Soms denk ik terug aan al die zorgeloze jaren, waarin werk bijzaak was, ik avond na avond ging stappen en het nooit regende.
Mijn trip naar Kreta bevestigt mijn herinnering. Mijn leven daar bestond uit vrienden, wijntjes in de zon, werken was voor de lol in plaats van voor de cash (die was er namelijk nauwelijks) en alle grotemensenverantwoordelijkheden waren mij vreemd.
Ik heb dat proces heel erg lang kunnen uitrekken. Dertien jaar. Geen ongeluksjaren.
Nu doe ik het allemaal. Om kwart voor zeven gaat de wekker. Om kwart voor acht zit ik op de fiets. Met donker ga ik de deur uit en tegen de tijd dat het weer gaat schemeren kom ik afgepeigerd thuis.
Wanneer ik opper moeite heb hieraan te wennen kijken mensen mij verbaasd aan en zeggen: ‘welcome to the real world’.
Dat is het ja. Ik heb de afgelopen jaren niet in een echte wereld geleefd, maar in een droomwereld.
En het was goed.
Ik doe mee met de grote mensen. Op mijn drieëndertigste begin ik te lopen waar mijn oude klasgenoten dertien jaar geleden al rondstruinden.