Een paar dagen terug kreeg ik van een client een zak met tijdschriften. Thuisgekomen ondekte ik er een kleine rainbowpocket tussen, genaamd: ‘Een man om nooit te vergeten’, samengesteld door Emma Brunt.
In dit boekje staan 18 verhalen opgesteld, van met name schrijfsters (oa Helga Ruebsamen, Manon Uphoff, Jessica Durlacher, Lulu Wang, Elsbeth Etty, Nilgul Yerli) over die ene man in hun leven die zij nooit vergeten zijn.
Wat een heerlijk boekje en wat jammer dat het maar 140 blz. dik is! Ik heb hier tenenkrommend van genoten!
Over Helga Ruebsamens zeeman (‘Ik houd van macho, en niet van die vriendelijke, begrijpende figuren die het huishouden voor je willen doen’) die ze op een dag betrapte in haar mooiste jurk. Over Mensje van Keulens lover die per ongeluk zijn liefdesbrieven verwisseld had en haar de verkeerde brief stuurde, bedoeld voor zijn andere geliefde.
Het boekje (en dat doen goede boeken nogal eens) stemde tot nadenken. Wie is mijn ‘man om nooit te vergeten?’
In de eerste instantie kwamen mijn eerste liefdes in gedachten de revue voorbij. Mijn eerste-bijna-kus. Ik had hem echter op het moment supreme zo angstig aangestaard, dat hij niet meer durfde. De volgende dag vloog hij terug naar Vancouver en schreef ik hem een jaar lang gepassioneerde liefdesbrieven. Slechts eenmaal kreeg ik een kaart terug. Ik vernam later dat zijn moeder bij hem had aangedrongen deze te schrijven en zij hem op de post had gedaan.
Daarna was er de Griek-Australier, mijn eerste keer smoorverliefd. Vijftien was ik, twee weken waren we samen en tot op de dag van vandaag kan ik me woord voor woord onze gesprekken herinneren. Hij was met stip de slechtste kusser ooit, en toch heb ik er gedichten over geschreven. Ach, l’amour, die eerste liefdes, wanneer je overrompeld wordt door dat prachtige gevoel en denkt, eindelijk: ik ben gelukkig, het begin van het sprookje is aangebroken. Je bent er van overtuigd de man van je leven te hebben ontmoet en verwacht wonderen van de liefde. Toen die wonderen niet standhielden voelde ik me bedrogen. Niet zo zeer door ‘de mannen’ (ik ben nooit op dat punt geraakt) maar door het leven waartoe ik gedoemd was. Mijn hart gebroken en diep ongelukkig, kon ik me niet inbeelden dat dat vreselijke gevoel ooit weer voorbij zou gaan. Ik zou voor de rest van mijn leven ongelukkig blijven. Toen dat gevoel ook weer sleet, ben ik de liefde (en vooral mijzelf) een ietsiepietsie minder serieus gaan nemen.
Dankzij Jojo weet ik nu wel beter.
Ik ben buiig, egocentrisch en soms gewoonweg on-uit-staan-baar. Niet dat Jojo het slechtste in mij naar boven haalde, het lukte mij simpel niet meer om het aardige meisje een paar jaar lang te blijven spelen. Dat was ik nu eenmaal niet (de schok was voor ons beiden even groot).
Ik ben hem zeer dankbaar;
Toen ik nog een aardig meisje was, moest ik wel vervloekt zijn tot een verschrikkelijk liefdeslot. Pas op het moment dat ik inzag wat een ongelofelijke trut ik kon zijn dacht ik: ‘Zeg... Misschien heb ik er zelf ook nog wel een handje in.’
Het was een openbaring.
Daarom... is hij de man om nooit te vergeten.
Uiteraard ga ik hem dit van mijn leven niet vertellen (nog altijd bevriend), hij zou een week glunderend rondlopen als hij het bovenstaande wist (af en toe: ‘Zie je wel! Zie je wel! uitroepend) en dat is nu ook weer niet de bedoeling.