit keer een vrolijker boek meenemen. Wie weet werkt het door?
vrijdag, mei 02, 2008
De glazen stolp
In de loop van Koninginnedag werd ik geveld door griep. Met een gigantische snotneus en een hoofd van beton liep ik als in een waas door het feestgewoel in de Cornelis Schuytstraat en de Beethovenstraat. Hier stonden de rijken hun rotzooi te verpanden.
Helaas boeide het me niet. Normaliter kan je me best blij maken met andermans meuk, maar ik werd duizelig van de mensenmassa en mijn hoofd ging bonzen van al het lawaai.
M. sleurde me vervolgens het Vondelpark in en op een grote ton gezeten goot ik met wijn de aspirine weg. Ik voelde me warempel nog iets beter ook en zag allemaal interessante zoekveldjes voor de metaaldetector (tegenwoordig kijk ik door een metaaldetector bril en krijg ik glinsterende ogen van akkers en maagdelijk bosterrein. Ach, ik heb nooit beweerd normaal te zijn).
Tegen achten lag ik uitgeteld in bed terwijl M. er nog flink op los feestte.
De tweede vrije dag van mijn vakantie heb ik dan ook ziek in bed doorgebracht. Maar niet vervelend ziek. Heimelijk best fijn. Ziek genoeg om jezelf te verplichten te rusten, maar niet zo ziek dat je niet kunt lezen.
Dat heb ik dan ook gedaan. Met kleine ingelaste rustpauzes en hazenslaapjes heb ik Sylvia Plath's 'The Bell Jar' voor de helft uitgelezen en werd ik me betoverd door haar taalgebruik.
Een fragment van het leven zoals Sylvia hem beschreef. Een vijgenboom vol rijpe vijgen; Elke vijg gaf een mogelijkheid aan. Maar door er één te kiezen, moest je voorbijgaan aan al de anderen.
En door te blijven staren verschrompelden de vijgen en vielen ze één voor één rot op de grond.
Nog drie vrije dagen. Nog drie dagen vakantie.
Ik hoop dat ik morgen nog een klein beetje ziek ben.
zondag, april 06, 2008
Werken
En om dit alles verdraagzaam te maken vertellen we onszelf dat we het nog harstikke leuk vinden ook. Alsof jij en ik het werkelijk geweldig zouden vinden om in onze vrije tijd acht uur per dag, iedere dag, keer op keer, dezelfde taken uit te voeren. Of overdrijf ik? We krijgen immers toch twee dagen per week voor onszelf? Om maar niet te vergeten die zee aan vakantiedagen!
Ik heb nu een leuke baan. Echt.
Als ik het vergelijk met veel andere banen dan.
Ik help zelfs mensen aan het komen van. (verrader)
Maar wat zou nu nog leuker zijn?
Lezen
Oude literatuur kopen
De kroeg in met vriendinnen
Reizen
Met mijn metaaldetector akkers afstruinen
Op de markt naar kleding uit de jaren zestig zoeken
Mijn schrijfcursus weer oppakken
De heerlijkste gerechten koken
In bed blijven
Films kijken
Creabea zijn (lampekappen schilderen, oude meuk opknappen)
Yoga
Mijn skeelers afstoffen en aandoen
Muziek maken
Een stevige boswandeling maken
Musea bezoeken
Maar in plaats daarvan ga ik morgen weer werken.
Leuk, he?
Note: Zie voor meer informatie het boek 'Statusangst' van Allain de Botton.
zondag, maart 16, 2008
Blubber en schroot
Gisterenmiddag in de omgeving van Oudenkerk aan de Amstel gezocht, maar alleen oud schroot omhoog gehaald en vreemd genoeg wat leidingen en een onbekend loden voorwerp.
Maar...ik geef niet op. Ga ervan uit dat ik de nieuwe detector nog moet leren kennen...
Ook vandaag wilde ik de regen en wind trotseren en naar Oudenkerk fietsen. Het had echter niet zo mogen zijn. Net weg ging de ketting van de fiets. Teruggelopen en ketting er weer opgelegd.
