Met een koffer vol boeken vloog ik twee weken geleden naar Chios.
Ik heb er niet één van gelezen.
In het huisje waar we verbleven trof ik een dik boek aan dat bij binnenkomst mijn aandacht trok.
Het was bijna te mooi om waar te zijn, zo blij werd ik van de flaptekst.
Deze manier van toeval-lezen heeft me altijd zeer bekoord. De jaren dat ik op Kreta woonde las ik talloze boeken op deze wijze. Boeken die ik aantrof in hotelbibliotheken. Boeken die op het juiste moment mijn pad kruisten. Ik vond het een spirituele manier van lezen. Een hand die je toegestoken wordt, een boodschap, een nieuwe ervaring.
In dit geval had ik het boek ‘De Magiër’ van John Fowles in handen.
Het boek vertelt het verhaal van een Engelse jongeman, genaamd Nicholas Urfe die een baan als leraar op een Grieks internaat aanneemt. Hij krijgt een tweejarig contract aangeboden op het eiland Phraxos.
Daar ontmoet hij na enkele weken de heer Maurice Conchis, een man met een imponerende persoonlijkheid, innemend en mysterieus.
Conchis nodigt Nicholas uit om het eerstvolgende weekend bij hem te komen logeren en vanaf dat moment staat elk weekend in teken van de villa van Conchis en de onverklaarbare stroom van gebeurtenissen die Nicholas daar overkomen. Conchis verteld stukje bij beetje zijn belevenissen aan Nicholas en zijn verhalen komen letterlijk én figuurlijk tot leven. Na de verhalen over de loopgraven ruikt Nicholas de lijkgeuren en hoort hij soldatenliederen.
Op een gegeven moment dineert zelfs de geest van de verloofde van Conchis mee en wordt Nicholas hopeloos verliefd op haar.
Net als de hoofdpersoon twijfel je als lezer over de geaardheid van de gebeurtenissen. Zijn deze van magische aard of steekt er iets anders achter?
De voortdurende twisten in het plot werpen je ook steeds in andere vertwijfelingen, en daardoor houdt het boek je in zijn macht.
De beschrijvingen van de Griekse landschappen waren een lust om te lezen op het moment dat ik er zelf doorheen struinde.
De haatliefde verhouding van Nicholas Urfe met Griekenland was zo doeltreffend beschreven dat ik moest concluderen dat de auteur er heeft gewoond.
Enkel dán kan deze passionele relatie met Griekenland ontstaan, die aantrekking en afstoting met als resultaat dat een ieder die Griekenland daarna moet verlaten zich in ballingschap in zijn eigen land voelt. Griekenland is een minnares die zich niet eenvoudig laat vergeten.
Het boek sloot naadloos aan op mijn eigen ervaringen op Chios, een eiland vol mystiek en geschiedenis. Het drukte soms op beangstigend correcte wijze mijn gevoelens uit, wanneer ik in een Griekse taverne in een middeleeuws dorp gezeten, over de bergen en de zee uitkeek.
Ik kwam woorden tekort.
John Fowles gaf ze me.
Chios was een droom. Een eiland waar je zo weinig toeristen tegenkomt dat je je haast weer als een ontdekkingsreiziger gaat voelen. Ik wist niet dat het nog bestond in Griekenland.
Middeleeuwse spookdorpen, imposante mastiekdorpen met een doolhof aan straatjes, boogjes en gangetjes. Opa’s en oma’s die je in die straatjes aanhouden voor een kort gesprek, een knuffel, of om een bloem in je haar te steken. Zo veel lieve mensen.
Velden vol mastiekbomen, olijfbomen en oleanders. Ruige bergketens omlijst door compleet verlaten stranden. Kastelen, kloosters, en om je heen niets dan helderblauwe hemel en diepblauwe zee.
Ach…Ellada…
Nu weer terug in Nederland heb ik het één en ander opgezocht over Fowles.
Hij heeft enige jaren op het kleine eiland Spetses lesgegeven, waar hij zijn fictieve eiland Phraxos op gemodelleerd heeft. Nagenoeg alle landschapsbeschrijvingen kloppen en zelfs Villa Bourani lijkt te hebben bestaan. Zou ook Maurice Conchis op een bestaand figuur zijn gebaseerd?
Griezelig dichtbij komt de fictie pas wanneer ik mijn vriend vertel dat Phraxos in werkelijkheid Spetses was, en John Fowles daar les heeft gegeven op een jongensinternaat …
Blijkt dat de vader van mijn vriend daar op school heeft gezeten. Zo ongeveer in de periode dat Fowles er les gaf.
U begrijpt dat ik mijn schoonvader binnenkort ga ondervragen.
Rest mij niets dan U achter te laten met de boodschap dat, indien U binnenkort naar Griekenland gaat afreizen, het boek ‘De Magiër’ van John Fowles uitstekend gezelschap is!
NB: Schoonvader aan de tand gevoeld. Hij heeft inderdaad op het beroemde Anargyrios College in Spetses gezeten, waar Fowles les heeft gegeven. Er zitten wel wat jaren tussen. Fowles gaf er les in 1950 en schoonvader kreeg er les begin jaren zestig.