Ik lees per definitie niet graag boeken die onderdeel uitmaken van een hype; Ik ben blij dat ik voor Stoner van John Williams een uitzondering heb gemaakt.
Van meet af aan ontroerde het boek me, de eerste hoofdstukken las ik in de trein met een brok in mijn keel. De beeldspraak ving me; Enerzijds nietsontziend, anderzijds met een onbeschrijflijke tederheid.
Toen ik verder gevorderd was in het boek moest ik het af en toe een paar dagen wegleggen - het werd te pijnlijk.
Ik las de helft van het boek in één zitting en sliep die nacht slecht. Draaide in mijn bed en piekerde over de lotgevallen van William Stoner. Wenste dat hij zijn lot in handen zou nemen en het zou keren. Wilde dat hij zijn vrouw een pak rammel zou geven (en geloof me, ik ben geen voorstander van huiselijk geweld, maar in zijn geval was ik bereid het door de vingers te zien).
Ik voelde lichte paniek richting mijn eigen leven. Over de dingen die lopen zoals ze lopen, waarop ik vat en objectiviteit verlies.
Het is lang, heel erg lang geleden, dat ik de slaap niet kon vatten vanwege een karakter in een boek.
Ergens was het lezen van dit boek net zo'n ervaring als het zien van "The Pianist", jaren geleden in de bioscoop met een vriendin. Ik herinner me dat die vriendin op een gegeven moment in het donker een kreet sloeg met haar handen voor haar gezicht en zei: 'Het houdt maar niet op! Ik kan er niet meer tegen!"
Ik geef toe, dit boek lezen was intens verdrietig, bijna een lijdensweg. Ik wilde dat ik halverwege zijn leven/het boek met Stoner een glas sherry had kunnen delen en had kunnen zeggen: 'Ga dit doen verdomme! Kom op. Je kunt het!'
Maar de harde realiteit is dat we het allen zonder voorkennis van het leven moeten doen. En dat tijd en toeval ieder treft, een enkeling harder dan anderen.
Wanneer toeval ons slecht treft kan een dienstbaar leven ons buiten ons eigen potentieel houden, dat is wellicht de les die ik eruit haal. Hij had voor zichzelf kunnen kiezen, maar alle verplichtingen en rechtschapenheid van karakter hielden hem tegen.
Hoe je het ook wendt of keert, uiteindelijk komen we bijna altijd tot een verzoening. We kijken terug op ons leven, hoe zwaar ook, en denken: 'het was goed' en 'het doet er niet toe hoe het verloopt.'
En, hoe wrang dit gegeven mag zijn, ergens is het zo. Een dienstbaar leven kent zijn eigen waarde.
Ooit zei John Williams in een interview: 'Veel mensen die de roman gelezen hebben, denken dat Stoner een triest en slecht leven had. Volgens mij had hij een bijzonder goed leven. Zijn leven was beter dan dat van de meeste mensen - absoluut. Hij was bezig met datgene waarmee hij bezig wilde zijn, hij had enige aanleg voor wat hij deed, hij had een zekere mate van inzicht in het belang van de zaak die hij vervulde[...]'
Het boek raakte mij op allerlei vlakken. Er was de 'wat als vraag'. Wat als hij gewoon als boerenpummel op de boerderij was blijven leven? Zijn verwachtingen van het leven laag had gehouden? Maakt de jacht op geluk per definitie ongelukkig? Wat als hij niet door de letteren was gegrepen? Wat als hij niet verliefd was geworden op Edith? Etcetera etcetera...
Daarnaast was er het machteloze gevoel dat ik als lezer vanaf de zijlijn kreeg. "Neem je leven in handen!" wilde ik roepen. En af en toe verraste hij me, wanneer ik bijna niet meer durfde te hopen.
En als laatste was er de tomeloze passie voor de literatuur, die zijn leven zin en vervulling gaf, waarmee hij anderen inspireerde en die van de pagina's afspatte.
Een mooie reminder.
Daarom las ik en hierom lees ik.
John Williams loved the study of literature. In a 1985 interview he was
asked, "And literature is written to be entertaining?" to which he
replied emphatically, "Absolutely. My God, to read without joy is stupid."