Ik weer op de fiets terug naar de weilanden en rivier de Amstel. Ben ik er, zet mijn metaaldetector in elkaar, zet ik een paar stappen richting de sloot...klotst het water in mijn nieuwe regenlaarzen. Zo lek als een vergiet!
Dat deed m wel...naar huis gefietst, sokken uitgewrongen, laarzen weggepleurd, en op de bank gekropen.
Ik houd het voor gezien vandaag...
zondag, maart 02, 2008
Metaaldetector obsessie
Ook ik had vroeger een metaaldetector. Eigenlijk ben ik een vrij ongewoon meisje en de schuldige hieraan is mijn vader. Ondanks dat hij ook een zoon heeft, ben ik in werkelijkheid de zoon die hij nooit heeft gehad.
Broerlief had nooit zo'n interesse in vaders hobby's en ik hing van kleins af aan de lippen van papa gekluisterd. Hij toonde mij een wonderbaarlijke, oneindige fascinerende wereld buiten de ramen van ons huis. Vertelde vol passie over de kleinste insecten en korstmossen, maar kocht ook een telescoop voor me om het hemelruim mee af te struinen. Ik onderzocht atlassen over de hemellichamen en de planeten en melde me zelfs aan bij junior-sterrenonderzoekers. Allemaal jongens uiteraard.
Soms dan zette hij de wekker om half vijf en trokken we het bos in op zoek naar Moeflons en braakballen.
Ik ging met mijn vader vissen en wanneer mogelijk namen we de vangst mee naar huis om het door moeders klaar te laten maken.
Ik spaarde fossielen en mineralen en legde een heuse muntencollectie aan. Ons huis was een miniatuur dierentuin, vol met rare wezens zoals slangen, vogelspinnen, hagedissen, kikkerdril en chinchilla's.
En ik vond het allemaal prachtig.
Hier ligt ook de grondslag van mijn passie voor archeologie. De wereld om ons heen is niet alleen oneindig fascinerend en altijd voor inspiratie aanwezig. Het verleden is dit ook.
In mijn kindertijd kreeg ik van pa dan ook een metaaldetector. Veel meer dan wat bomscherven heeft het zoeken hiermee niet opgeleverd. De metaaldetector behoorde toen al tot het stenen tijdperk. Eens dachten we een bom gevonden te hebben. We schakelden de politie in en deze bracht ons later op de hoogte van wat de vondst in werkelijkheid inhield: een emmer!
Maar wat spannend was het om te zoeken naar sporen van het verleden!
Mijn collega heeft deze oude passie weer bij mij aangewakkerd! Vorige week heb ik het boek 'Handboek voor zoekers' bij de bibliotheek geleend en ben ik mij aan het oriënteren op een nieuwe metaaldetector. Een stoere, met allerlei leuke gadgets (dieptemeter, metalendiscriminatie, hij schat zelfs in wat je onder de schotel hebt liggen). Misschien de White Prizm V? Volgend weekend ga ik er één kopen.
Maar dan komt het volgende probleem. Waar ga ik zoeken? In Amsterdam stad zijn er niet zoveel akkers. Ik kan natuurlijk het strand af gaan lopen, maar dat resulteert slechts in hedendaags afval. Ik wil múnten vinden, gespen, kogels voor mijn part. Als het maar een verleden heeft!
Ik denk dat ik maar op de trein naar Wageningen stap.
Paps...
Zin om weer als vanouds naar bommen te gaan zoeken?
zondag, januari 27, 2008
Klassieke letteren
Een andere reden voor mijn liefde voor Antieke literatuur heeft dezelfde grondslag als de passie voor Archeologie: Dat hetgene wat de tand des tijds overleeft een meerwaarde heeft.Een geschrift dat het tussen de ontelbare geschriften voor elkaar krijgt om keer op keer herschreven en herdrukt te worden, niet te verdwijnen, moet wel een schoonheid, een waarde of een tijdloosheid bezitten.